Terug Eindnoten Inleiding Hoofdstuk I Hoofdstuk II Hoofdstuk III Hoofdstuk IV

Hoofdstuk III – pag.247 t/m pag. 701
Piet Schrijvers, Vergilius Georgica landleven. Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door … (Historische Uitgeverij Groningen 2004), Lof van het landleven, pag. 67.
2 Jaap Moes en Jeroen Touwen, ‘We moeten ons niet uitleveren aan de regenten,’ Leidschrift 3 1995 [126-140], 127-128.
3 Wim Wennekes, De aartsvaders. Grondleggers van het Nederlandse bedrijfsleven (Amsterdam 2010), 21.
4 Wennekes, De aartsvaders, 12. De uitspraak is van prof. H. Honée. Internationaal van karakter is David S. Landes, Dynastieën. Voorspoed en tegenslagen van de grootste familiebedrijven ter wereld (2006) [Spectrum Utrecht 2007].
5 Cees Banning, ‘Adieu Makkumer aardewerk, welkom imperfectie’, NRC Handelsblad van 3 aug. 2013. Op een landkaart van Caspar de Robles, de Spaanse stadhouder van Friesland, aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog staat onder Makkum (1572) op het terrein van Tichelaars fabriek een bricari (steenfabriek) ingetekend.
6 Ibidem.
7 De trits ‘werven, erven, derven’ kwam op een voordracht uit de mond van de erfrechtdeskundige, prof.mr. M.J.A. van Mourik. Vgl. ook: A. Goossens, ‘Voorwoord 2012’, Roerstreek 44 (2012), 4. Op de website www.tuinbouwjongeren.nl komt in een column het gezegde ‘verwerven, erven, bederven’ voor [met dank aan Kees Walle]. Op de Zeeuwse uitdrukking ‘opgaan, blinken en verzinken’ ben ik gewezen door Piet de Baar, waarvoor mijn hartelijke dank.
8 Peter Nissen, ‘Constructie en deconstructie van het katholieke Limburg’, in A. Knotter (e.a.), Dit is Limburg. Opstellen over Limburgse identiteit (Maastricht 2009) [99-114], 104.
9 Jaak Slangen, ‘Van entrepreneurs tot renteniers: de Roermondse tak van het geslacht Spielmans uit Breyell (1816-1922)’, Spiegel van Roermond 2000, (94-120), 100.
10 M.J.A. van Mourik, Het nieuwe erfrecht (Den Haag 2002), 14-15.
11 Part. Arch., Boekhoudbureau LLTB, Overzichtboekje over het boekjaar 1 mei 1954 – 1 mei 1955 (nº 1657), 1.
12 Ibidem, 3 (exclusief kost en inwoning van enkele personen).
13 Th. Spoelstra, directeur van het Bouwbureau LLTB, in: ‘Overzicht van de werken die in 1963 uitgevoerd werden of in uitvoering kwamen’ onder pag. 2: ‘C. Stallen: 1. Slangen Linne: Varkensstal van ± 120 mestvarkens en ± 18 zeugen. Bouwkosten ± ƒ35.000’ in: Verslag van de ontwikkelingen op het gebied van de boerderijenbouw in 1963.
14 J. Korsten, Standhouden door veranderingen. De Limburgse Land- en Tuinbouwbond als behartiger van agrarische belangen 1896-1996 (Nijmegen 1996), ‘Einde van het gemengde bedrijf’, 154 (in 1963).
15 J. Bieleman, Boeren in Nederland. Geschiedenis van de landbouw 1500-2000 (Amsterdam 2008). Het begrip ‘agribusiness’ wordt in Wikipedia gedefinieerd als: ‘gehele productiekolom van agrarische bedrijven, inclusief opslag, transport, handel, verkoop aan consument en inclusief de toeleverende en ondersteunende bedrijven.’
16 J. Bieleman, Boeren in Nederland, 476.
17 Veel gegevens sinds de jaren zestig zijn ontleend aan de beantwoording van een vragenlijst door Ronny Verhoeven op 3 mei 2009, waarvoor mijn hartelijke dank. 
18 Familie-archief Slangen, Stukken aankoop Mortelshof, brief van Henri Spielmans aan Manus Slangen van 7 okt. 1905.
19 De rentenier Henri Spielmans was eind 1904 met vrouw en stiefdochter van villa Roosendael (1881) aan de Heinsbergerweg te Melick weer verhuisd naar Roermond, ditmaal naar de Willem II Singel 59. 
20 GAR, NKO van 5 aug. 1905 en de MAR van 12 augustus 1905: ‘Te pachten de bouwhoeve genaamd “Mortelshof” (Spielmanshof) gelegen onder Linne, bestaande uit: ruime gebouwen, tuin, boomgaard, bouw- en weiland, hakhout en prachtige vruchtbare kastanjelanen. Ter grootte van circa 35 H.A. Aanvaarden met Paschen 1906. Inlichtingen te bekomen Willem II Singel 59, Roermond.’  
21 Ibidem. Op 22 oktober 1905 werd Joannes Cornelis (Sjeng) Slangen, tweede zoon van Manus en (Jose)fien Slangen, nog op het oude adres geboren, aan de Heijweg achter het Linnerbos.
22 Tweede interview met Jacq. Slangen op 10 jan. 1996, 3.
23 Jaak Slangen, ‘Van entrepreneurs tot renteniers,’ Spiegel van Roermond 2000, 112-113.
24 Paul J.H. van Crugten slaagde in november 1913 voor zijn notarieel staatsexamen [NKO van 11 nov. 1913].
25 Tweede interview met Jacq. Slangen op 10 jan. 1996, 4.
26 Familie-archief Slangen, Stukken aankoop Mortelshof, verkoopovereenkomst Spielmans-Slangen van 2 nov. 1905.
27 Familie-archief Slangen, Stukken aankoop Mortelshof, verklaring van verkoop door H. Spielmans op 7 nov. 1905.
28 Familie-archief Slangen, Stukken aankoop Mortelshof, een door H. Spielmans opgestelde schuldbekentenis van 6 nov. 1905 ten bedrage van ƒ4.000 en door H. Slangen ondertekend. Later is met potlood geschreven door Spielmans: ‘Bovenstaande op den 30 November ontvangen [met handtekening van] H. Spielmans.’
29 Lou Giesen, Regesten, ‘Akte van verkoop en koop van de Pachthoeve Mortelshof onder de Gemeente Linne door den Weled: Heer Henri Spielmans rentenier en grondeigenaar te Roermond aan Herman Slangen landbouwer te Linne’, 12 nov. 1905 in GAR, Notarieel Archief J.L.H. Linssen Roermond, inv.nr. 1905/272. Een exemplaar van deze akte bevindt zich in particulier familie-archief Slangen. Daaruit:
‘Deze verkoop is geschied voor dertien duizend gulden, op rekening waarvan de koper zich verbindt en verplicht, in handen, ten woonhuize en tegen de Kwitantie van den verkooper op den dertigsten November aanstaande te zullen voldoen eene Som van duizend gulden, zullende volgens overeenkomst van partijen de restant Koopprijs ad twaalf duizend gulden, bij voorrang als pretium fundi [koopsom van de grond (en boerderij); hypotheek] en op de wijze als nadervermeld, op voorschreven onroerende goederen blijven gevestigd en tot zekerheid en behoud waarvan de verkooper recht van hypotheek op die goederen bedingt en de kooper verklaart dat recht te verleenen en de gemelde goederen te verpanden en te verbinden met toestemming tot het nemen der hypothecaire inschrijving, verplichtende en verbindende de kooper zich verder, om van deze resteerende koopsom van twaalf duizend gulden aan den verkooper, te zijnen woonhuize te zullen voldoen eenen jaarlijkschen interest van vier ten honderd, cours en aanvang nemende op heden eerstmaal vervallende op den twaalfden November negentien honderd zes, en zoo vervolgens ……’ enz.
Op de laatste bladzijde van deze notariële akte staat in de marge geschreven: ‘Hoofdsom en rente ontvangen [met handtekening van H. Spielmans] Roermond 14 December 1916’. 
30 Familie-archief Slangen, Stukken aankoop Mortelshof, Persoonlijke lening van Jacob Slangen aan H. Slangen t.b.v. ƒ2.000, d.d. 30-11-1905.
31 In deze ongedateerde schuldbekentenis werd aanvankelijk uitgegaan van een lening van ƒ2.000 aan vader en zoon Slangen. Dit bedrag is doorgestreept en verlaagd tot ƒ1.500. In de nota van notaris Linssen van 27 mei 1907 staat als datum vermeld: 30 november 1905. Zij staat afgedruk in het ‘Mortelshfboek’ op pag. 257[Familie-archief Slangen, Stukken notaris J.L.H. Linssen (1905-1907].
32 Deze alinea stoelt op: J.P. Planje, Vijftig jaar Limburgse Land- en Tuinbouw 1901-1951. Gedenkboek ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (Echt 1951), ‘Pacht en verkoopprijzen van cultuurgrond’ [53-58] 56.
33 Advertenties in NKO van 30 dec. 1905 en in NMR in de edities van 5 jan. en 13 jan. 1906.
34 Tweede interview II met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 5.
35 In het ‘Extract uit het register van voorlopige aangiften van openbaare verkoopingen van roerende goederen [nº 2/790] van notaris Linssen: nº 19 van 16 januari 1906 ontbreken de nrs. 62 t/m 90, 92 t/m 94, 97 t/m 98, 100 t/m 104, 106 t/m 109, 111 t/m 112, 114 t/m 120, 123 t/m 125, 128 t/m 133 en 135 t/m 137. Deze 36 nummers vallen alle onder de rubriek slaghout. Ieder staande boom kreeg een apart nummer. Lariksen worden niet genoemd.
36 Frans Smeets uit Maasbracht kocht drie bomen (samen goed voor ƒ11,50); Jan Ruyten uit Linne een boom voor ƒ4; P. Everts uit Linne een boom voor ƒ2,50; H. Hannen uit Merum in Herten een boom voor ƒ2,75; Hubert Peeters uit Berg een boom voor ƒ8,00; Hubert Schmitz uit Berg een boom voor ƒ1,50; Jan Wolters uit Melick een boom voor ƒ2,00; Henri Wolters uit Melick een boom voor ƒ3,75 en Jean Linnaerts uit Roermond een boom voor ƒ 13,50. 
37 Ibidem.
38 Een bedrag van ƒ 591,75 voor de gehele houtopbrengst staat vermeld op de ‘Nota voor den Heer Herman Slangen te Linne op Spielmanshof van Notaris Linssen te Roermond’, met dagtekening 27 mei 1907.
39 Voor ‘Kosten koopakte met schuldbekentenis van restant koopprijs met grosse, borderels, registratierechten, overschrijving, inschrijving enz., volgens bewering van Slangen;/doch in het geheel niet volgens overeenkomst ... fl. 350,00’ [‘Nota voor den Heer Herman Slangen … 27 mei 1907’]. In de verkoopakte van 12 nov. 1905 door Linssen worden opgevoerd aan registratierechten ƒ260 en aan kosten van hypotheekbewaarder ƒ22,25.
40 Nota van Linssen op 27 mei 1907 [Familie-archief Slangen, Stukken notaris J.L.H. Linssen (1905-1907].
41 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 4.
42 Ibidem.
43 Blijkens datum en handtekening van Linssen door de rentezegel op diens nota van 27 mei 1907.  Notaris J.L.H. Linssen woonde in de Swalmerstraat.
44 Tweede interview met Jacq. Slangen op 10 jan. 1996, 4. Notaris J.H. van Boven woonde in die tijd nog op de Pastoorswal 3 in Roermond.
45 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 9.
46 Advertenties in NKO van 13, 20 en 27 jan. 1912.
47 Familie-archief Slangen, Stukken aankoop Mortelshof:
‘Ondergetekende Hermanus Slangen-Tasset, halver Mortelshof Linne bekent schuldig te zijn aan den heer H. Spielmans of dezelfde rechtverkrijgende te Roermond de som van Twee duizend en twee honderd gulden rentende 4 ten honderd ieder jaar eisch en aflosbaar mits zes maanden vooruit afkondiging, bovenstaande bedrag is restant koopsom van genoemde pachthoeve.
Goed voor Twee duizend en twee honderd gulden.
Roermond 20 november 1916                   [get. H. Slangen-Tasset]
[toegevoegd: ‘Het bedrag hierboven vermeld met rente op heden 20 maart 1918 ontvangen ter afdoening get. H. Spielmans’].
48 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan.1996, 6.
49 Familie-archief Slangen, Stukken notaris J.L.H. Linssen (1905-1907, Nota van notaris Linssen van 27 mei 1907 waarop deze posten zijn opgevoerd. 
50 Familie-archief Slangen, Stukken aankoop Mortelshof, ongedateerd stuk van Hermanus Slangen, vermoedelijk uit 1908.
51 Jan Douwe van der Ploeg noemt ook nog de functie van windsingel in De virtuele boer (Assen 1999), onder ‘Landschappen’ op pag. 144.
52 Bedoelde mijn informant E. Leyendeckers, gemeenteraadslid en bestuurslid van harmonie Lentekrans in Linne [overlijdensbericht in NKO van 19 aug. 1933]?
53 Jacq. Slangen, ‘Autobiografie’ (25 januari 2004 en 15 maart 2005; typoscript), I.
54 Jan Hendrik Bakker, Grond. Een pleidooi voor aards denken en een groene stad (Atlas-Amsterdam 2011) en advertentie in de NKO van 28 febr. 1891.
55 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 9.
56 Hij bracht het ‘mijnhout’ naar het station in Maasbracht Beek [Jacq. Slangen ‘Autobiografie,’ VII].
57 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 januari 1996, 9-10.
58 Jacq. Slangen, ‘Autobiografie’ (2005), VI-VII.
59 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 9-10.
60 Advertenties in NKO van 13 jan. 1912; NMR van 20 jan. 1923 en in NMR van 24 en 31 jan. 1925.
61 Jacq. Slangen, ‘Autobiografie,’ I.
62 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 6.
63 Jacq. Slangen, ‘Autobiografie’, I.
64 Jacq. Slangen, ‘Autobiografie,’ II-III.
65 In NKO van 21 oktober 1905. Enkele jaren eerder adverteerde dezelfde Bonnée met ‘40 pond dennenzaad’ in NKO van 5 apr. 1902.
66 Ontleend aan website van Jan Ruiten, ‘Het Berger Reutje, Landbouwverslagen.’
67 Advertentie in NKO van 8 febr. 1913.
68 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 6 en 7.
69 ‘Landarbeiders in Limburg’, NMR van 4 dec. 1909.
70 Ibidem.
71 No. 511. P. Konings, Swalmen, Catalogus Groote Landbouwtentoonstelling Roermond 15, 16 en 17 juni 1909 (Roermond 1909) (95-96), 96.
72 Jacq. Slangen, ‘Autobiografie,’ III.
73 Tweede interview met Jacq. Slangen op 10 jan. 1996, 22.
74 Tweede interview met Jacq. Slangen op 10 jan. 1996, 7.
75 ‘Crisis-Maatregelen van wege de Regeering’ in NMR van 13 nov. 1917.
76 Tweede Interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 14.
77 De ZPL adverteerde in LKO van 23 juli 1932 met Ottersumse rogge als ‘stock- of reubvrij’.
78 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 14 (eerste citaat) overige op 20.
79 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 14-15.
80 Jacq. Slangen, Autobiografie (25 januari 2004 en 15 maart 2005; typoscript) voor een deel gepubliceerd De Roerecho. Weekblad van Sint Odiliënberg, nr. 31 (4 aug. 2005) 13, 15-20 en Ibidem nrs. 32 t/m 35 in één uitgave (11, 18, 25 aug. 2005) 19-21 en 23-24.  Hier: 15-16.
81 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 14.
82 M. Galiart, voorzitter van de Bond van Suikerbietenverbouwers, berichtte: in 1916 waren er al 200 wagons ingeladen voor rekening van de bond; in 1915 waren 69 ha en in 1916 al 247 ha suikerbieten geteeld [NMR, 13 febr. 1917]. M. Galiart, burgemeester van Stevensweert, was binnen de LLTB een veelzijdig bestuurder met een cumulatie aan functies. Behalve adviserend lid van het hoofdbestuur van de LLTB en voorzitter van de Coöperatieve Vereeniging van Suikerbietenverbouwers, was Galiart tevens voorzitter van de Paarden en Veulen-verzekering, voorzitter van Fokkersbelang, voorzitter van de Financiële Commissie van de LLTB, bestuurslid van de onderlinge Hagelverzekering, van de Brandassurantie, van de Pachtcommissie van de LLTB en van de Gewestelijke Varkenscentrale [vgl. Verslag 1932 van LLTB; J. Planje, Vijftig jaar Limburgse Land- en Tuinbouw 1901-1951, 120 en J. Korsten, Standhouden door veranderingen, 46-47]. 
83 Boeren konden suikerbieten inladen bij café De Tramhalte in de Hoofdstraat van Berg [NKO van 29 sept. 1932].
84 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 19-20.
85 Uit de brief van Jacq. Slangen van 14 maart 1996 aan de schrijver.
86 No. 517. W. Op ‘t Roodt, Neer, Catalogus Groote Landbouwtentoonstelling Roermond, 98 (als ook een advertentie aan het einde van dit boekje).
87 Vgl. ‘Publieke verkoop van Meubelen, Vee en Landbouwgereedschap ter Hoeve “Postberg” te St. Odiliënberg’:

 ‘Notaris Tijssen te St. Odiliënberg zal op Donderdag 2 april 1914 des vóórmiddags 10 ure, ten verzoeke van den Edelachtbaren Heer A.H. Reijnders, Burgemeester te St. Odiliënberg, wegens ophouden met landbouwbedrijf, op crediet mits bekendheid of borgstelling, publiek verkoopen
1. Eene partij huismeubels, als tafels, stoelen, banken, hanglamp, 2 kachels, keukenrek, alsmede potten, pannen, kuipen, emmers, 11 centrifuge-tuiten, zoo goed als nieuw, boterkneder met marmeren blad, marmeren botersteen, draaivat, machineketel (300 L. inh.) etc.
2. 2 flinke Brabantsche paarden, 1 merrie van 6 jaar en 1 ruin van 13 jaar.
3. Paardentuig: hamen, zadels, leidsels etc.
4. 14 stuks best hoornvee: 9 dragende en melkgevende koeien, 2 stieren waarvan 1 van 18 en 1 van 7 maanden en 3 kalveren.
5. Varkens: 10 draagende zoogen, 1 fokbeer, 1 scheuteling en 6 biggen.
6. Groot en klein landbouwgereedschap, als dorschmachine en manege, 2 wanmolens, karotenmolen, kneedmachine, hakselmachine, maaimachine, zaaimachine, varkensbak, kalverenbak, aardappelsorteerder, 2 engelsche ploegen, 3 brabantsche ploegen, 2 tweeschaarploegen, wentelploeg, schoffelploeg, 6 vierkante en driehoekige eggen, houten wel, cultivator, 2 lange en 2 korte karren met toebehoor, ploeghamen met kettingen, 2 kruiwagens, stalwaterpomp, stalwatervat (300 L. inh.) met toebehoor, dorschvlegels, rieken, gaffels, schoppen, zeisen, slijpsteen, etc. etc. Alles zich bevindende in den besten staat van onderhoud.
7. 2000 K.G. karoten, een grote partij beste pootaardappelen, 800 droge eikenschansen, brandhout, en wat verder ten verkoop zal worden aangeboden.
Bezichtiging: één uur voor den verkoop. Betaling: 1 October 1914.’
Deze advertentie is gepubliceerd in NMR van 7, 14, 21 en 28 maart 1914.
Reijnders werd als pachter opgevolgd door L. Hennebrüder, maar op 15 jan. 1920 verkocht deze zijn hele inboedel en vee om Posberg weer te verlaten. De inventaris van de publieke verkoop staat afgedrukt in ‘Posberg revisited’, 53 onder hoofdje: ‘Uitspanningsverkoop “Boschberg”’ in NKO van 24 dec. 1919.
88 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 15-16.
89 Jacq. Slangen, ‘Autobiografische notities II’ (Herten, 15 maart 2005), V.
90 Jacq. Slangen, ‘Autobiografische notities II,’ IX.
91 G. Krekelberg, ‘Het oude dorpsleven om Roermond en in Midden-Limburg’, NKO van 7 dec. 1935.
92 Jacq. Slangen, ‘Autobiografische notities II,’ II.
93 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 januari 1996, 11-12. Vgl. ook een fragment in zijn autobiografische herinneringen, 2: 
‘In de [moes]tuin stonden pruimen [6 ‘eierpruimen’] en perzikbomen, ook [20 rode] bessenstruiken. Ook de opbrengst hiervan ging naar Roermond. Rondom de boerderij stonden ongeveer 60 hoogstam appels peren en kersen. Er waren bijna zoveel rassen als bomen. Namen van appels: Zijden Hemdje [1717], Zoete appel, Paradijsappel, Eva’s appel, Gravensteiner [1760], Ossekop [Dubbele Bellefleur], Rabouw, Reinette Baumann, Princesse Noble [1708], Weldrager, Smeetse, Snelappel, Eijsdener Klumpke, Brabantse Bellefleur, Keuleman, Sterappel [1900] en nog een zestal soorten waarvan ik de namen niet ken. We noemden ze koekappels. Ook verschillende soorten peren. Ik herinner me de namen van Noord-Hollandse suikerpeer, Kruidenier [1850], Juttepeer [zeer oud], Bergamotte peer [1820], Grijze Bergamotte, Pinkster Bergamotte, dit was een fijne stoofpeer die je gewoon in de kelder kon bewaren tot Pinksteren en langer. De namen van andere soorten kan ik mij niet meer herinneren. Er waren fijne houdperen bij die je tot laat in de winter kon bewaren. Verder stonden er een zestal soorten kersenbomen: Knapkers, Vleeskers, Waalse kers, Udense Spaanse kers; de andere namen schieten mij niet te binnen. Twee notenbomen en de prachtige kastanjelaan sierden de boerderij.’
94 S. Langeweg, Zuivel. Geschiedenis en inventarisatie van de zuivelfabrieken in Limburg (Roermond 2012) 67.
95 Jacq. Slangen, ‘Autobiografische notities II,’ II. In 1905 werden veel coöperaties gesticht: de Coöperatieve Botermijn in Roermond; in de regio vooral in december 1905: ‘Ons Belang in Reutje’; in Montfort op 26-12-1905; de Fuus in in Posterholt op 27-12-1905. Eerder al vond de oprichting plaats van melkfabriek St. Antonius te Linne op 19-03-1901; de coöperatieve melkfabriek St. Martinus te Vlodrop op 19-05-1901 en de Sint Brigida te Ool op 8-09-1903.
96 Voor Roermond als agrarisch centrum zie: G.C.P. Linssen, ‘Sociaal-economische schets van Roermond tussen beide oorlogen’, in: G.H.A. Venner (eindred.), Roermond stad met verleden. Negen hoofdstukken over Roermondse geschiedenis (Roermond 1985) [201-219] 214-215 en S. Langeweg in Zuivel. Geschiedenis en inventarisatie van de zuivelfabrieken in Limburg: ‘Roermond, een veelzijdig agrarisch centrum’ (59-66), 59. Voor een vooroorlogs tijdsbeeld: het stuk van burgemeester P.J. Reymer, ‘Roermond. Centrum van Midden-Limburg’ in de jubileumeditie van de NKO van 23 dec. 1937.
97 Limburgse Landbouwbond, Catalogus van de groote Landbouwtentoonstelling, te houden 15, 16 en 17 juni 1909 te Roermond, onder Eere-voorzitterschap van Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden (Romen & Zonen, Roermond 1909).
98 Frans Wong, Engeltjesmaker. Het leven van een abortuspionier (Amsterdam 1998), 8.
99 Zie de verkiezingsadvertentie in de NKO van 24 aug. 1899.
100 L.G.P. van Bilsen, ‘Joannes Theodorus Verheggen (1859-1940). Politicus en Landbouwpionier’ (Buggenum 1998) [MO-scriptie Sittard] (29-33) 29 en bericht in De Nieuwe Koerier van 30 januari 1913.
101 G. Linssen, ‘20 Mr. Frans Bolsius, politicus en president (1911-1939)’ in: A. Berkvens, H. van der Bruggen en R. Magnée, Rechtspraak in Roermond. Van Soevereine Raad naar Rechtbank Limburg (1580-2012) [Hilversum Verloren 2013] (165-167), 167.
102 ‘Tiende Limburgsche Katholiekendag. Roermond 7 en 8 juni. Afdeelingsvergaderingen Limb. Landbouwbond’, NMR van 10 juni 1908.
103 G. Linssen, ‘Frans Jozef Bolsius, 1869-1951, politicus en rechtbankpresident’, Spiegel van Roermond 2008 [106-167] over de LLTB 148-149.
104 Ir. J.P. Planje, Vijftig jaar Limburgse Land- en Tuinbouw 1901-1951. Gedenkboek t.g.v. het vijftigjarig bestaan van de Limburgse Land en Tuinbouwbond (Echt 1951), 111-112.
105 Katholiek Sociaal Weekblad van 6 febr. 1926. Ontleend aan Van Bilsen, ‘Verheggen’, 46.
106 ‘De staatsenquête naar den toestand der Landbouw,’ NMR van 28 juni 1906.
107 Ibidem, NMR van 28 juni 1906.
108 ‘Landarbeiders in Limburg,’ NMR van 4 dec., 11 dec., 18 dec. 1909 en 15 jan. 1910.
109 Land en Vee, 15 sept. en 15 dec. 1911. Ontleend aan: Van Bilsen, Verheggen (1859-1940), 45.
110 Deze alinea steunt grotendeels op Van Bilsen, a.w., 43-44.  Max Bongaerts met als standplaats Goes wijdde enkele artikelen aan de ‘Ontwerp-Landarbeiderswet’ in de NKO van 15 en 22 nov. 1913.
111 ‘Het landbouwcrediet in Nederland’, NMR van 23 nov. 1911.
112 VI Rapport betreffende den oeconomischen toestand der kleine boeren en de maatregelen daarin verbetering te brengen (Den Haag 1912), 194. Ontleend aan: Hille de Vries, ‘Overheidszorg voor de kleine boer in Nederland 1880-1940: positieve discriminatie?’, in: H. Diederiks en C. Quispel, Onderscheid & minderheid.  Sociaal-historische opstellen over discriminatie & vooroordeel (Hilversum 1987) [174-200] 180.
113 ‘Onroerend goed door landarbeiders’, LKO van 21 okt. 1920. Bij KB werd de ‘Vereeniging tot verkrijging van onroerend voor landarbeiders’ die ook een kring Roermond kende, goedgekeurd.
114 De Vries, a.w., 182-183.
115 Ibidem, 183-184 en 196.
116 H.A. Huender en S. Coenen (Eibergen/Bennekom 1912), ‘Overzicht omtrent de ontwikkeling van het landbouwbedrijf in de zandstreken’, Staatscommissie voor den Landbouw, Overzicht van het landbouwbedrijf in Nederland (Den Haag 1912) 259-352. J.J.C. Ament (Roermond april 1911), ‘Schets van de ontwikkeling van het landbouwbedrijf op de zandgronden van Noord-Limburg, het Land van Weert en het Peelland’, Staatscommissie voor den Landbouw, Schetsen van het landbouwbedrijf in Nederland (Den Haag 1912) 447-464 en C. Bulder (Sittard april 1911), ‘Schets van de ontwikkeling van het landbouwbedrijf op de löss-gronden van Zuid-Limburg (ten zuiden van Susteren)’, Staatscommissie voor den Landbouw, Schetsen van het landbouwbedrijf in Nederland (Den Haag 1912) 345-356.
117 [M. Bongaerts,] ‘Rapport van de Staatscommissie voor den Landbouw I’, NKO van 25 okt. 1913; [M. Bongaerts,] ‘Rapport van de Staatscommissie voor den Landbouw II’, NKO van 8 nov. 1913; [idem] ‘Ontwerp-Landarbeiderswet. Rapport van de Staatscommissie voor den Landbouw III’, NKO van 15 nov. 1913; [idem] ‘Ontwerp-Landarbeiderswet. [...] IV’, NKO van 22 nov. 1913; [idem] ‘Het Landbouwcrediet. [...] V’, NKO van 29 nov. 1913; M. Bongaerts – Goes december 1913, ‘Het landbouwcrediet [...] VII’, NKO van 13 dec. 1913; [idem] ‘Het landbouwcrediet [...] VIII’, NKO van 20 dec. 1913; [idem] ‘Het landbouwcrediet [...] IX’, NKO van 24 dec. 1913; M. Bongaerts, Goes maart 1914, ‘De Pacht. [...]’, NMR van 28 maart 1914; M. Bongaerts, ‘Het Bedrijfsrisico. [...] XVII’, NMR van 18 april 1914; M.B. ‘Rapport van de Staatscommissie voor den Landbouw XVIII’, NMR van 25 april 1914; M.B., ‘De oeconomische toestand der kleine boeren. Rapport van de Staatscommissie voor den Landbouw XIX’, 23 mei 1914 en M.B. ‘Rapport van de Staatscommissie voor den Landbouw. Slotoverzicht XX’, NMR van 30 mei 1914. 
118 ‘Kath. Kiesvereeniging’, NKO van 4 maart 1913.
119 Ibidem.
120 Ibidem.
121 Bericht in NKO van 15 maart 1913.
122 Berichten in NKO van 18 maart 1913 en (Wessem) van 22 maart 1913.
123 NKO van 29 maart 1913.
124 Rubriek ‘Ingezonden’, Brief van W. Kolkman van Gouderak met dagtekening Dordrecht 17 april, NKO van 19 april 1913. Hij ging daarin tevens in op de katholiciteit van Bongaerts, die eerder in twijfel was getrokken.
125 Rubriek ‘Ingezonden’, brief van J. van Binnebeke in NKO van 19 april 1913. Hij had ook geen kandidaat in diskrediet willen brengen, maar ergerde zich aan ’t onverantwoordelijke optreden van het districtsbestuur. Zijn scherpe taal aan het adres van de onafhankelijken was ook niet bedoeld als een persoonlijk belediging.
126 ‘De redactie van Limburgs Belang en de Roermondenaar’, De Roermondenaar van 19 april 1913.
127 Dat zou in Wessem zijn gebeurd volgens A. Bongaerts. ‘Ingekomen’, NKO van 19 april 1913.
128 ‘Opmerkingen van een Roermondenaar’, RMR van 12 april 1913.
129 Uitslag verkiezingen kandidaatstelling voor de Katholieke Kiesvereeniging (K.V.) per gemeente in het kiesdistrict Roermond van 20 april 1913


Gemeente

Aantal kiezers*

Aantal leden K.V.

Blanco/ongeldig

M. Bongaerts

Th. Verheggen

Beegden

117

109

1

24

77

Beesel-Reuver

427

250

2

124

102

Echt

840

472

3

246

172

Heel

122(?)

136

-

25

100

Herten

189

158

10

41

105

Horn

177

128

-

52

68

Linne

165

110

-

73

30

Maasbracht

229

129

-

49

72

Maasniel

393

282

2

89

162

Melick -       

 

 

 

 

 

Herkenbosch

328

213

1

55

145

Montfort

156

110

-

22

82

Ohé en Laak

89

79

1

41

35

Posterholt

225

-

-

 

-

Roermond

2000

1020

14

714

174

Roosteren

166

89

1

27

48

St. O’berg

142

112

-

34

65

Stevensweert

173

134

-

61

73

Susteren

384

213

6

69

107

Swalmen

472

332

2

176

112

Thorn

218

154

2

42

91

Vlodrop

185

131

1

19

103

Wessem

150

147

3

5

131

Totaal

7345

4508

49

1988

2054

* Aantal kiezers op basis van gegevens uit 1912. Uit: De Nieuwe Koerier van 1 april 1913 en 22 april 1913.

130 Brief van mr. F. Bolsius aan Th. Verheggen van 21 april 1913 in het familie-archief Verheggen in Buggenum [ontleend aan Van Bilsen, ‘Verheggen, politicus en landbouwpionier’ onder noot 83 op pag. 60].
131 In ‘Opmerkingen van een Roermondenaar’ in: RMR van 3 mei 1913.
132 Ontleend aan Van Bilsen, ‘Verheggen’, 31-32.
133 ‘In het kiesdistrict Roermond’, De Roermondenaar van 7 juni 1913.
134 Ibidem.
135 Ingez. brief van P.H.O. Timmermans, ‘De Voorzitter der Kath. Kiesv. van St. Odiliënberg’, NKO van 29 mei 1913.
136 ‘De Kamerverkiezing-Roermond,’ door Moorman en Beckers, opstellers van het rapport, NKO van 31 mei 1913.
137 ‘Kath. Kiesvereeniging’, NKO van 27 mei 1913, pg. 2.
138 ‘De toestand van ‘t kamerdistrict Roermond op ‘t oogenblik’, De Roermondenaar van 31 mei 1913.
139 Ibidem.
140 Ruim 65% van de mannen boven de 25 jaar – van wie 88% censuskiezers, 7% loonkiezers, 3% huur- en 2% examen- of spaarbankkiezers – was in 1913 stemgerechtigd.
141 N.N. met ingezonden brief in De Roermondenaar van 21 juni 1913.
142 Uitslag Tweede Kamerverkiezingen per gemeente in district Roermond op 17 juni 1913


Gemeente

Aantal kiezers

Aantal uitgebr. stemmen

Blanco/ongeldig

M. Bongaerts

Th. Verheggen

Roermond I)

 

778

11

650

117

Roermond II)

2039

800

20

674

106

Roermond III)

 

226

3

186

37

Beegden

122

111

-

59

52

Beesel

450

403

3

228

172

Echt

870

633

-

395

238

Heel en Panheel

137

121

3

22

96

Herten

182

168

1

65

102

Horn

171

155

3

91

61

Linne

168

144

2

113

29

Maasbracht

242

223

2

104

117

Maasniel

412

335

2

149

184

Melick/Herkenbosch

332

254

1

102

151

Montfort

147

116

1

74

41

Ohé en Laak

90

83

-

61

22

Posterholt

225

152

2

59

91

Roosteren

162

136

1

78

57

St. O’berg

152

121

3

50

68

Stevensweert

179

168

1

72

95

Susteren

402

332

7

183

142

Swalmen

486

397

5

232

160

Thorn

230

171

3

65

103

Vlodrop

185

165

1

52

112

Wessem

157

144

1

20

123

Totaal

 

6336

76

3784

2476

Uit: De Nieuwe Koerier van 18 juni 1913.
143 Aan de heftige verkiezingsstrijd strijd tussen Bongaerts en Verheggen in 1913 is door Van Bilsen, Linssen en Korsten aandacht besteed. Vgl: L.G.P. van Bilsen, ‘Joannes Theodorus Verheggen (1859-1940). Politicus en Landbouwpionier,’ 29-33; G. Linssen, ‘Frans Jozef Bolsius, 1869-1951, politicus en rechtbankpresident’, Spiegel van Roermond 2008 [106-167] i.h.b. ‘Frans Bolsius en Victor de Stuers’ [136-138] en LLTB (148-149]; G. Linssen, ‘Ir. Max Bongaerts, 1875-1959’, Spiegel van Roermond 2005, [72-133] ‘De verkiezingen van 1913 [89-90] en J. Korsten, Standhouden door veranderingen, 94-96.
144 ‘De uitslag der verkiezingen. Het Kamerdistrict Roermond’, NKO van 18 juni 1913. En de redactie vervolgde in haar commentaar: ‘Want al had de stad niet meegestemd dan nog zou de heer Bongaerts met ruim 50 stemmen meerderheid gekozen zijn.’ Die stelling klopt echter niet. In Roermond behaalde Bongaerts in de drie kiesdistricten samen 1510 stemmen; afgetrokken van het totaal hield hij nog 2274 stemmen over. Dat zijn er 202 minder dan Verheggen met zijn stemmenaantal van 2476 behaalde.
145 J.J.E. Corbey (Berg 7 juli 1855). Bericht in NMR van 21 mei 1910 en in NKO van 5 juni 1912.
146 Dit bedrag en dat de gedupeerden inwoners van Herten waren, werd vermeld in een bericht van het Nieuwsblad van het Noorden van 31 juli 1913. De Tijd van 18 juli 1913 noemde eenzelfde bedrag. Nieuws van den Dag voor Nederlandsch Indië van 12 maart 1913.
147 Faillissementen uit de Staatscourant in Tilburgsche Courant van 12 maart 1913; Algemeen Handelsblad van idem en Nieuws van den Dag voor Nederlandsch Indië van 12 maart 1913. Tot curator was benoemd: mr. A. van Heyst en rechter-commissaris was mr. F.J. Vos de Wael.
148 Leeuwarder Courant van 11 maart 1913.
149 Rotterdamsch Nieuwsblad van 23 juli 1913; eenzelfde bericht in De Telegraaf van 22 juli 1913.
150 ‘Rechtzaken. Ontrouwe notaris’ in Algemeen Handelsblad van 31 juli 1913 en ‘Notaris Corbey veroordeeld’ in Tilburgsche Courant van 31 juli 1913.
151 Een eerste advertentie van notaris P. Tijssen voor een openbare verkoop op 11 november verscheen in NKO van 31 okt. 1913. Bericht van overname van het kantoor van Corbey in NKO van 15 nov. 1913.
152 Bericht in NKO van 24 dec. 1913.
153 Bericht in Het Centrum van 10 nov. 1922 en ‘Vervolging van een notaris’, ibidem van 10 nov. 1922.
154 Zie verslag van de opening in NKO van 29 maart 1913. Burgemeester Schmitz zou ook nog eens ƒ 2.350 aan gemeenschapsgeld hebben opgenomen bij zijn schoonvader, destijds gemeente-ontvanger Fieten [vgl. ‘In de knop gebroken’, 17]. De kwestie sleepte zich nog vele jaren voort. Begin 1932 kwamen GS met het voorstel tot een minnelijke schikking. Toen zou het om ƒ2.600 gaan. Het raadslid mw. Loenders was sceptisch: ‘We krijgen toch geen cent’: ’t Is ein toesjerie gewais.’ De raad ging er uiteindelijk mee akkoord dat de voorzitter aan Fieten wilde vragen of hij tot een minnelijke schikking bereid zou zijn [‘St. Odiliënberg. Gemeenteraad’, NKO van 25 febr. 1932]. 
155 Voor de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog voor de landbouw en veeteelt in Limburg en voor de LCB, vgl: J.P. Planje, Vijftig jaar Limburgse Land- en Tuinbouw 1901 – 1951: ‘III De Limburgse landbouw tijdens de eerste wereldoorlog’, 113-138; J. Korsten, Standhouden door veranderingen, ‘3-5 Eerste wereldoorlog’, 46-49; L. Büchmann, ‘Levensmiddelendistributie in Nederland 1914-1918. Hoe heel het economisch leven in een harnas van bepalingen was gekneld’, in: W.G. de Bas (red.), Gedenkboek 1898-1923. Uitgegeven ter gelegenheid van het zilveren regeeringsfeest van hare majesteit koningin Wilhelmina der Nederlanden op 6 September 1923 (Voorschoten 1923), 575-584 en voorts: J.M.G. van der Poel, ‘Posthuma Folkert Evert (1874-1943)’, Biografisch Woordenboek van Nederland (BWN) 3 (Den Haag 1989), 466-468. Hieraan heb ik diverse gegevens ontleend bij het schrijven van de eerstvolgende alinea’s.

156 Jaak Slangen, Dao is nooit euver gekald gewaore! De familie Peters honderd jaar op de eeuwenoude Munnichshof (Zetten 2011), 18-19.
157 Jacq. Slangen, Autobiografische notities II (Herten, 15 maart 2005), IV. Burgemeester Reijnders hield een openbare verkoop van zijn vee en inventaris op Posberg op donderdag 2 april [Aankondigingen in NMR van 7, 14, 21 en 28 maart 1914]. In het voorjaar van 1916 vroegen de gebroeders Hennebrüder een stalmeid voor op Posberg [advertentie in NMR van 22 april 1916]. Op de dag voor Kerstmis 1919 kondigde L. Hennebrüder een ‘uitspanningsverkoop’ aan op Posberg voor op donderdag 15 jan. 1920 wegens vertrek [NKO van 24 dec. 1919].  Blijkens het Bevolkingsregister van Berg bevonden zich op Hoosden ‘1920-1930’: J. Hennebrüder die in 1922 terugkeerde naar Kempen en Peter Hennebrüder die in 1929 naar Kempen verhuisde.
158 Sophie de Schaepdrijver, De Groote Oorlog. Het Koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog (Amsterdam 2013)4, 112-113.
159 Jacq. Slangen, Autobiografische notities II, IV-V. Hij schreef ‘kapitein’; ter verduidelijking is de persoon met correcte militare rang van dat moment hier ingevoerd. Mijn peetoom schreef: ‘vuurlinie’; ik neem aan dat hij de IJzerlinie bedoelde.
160 Zie hiervoor de genealogie van www.pleunisinstallaties.nl Martin Pleunis (Molenbeersel 1895) begon als dealer van Simplex rijwielen. Weldra volgden loodgieterswerk, elektrisch- en gasinstallatiebedrijf. Bij het slaan van een waterput (ook een specialisme van zijn bedrijf) verongelukte zijn zoon Sjang. In 1931 verhuisde hij naar de Hoofdstraat in Berg, waar hij tevens een café en taxibedrijf exploiteerde en zijn vrouw een winkel voor huishoudelijke artikelen: ‘PottenpannenPleunis’.  
161 ‘Hoe er gesmokkeld wordt!’, De Roermondenaar van 22 sept. 1916.
162 ‘De Limburgse boeren’, De Roermondenaar van 19 okt. 1917; Korsten, Standhouden door veranderingen, 48.
163 Tweede deel van de titel van Büchmanns artikel.
164 Advertentie in NMR van 3 oktober 1916; ‘Uit Roermond’, De Roermondenaar van 6 okt. 1916.
165 ‘Opmerkingen van een Roermondenaar’, De Roermondenaar van 4 aug. 1916.
166 ‘Rijst in den duren oorlogstijd’, De Roermondenaar van 28 juli 1916; ‘ingez. – Historia’, De Roermondenaar van 1 sept. 1916 en ‘Treurige rijstgeschiedenis’, De Roermondenaar van 15 sept. 1916.
167 ‘De oorlog maakt vele zaken duur en een hoop artikelen, die in normale tijden weinig of geen waarde hebben, worden thans duur betaald. Zoo wordt er hier door verschillende opkoopers nog al geld gegeven voor eikels en wilde kastanjes. Dat is voor vele menschen een waar buitenkansje, maar heeft ook weer zijn kwaden kant; immers de boomen worden deerlijk gehavend en vooral onze mooie kastanjeboomen langs de wegen worden niet ontzien’ [‘Onbekend’, De Roermondenaar (3), 20-09-1917]. Kastanjes op de veiling deden ƒ18 tot ƒ20 per 100 kg; later ƒ20 tot ƒ22 per 100 kg, terwijl de walnoten (?) 45 à 58 centen de honderd stuks deden [De Roermondenaar van 16 oktober 1917].
168 Büchmann, ‘Levensmiddelendistributie in Nederland 1914 -1918’.
169 Interview van de auteur met mw. Maria Moors-Evers op 29 okt. 2002 in Berg. Dit fragment is ontleend aan: ‘In de knop gebroken: het kortstondige burgemeesterschap van A.H. Schmitz in Sint Odiliënberg (1917-1918)’, Roerstreek 36 (2004) [4-20], 8.
170 ‘Crisis-berichten. Controle ten plattelande’:
[Minister heeft opdracht gegeven aan ‘regeeringscommissarissen’] ‘... om bij iederen landbouwer de nog aanwezige hoeveelheden granen, peulvruchten en zaden op te nemen. Nauwkeurig zal worden nagegaan, hoeveel de landbouwer nog zal moeten leveren, daarbij op de hoevelheidt (sic!) die hem volgens de beschikking van 15 Augustus 1917 mocht worden gelaten van zijn paarden en vee tot 30 Juni e.k. Tegelijk zal worden onderzocht of de landbouwers nog andere granen, peulvruchten en zaden dan haver, gerst en boonen in voorraad hebben. Indien ja, dan moeten onmiddellijk maatregelen worden genomen voor de inlevering.
Van de landbouwers, die blijken niet aan hun verplichtingen te hebben voldaan, moet aanstonds opgave worden gedaan. Van hen zal in de eerste plaats rundvee worden gevorderd. Ook wordt gevraagd een opgave der burgemeesters die niet voldoende hebben meegewerkt tot een goede naleving der voorschriften in verband met de graaninzameling en de distributie.
Voorts is de regeeringscommissarissen opgedragen in streken waar ernstig wordt geknoeid, een organisatie in het leven te roepen die het mogelijk maakt bij alle molenaars, bakkers, handelaren en anderen, bij wie het noodig blijkt, huiszoeking te doen en te blijven doen en gebleken frauduleuze handelingen te straffen door invordering der heimelijk verzamelde hoeveelheden en uitsluiting van de medewerking aan de verwerking of van de distributie van regeeringsgoederen.
De minister heeft er met het oog op den zorgelijken toestand der voedselvoorziening op aangedrongen, dat de verzameling van de restanten graan en peulvruchten met energie zal geschieden’ [NKO van 20 april 1918].
171 RANB Den Bosch, 22 inv.nr. 315, rolno. 2124 A. Schmitz ‘valschheid in geschrifte en knevelarij’, Inventaris processtukken Arr. Rechtbank te Roermond inzake A.H. Schmitz beklaagd van ‘valschheid in geschrifte en knevelarij’. [Processtukken nr. 2 ‘Aanvullingsrapport’ op het rapport van 12 okt. 1917 van de inspecteur van de Vleeschvereeniging; vgl. ook: ‘In de knop gebroken,’ 9].
172 A.H. Schmitz beklaagd van ‘valschheid in geschrifte en knevelarij’, nr. 40; ontleend aan: ‘In de knop gebroken.’, 4.
173 Gemeente Roerdalen, Gemeentearchief Sint Odiliënberg, Persoonsarchieven nr. 356.35: dossier J. Kunst, ongedateerd afschrift van burgemeester Maessen uit begin 1920.
174 Interview met mw. J.M. Thissen-Croonenberg uit Herten op 14 jan. 2003.
175 Die uitroep werd toegeschreven aan E. Loenders-Geraedts – ‘Betje Loenders’ – het eerste vrouwelijke raadslid van Berg (van 1926 tot 1939).
176 De Roermondenaar van 18 aug. 1916 en ‘ingezonden: Benoembaarheid burgemeesters’, De Roermondenaar van 8 sept. 1916. Overigens bleef jhr. Van Aefferden tot 1956 burgemeester van Geulle.
177 H. Asma, ‘Limburg’s heden en verleden VIII’, De Roermondenaar van 5 april 1918. Asma geeft als datum 28 maart 1918. Die is hier weggelaten om verwarring te voorkomen. Hij stemt niet overeen met met de stukken die ik heb geraadpleegd.
178 ‘Vrijzinnige gevoelens op het Limburgsche platteland,’ Algemeen Handelsblad van 5 maart 1918.
179 H. Asma, ‘Limburg’s heden en verleden VII’, De Roermondenaar van 22 febr. 1918.
180 Geciteerd door H.J. Scheffer, November 1918. Journaal van een revolutie die niet doorging (Amsterdam 1971), 148.
181 Planje, Gedenkboek LLTB, 146.
182 M.G. Spiertz, ‘Poels, Hendrikus Andreas, hoofdaalmoezenier van sociale zaken’, BWN I (Den Haag 1979), 460-462; bij Scheffer, November 1918, 125.
183 Korsten, Standhouden door veranderingen, 48.
184 Planje, Gedenkboek LLTB, 117.
185 Sophie de Schaepdrijver, De Groote Oorlog. Het Koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog, 226.
186 F. Debrabandere, Woordenboek van familienamen in België en Noord-Frankrijk (Brussel 1993) 1358, Tasset, Tasté, Tessé, patroniem, vleivorm op – et van Istace, H.N. Eustatius. Vergelijk ook: geneanet.org: Tasset 50 pagina’s.
Genealogische data van fam. Tasset uit Neerpelt. Joannes Jacobus Tasset (Neerpelt 29-11-1816 – † Neerpelt 30 mei 1870) trouwde als 44-jarige op 21 jan. 1860 met Maria Elisabeth van der Heijden (Westerhoven 9 juli 1833 – † Neerpelt 24 april 1919). Ze kregen zes kinderen:
1. Joannes Jacob (Jaak) Tasset (Neerpelt 12-03-1861 – Hasselt † 14-07-1916) ongehuwd gebleven;
2. Petrus J. Tasset (4-6-1862) waarschijnlijk vroeg overleden;
3. Anna Maria (Neerpelt 06-6-1863 – † Neerpelt op 19-06-1932 na langdurig ziekbed). Op haar bidprentje werd zij ‘politiek gevangene’ genoemd. Ze trouwde op 10 jan. 1893 met met August C. Balis (14-3-1855). Ze kregen twee zonen: Jules (J.J.) Balis, (Neerpelt 27-06-1893 – † Neerpelt 26-06-1971) en Jaak (J.J.) Balis (Neerpelt 22-10-18.. – † Neerpelt ..-..-1968)
4. Petrus J (Pier) Tasset (Neerpelt 17-05-1865 – † 1930) – Hij woonde later in Bree (1920 na de verkoop van de boerderij), was dienstknecht, alcoholist, notoir schuldenaar, die in 1930 zelfmoord pleegde;
5. Maria Philomena (Josephina) Tasset (Neerpelt op 2-11-1866 – † Mortelshof 26-07-1953) trouwde op 17 juli 1903 te Linne (kerkelijk: in Neerpelt op 21 juli 1903) met Hermanus Slangen (Berg 10-02-1860 – † Mortelshof 25-01-1937)
6) Antonia Tasset (5-03-1869 – † 31-07-1871) [met dank aan Th. Balis, Landen (B.)].
187 In het persoonlijk archief van Th. Balis uit Landen (B.) bevinden zich enkele akten van persoonlijke leningen:
Op 11 mei 1843 koopt Jacob Tasset [akte van notaris E.H. Missotten Overpelt] bij openbare verkoop ‘huis en aangelegen schuurken, akkerlanden en bempden’ van ervens Didden: 1. het huisvelt [1 ha 40 are] voor 500 frs door Jacob Tasset ‘na afruimen der vruchten’ 2. perceel de langevooren [21 aren] > Mathijs Didden 3. perceel de kortevooren [17 aren] > Mathijs Didden 4. perceel de lochten [40 aren] > Peter Franssen 5. het heivelt [27 aren] > Mathijs Didden.
Op een en ander zitten nog lasten als leningen aan koopman Willem Clercx; voor den armen van Overpelt 6 francs, drie liters en 83 centiliters rogge, in hoofdsom geschat 10 francs voor Kerkfabriek Neerpelt en armen van Neerpelt. Jacob Tasset betaalde 593 frs en daarboven nog eens 1001 fr en 89 centimen.
Aan het einde van de akte staat geschreven dat koopman W. Clercx de 500 fr op 18 augustus 1847 heeft ontvangen die nog rustten op het boerderijtje.
Op 25 januari 1854 hebben Jacob Tasset en Marie-Josepha Tasset aangekocht een perceel hooiland, genaamd de Lochten [25 aren, 90 centiaren] voor 100 frc.
Op 20 november 1858 ging Jacob Tasset (zoon van wijlen Jakob Tasset en wijlen Anna-Marie Bels) een lening aan van 1400 frc van Jacob Tielen, grondeigenaar en herbergier te Kleine Brogel, tegen 5 ten honderd dus 70 fr per jaar. Bij wijze van onderpand: 1. huis met aangelegen tuin en bouwland [79 aren en 50 ca]; 2. perceel bosch- en bouwland [24 aren en 30 ca]; 3. perceel bosch- en bouwland [23 aren en 30 ca]; 4. helft van den zuidenkant van perceel bouwland groot in het geheel: 36 aren en 90 ca] 5. helft van den zuiden kant van een perceel bouwland, groot in het geheel 28 aren 30 ca; 6. perceel bouwland 8 aren en 80 ca en 7. helft van den noorden kant van een perceel bouwland 36 a en 20 ca; 8. helft van den zuiden kant van perceel bouwland 36 a en 50 ca; 9. helft van den westen kant van een perceel weide 26 a en 30 ca; 10. helft van een zuidenkant van een perceel hooiland 27 a en 70 ca; 11. perceel hooiland 25 aren en 90 ca.
In de marge van de laatste pagina van de akte: kapitaal met interesten voldaan op 16 september 1868; get. J. Tielen. 
188 Partic. Coll. Een kopie van de passagierslijst werd mij vriendelijk ter hand gesteld door Th. Balis uit Landen, waarvoor mijn hartelijke dank.
189 Partic. Coll., stukken bij Th. Balis uit Landen.
190 A. Vanneste, Kroniek van een dorp in oorlog: Neerpelt 1914-1918. Deel II (Deurne 1998), A/647 Vertaling van persoonlijke nota’s van Jefke Peeters A/647 onder <1> Neerpelt Tasset Jacques; Beide broers Balis zijn met portret opgenomen in ‘De lijst van milities’ in: Adelin Bilsen en Johnny Spooren, Leven tussen de pinhelmen. Deel II van Het epos van de draad (Neerpelt 1993) [245-289], 246-249. 
191 In het Centre Céramique, stadsbibliotheek van Maastricht, heb ik alleen het tweede deel van Vannestes Kroniek van Neerpelt kunnen raadplegen. Onder IV 1916. Doden vallen niet alleen aan het front ... behandelen de paragrafen 74 t/m 82 [395-448] opkomst en ondergang van de passeur Tasset. Later volgt nog 119. Na de oorlog met daarin de overbrenging van de stoffelijke resten van Jaak Tasset naar Neerpelt, enz. en een nabeschouwing.    
192 Vgl.: A. Claassen, ‘Vijftig jaar na zijn sloping ... Eerste IJzeren Gordijn liep door Limburg. De “Draad” van 1914-’18, herinnering aan mensenleed en – moed’, Het Belang van Limburg van za. 14 en zo. 15 dec. 1969. X. Lenaers, ‘IJzeren Gordijn in Limburg: een dodendraad van 2.000 volt,' Het Belang van Limburg 12-13 aug. 1989.
193 Overdruk van prof. A. Vanneste zonder plaats en zonder jaar; zie ook in: Tijdschrift van de Dexiabank, vol. 54, nr. 214 (april 2000) 39-82. Vgl. ook: A. Leblanc, ‘Dodendraad langs de grens. Lezing over draadversperring in Eerste Wereldoorlog,’ De Limburger van 7 juni 2008.
194 Het zou te ver voeren om de opbouw, bewaking en elektriciteitsvoorziening van de draad, als ook ontsnappingsmiddelen hier verder te volgen. Zie daarvoor de studie van Vanneste en/of de televisieuitzending van Andere Tijden. Vgl. ook de in 2015 uitgekomen aflevering De Doodendraad. Een vergeten WO-verhaal ...  uit de serie De groote Oorlog rond de kluis 1914-1918.
195 Voor de ‘guerilla-oorlog’ van generaal Emile P. Deschepper zie: A. Claassen, ‘Vijftig jaar na zijn sloping ... Eerste IJzeren Gordijn liep door Limburg. De “Draad” van 1914-’18, herinnering aan mensenleed en – moed’, Het Belang van Limburg van 14 en 15 dec. 1969; ‘De Achelse Kluis. Herinneringen uit den Oorlog’, NKO van 22 aug. 1936. Vgl. ook de in 2014 uitgekomen aflevering Van generaal Deschepper tot de Achelse Kluis. Een ongekend WO-I-verhaal ... uit de serie De Groote Oorlog rond de kluis.   
196 Louis Sterken, ‘De “passeurs” speelden het klaar’, Spionage I. Het epos van de draad (reprint Neerpelt 1993) [56-59], 56-57. Vgl. ook de in 2016 uitgekomen aflevering Spionage. Een ongekend WO-I-verhaal ... uit: De Groote Oorlog rond de kluis.
197 Biografische notities van Het Verzet III. Het epos van de draad. Die van Johan Moonen zijn te vinden op pag. 186; van Jefke Peeters op 151-157; van Louis Loos op 185-185; van Guillaume Ballings op 160-161; van Adriaan Oeyen op 187; van Henriëtte Bernaerts op 162-163; van Frans Meys op 186 en Fons Cuyvers op 174.
198 ‘Oude Maat’-kanneke’, Spionage I. Het epos van de draad, 84-85.
199 De originele brief heb ik geschonken aan Th. Balis in Landen om ervoor zorg te dragen dat deze bij de overige brieven van Jaak Tasset wordt gedeponeerd.
200 Fam. Archief, brief van Jaak Tasset aan H. Slangen-Tasset Mortelshof van 6 dec. 1915.  
201 De zestien brieven zijn geschreven tussen 12 nov. 1914 en 9 april 1916. Ze zijn afgedrukt in Het verzet. Deel III van Het epos van de draad 122-150.
202 De Schaepdrijver, De Groote Oorlog, 127.
203 Afkomstig uit het familie-archief Balis bij Th. Balis in Landen. Voor –en achterzijde staan ook afgedrukt in Vanneste, Kroniek van een dorp. II, 444. Vanneste wist evenwel niet dat de ‘Nederlandse vrienden’ en een ‘contactpersoon in Linne’ – Manus Slangen en Josefien Slangen-Tasset – zwager en zus van Jaak Tasset waren.  
204 Pas in 1925 werd haar dochter rechtgedaan door toekenning door de Belgisch staat van een schadeloosstelling van 1744 fr. [Doorslag van] De uitspraak van de Rechtbank voor Oorlogsschade te Hasselt, 2e Kamer op de zitting van 20 maart 1925 aan Anna Maria Tasset voor het geld dat de Duitsers bij twee huiszoekingen hebben meegenomen: 872 fr. en 873 fr., totaal 1744 fr. [Stukken uit het familie-archief Balis bij Th. Balis in Landen].
205 Leven tussen pinhelmen II. Het epos van de draad, 153.
206 De Schaepdrijver, 125.
207 Ibidem, 135.
208 Leven tussen pinhelmen II. Het epos van de draad, 158.
209 Vanneste II, 442.
210 Jacq. Slangen, ‘Autobiografische notities II’ (Herten 15 maart 2005), IV.
211 Jacq. Slangen, ‘Autobiografische notities II,’ IV.
212 Deze verklaring bevindt zich in het familie-archief Slangen. Ze is gedateerd op 23 december 1917. Kommandantur des Bezirks Neerpelt met J.-No. 6419/17.
213 Jacq. Slangen, ‘Autobiografische notities II,’ IV.
214 Een kopie heb ik gekregen van Theo Balis uit Landen (B.), waarvoor mijn hartelijk dank.
215 Louis Sterken, Het epos van de draad (Neerpelt 1993). In dit boek zijn verscheidene passages aan Jaak Tasset gewijd: als ‘passeur’ (56-57); zijn aanhouding (88-94); zijn testament en laatste brief (106-112) en zijn herbegrafenis (116-117). In het tweede deel: Adelin Bilsen en Johnny Spooren, Leven tussen pinhelmen (Neerpelt sept. 1993) staat een portret van hem afgedrukt, dat in de naar hem genoemde lagere school hangt in de Jaak Tassetstraat (‘Kanaalstraat’) in Neerpelt. Op 25 augustus 1919 vond de overbrenging van Kuringen en herbegrafenis van de stoffelijke resten van Jaak Tasset te Neerpelt plaats [twee foto’s van de stoet staan in Sterkens boek op pag. 117 en een groepsfoto op pag. 306; vgl. ook Vanneste II, 627-629].
216 Peeters bracht met achterlating van zijn gezin de laatste veertien maanden van de oorlog door in Hotel de la Station in Roermond (vgl. Mijn reis naar Holland), de geboorteplaats van Louis Raemakers (1869-1959) die met zijn politieke prenten tegen de oorlogszuchtige Duitsers internationale bekendheid zou krijgen.
217 De priester E.H. Ballings was in september 1917 ter dood veroordeeld, maar zijn vonnis werd op voorspraak van de paus en de koning van Spanje omgezet in levenslange gevangenis die hij heeft uitgezeten in Werden aan de Ruhr [biografische notitie Ballings in Het verzet III. Het epos van de draad, 160-161].
218 Loos vluchtte in juni 1917 naar Nederland; zijn vrouw werd enige maanden vastgezet en zijn bezittingen werden verkocht [biografische notitie Loos in Het verzet III. Het epos van de draad, 185].
219 Spionage I. Het epos van de draad, vgl. de groepsfoto op 306-307.
220 Op 3 juli 1916 oordeelde het militair tribunaal in Hasselt haar ‘niet schuldig voor hun broeder, werd veroordeeld en haar onpartijdig bevonden.’ Zij zou ook een medaille van de Britten hebben gekregen vanwege haar hulp bij de spionage van haar broer.
221 Op 16 oktober 1921 werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar de voet van het nieuwe oorlogsmonument, H. Hartbeeld op het oude kerkhof van Neerpelt [vgl. ook foto’s bij Vanneste II, 642]. Ook hiervan schreef Ballings een brochure Ter herinnering aan de onthulling van het monument van Jaak Tasset (Neerpelt 1921) met daarin ongewijzigd opgenomen diens eerdere brochure uit 1919. 
222 Jacq. Slangen, ‘Autobiografische notities II,’ IV.
223 ‘Jaak Tasset gaf zijn leven voor zijn vaderland’, Het Belang van Limburg van ± 6 januari 1973.
224 Vanneste II, 395.
225 Fam. archief Slangen. Daarin bevinden zich twee met de handgeschreven afschriften (beide met de datering ‘13 Junie 1916’): een anoniem en een van de hand van H.M. Walbers, de toenmalige burgemeester van Neerpelt, van het testament van Jaak Tasset. Walbers stuurde Manus Slangen ook een kopie van Jaaks’ laatste brief aan zijn moeder, gedateerd 13 juli 1916. In de kort na de Eerste Wereldoorlog verschenen brochure van professor E. H. Ballings (een van zijn collega’s in de Cereal Company) staat een samenvatting van het testament van Jaak Tasset (26-28) gedateerd op het meer logische: ‘Hasselt den 13 juli 1916’. Waarschijnlijk was het een verschrijving van Jaak Tasset. De datering van 13 juli wordt ook overgenomen door Louis Sterken, Spionage I. Het epos van de draad, 106-112.
226 Uitspraak van Jef Peeters in Het verzet III. Het epos van de draad: ‘Tasset Marie’, 121. Vgl. ook Vanneste II, A/647: ‘<3> Tasset Marie.’
227 Fam. archief Slangen. Herman Slangen en Jozefien Tasset kregen bericht van notaris dr. Paul Eyben uit Hamont dat verkoop van de boerderij (Zonhoek 2) pas zou kunnen plaatsvinden nadat er een vonnis was geveld ter bevestiging van een afwezigheidsverklaring van August Balis. Broer Pieter Jan (Peer) Tasset heeft zijn zus Jozefien een volmacht gegeven. Peer was in 1919 werkzaam als werkman in Noordbrabantse Bergeijk. In de akte wordt ook gewag gemaakt van de afwezigheid van August Balis. Akte verleden door notaris dr. Paul Eyben uit Hamont op 18-11-1919.
228 Fam. archief: op 28 nov. 1919 deden Manus en Jozefien een aanbetaling van 15.300 fr. Daarnaast nog te ontvangen een som van 335.50 fr. als aandeel in overgenomen meubelen. Op 10 april 1920 werd de lening afgelost die weduwe E. Tasset-van der Heijden en Jaak Tasset op 1 juli 1913 waren aangegaan tegen 4% bij de priester P.C. Ceelen (Lille, St Hubert). Het kapitaal was toen nog groot 2400 fr + 100 fr. interest.
229 Stukken m.b.t. oorlogsschade in het familie-archief bij Th. Balis in Landen.
230 Fam. archief, dossier Neerpelt: kwitanties en akten: 28-04-1924 (notaris A. Krooneberghs Overpelt): 15 à 20 ca bouwland van weduwe Johanna H. Van Hees-Giesberts voor 1600 fr.; 06-05-1926 kwitantie 5865 fr.; 07-04-1927 kwitantie 749 fr. voor 7000 in Steeg 107; 17-11-1927 kwitantie 3180 fr.; 19-03-1928 kwitantie 2436 fr.; 29-12-1928 notariële akte verkoop van bouwland 40 are 40 ca door handelaar P.J.M. Jansen tegen 14.000 fr. en op 09-08-1934 notariële akte (mr. Fl. van Elst Neerpelt) 85 are bouwland op de Hooge Heide van landbouwer J.M. van Moll voor 10.000 fr.
231 Fam. archief, Akte van scheiding en deling verleden door notaris P. Tijssen Sint Odiliënberg op 20 juni 1956.
232 P. Reumers, ‘De wegkruisen en kapelletjes van St. Odiliënberg’, Roerstreek 16 (1984) [52-71], 59-60: dankkruis bij Mortelshof. Peter Nissen en Koos Swinkels, Monumenten van vroomheid. Kruisen, kapellen en vrijstaande heiligenbeelden in Limburg (Zutphen 2004).
233 ‘Lerop – St. Odiliënberg.’ in: NMR van 24 mei 1917.
234 Wegkruisen en kapellen – www.putlerop.nl
235 Voor de familienaam Tasset zie F. Debrabandere, Woordenboek van familienamen in België en Noord-Frankrijk (Brussel 1993) 1358, Tasset, Tasté, Tessé, patroniem, vleivorm op – et van Istace, H.N. Eustatius. Vgl. ook: geneanet.org: Tasset, 50 pagina’s.
236 Louis Sterken, Het epos van de draad (Neerpelt 1993): Jaak Tasset, ‘passeur voor de Cereal Company’ (56-57); ‘verraad’ (88-94); ‘Jaak Tasset, de hoofdheld van ‘Het epos van de draad’ (97-112) met publicatie van zijn testament en laatste brief aan zijn moeder.’
In Neerpelt, aan het kapelletje van Lenskens (hoek Volmolenstraat – Broeseinderdijk – Kempens Kanaal) bevindt zich een gedenksteen waarop Jaak Tasset ‘passant’ wordt genoemd. Deze plaats moesten hij en anderen passeren om het centrum (via de toenmalige Kanaalstraat, thans de Jaak Tassetstraat) te bereiken.
237 L. Sterken, Het epos van de draad, 56-57.
238 Peter Nissen, ‘De kerkelijke en religieuze cultuur rond monumenten van vroomheid’, in: P. Nissen en K. Swinkels, Monumenten van vroomheid. Kruisen, kapellen en vrijstaande beelden in Limburg, 119-126.
239 H. Renes, ‘Kruisen in het landschap’ in: Nissen en Swinkels, Monumenten van vroomheid. Kruisen, kapellen en vrijstaande beelden in Limburg [159-165] 163.
240 Interview van de auteur met ir. L. Korsten op 26 augustus 1995, pag. 3 en 6.
241 Partic. Coll. Oorlogsdagboek van Harie Mulders, ‘De belevenissen op en om Posberg. (…)’, 3.
242 Matheu Bemelmans, Kruisen en kapellen. 12 Limburgse rondwandelingen langs religieus erfgoed (Maastricht 2014) [63-68], 67.
243 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 18.
244 Ibidem, 18.
245 Jacq. Slangen, ‘Tweede versie van zijn autobiografische herinneringen’ (typoscript, Herten 15 maart 2005), V. Een bijna identieke situatie beschrijft J.M.G. van der Poel in Oude Nederlandse ploegen (Arnhem 1967), 4.
246 Jaak Slangen, Dao is nooit euver gekald gewaore! De familie Peters honderd jaar op de eeuwenoude Munnichshof, 20.
247 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 21.
248 Vgl. hun advertentie met hoogstamfruitbomen in de NKO van 10 jan. 1931 bijvoorbeeld. Later leverden zij uitsluitend NAK-gekeurde bomen.
249 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 13.
250 Ibidem, 13.
251 Ibidem, 13-14.
252 De Opening van de LLTB-Fruitteeltschool in Maastricht in NKO van 6 jan. 1933; bericht van geslaagden aan de Fruitteeltschool in NKO van 12 en 19 febr. 1935.
253 Diploma’s aan de Fruitteeltschool in Maastricht in LKO van 23 jan. 1936 en in de NKO van 25 jan. 1936.
254 ‘St. Odiliënberg. Limburgsche bekroningen’ in Limburger Koerier van 16 okt. 1937 en een bericht in De Nieuwe Koerier van 12 okt. 1937.
255 Tweede interview met Jacq. Slangen van 10 jan. 1996, 21.
256 Idem, 1996, 16-17; vgl. ook diens ‘Autobiografie II,’ 2.
257 Ir. A.H. Crijns, ‘Varkens- en pluimveehouderij en –fokkerij’ [307-317] in A.H. Crijns en F.W.J. Kriellaars Gemengd landbouwbedrijf op de zandgronden in Noord-Brabant 1885-1930 (Tilburg 1992), 311.
258 ‘Grote verandering was gekomen in de wijze van huisvesting. Boeren hadden geleerd, dat de dieren veel zonlicht en een zindelijke omgeving nodig hadden. Bij droog weer moesten ze naar buiten kunnen en bij koud en nat weer moest er nog wat scharrelruimte zijn. Hiertoe werden in het zandgebied veel hokken, geschikt voor ongeveer honderd kippen, geplaatst die voorzien waren van flinke ramen die bij voorkeur op het zuiden of zuidoosten waren gericht. Deze ‘model-hokken’ moesten bovendien voorzien zijn van goede legnesten en een goed nachtverblijf en ze moesten gemakkelijk gereinigd kunnen worden. Ook de voeding werd aanmerkelijk verbeterd door de invoering van samengestelde mengvoeders’ [Crijns, ibidem, 310].  
259 Crijns, ‘De betekenis van het land van Cuyk en Roosendaal-Wouw voor de rundveefokkerij’ [299-303] in A.H. Crijns en F.W.J. Kriellaars Gemengd landbouwbedrijf op de zandgronden, 300.
260 Crijns, ‘X. Rendement en financiële resultaten’ b. pluimveehouderij [355-356] in Crijns en Kriellaars Gemengd landbouwbedrijf op de zandgronden, 356.
261 Ibidem, 300-301.
262 Limburgsche Landbouwbond, Catalogus van de Groote Landbouwtentoonstelling te houden 15, 16 en 17 Juni 1909 te Roermond onder Eere-voorzitterschap van Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden (Roermond 1909), 47-49, 51, 56-58 en (advertentiegedeelte) 145.
263 ‘Louis Haan †’ (1869-1938) in NKO van 12 jan. 1938.

264 ‘Posterholt’ in NKO van 6 juli 1912.
265 R. Theunissen, ‘Het kasboek van de stierhouderij Linne 1924-1953’, Roerstreek 26 (1994), 43-46.
266 J.J.C. Ament, ‘Schets van de ontwikkeling van het landbouwbedrijf op de zandgronden van Noord-Limburg, het Land van Weert en het Peelland’, in: Staatscommissie voor den Landbouw, Schetsen van het landbouwbedrijf in Nederland (Den Haag 1912) [449-464], 454.
267 Ament, ibidem, 455.
268 Jacq. Slangen, ‘Autobiografische notities II,’ VIII-IX.
269 ‘Springstieren St. Odiliënberg’ in NMR van 20 april 1926.  
270 Bericht in NMR van 28 april 1928.
271 Bericht in Limburger Koerier van 1 sept. 1928.
272 Ibidem.
273 ‘St. Odiliënberg. Stierenkeuring’ in NMR van 5 april 1929.   
274 ‘St. Odiliënberg. Stierenkeuring’ in NKO van 7 maart 1931.
275 ‘St. Odiliënberg. Stierenkeuring’ in NKO van 21 april 1933.
276 Bericht in NKO van 9 mei 1934.
277 Adriana’s Sjoerd en Jenny’s Sjoerd op ‘Fokveedag Heijthuijsen’, NKO van 1 sept. 1934.
278 ‘Fokveekeuring in Merum’, NKO van 4 sept. 1934.
279 ‘Bekroningen Jongvee St. Odiliënberg,’ NKO van 28 aug. 1935.
280 ‘Fokveekeuring in Merum,’ NKO van 3 sept. 1935.
281 Op de keuring van maandagochtend 21 sept. 1936 behaalden de gebroeders Slangen van de 20 categorieën in I Stierkalveren – 2e prijs Jenny Sjoerd; V Stieren – 2e prijs Truida’s Sjoerd; VIII Runderen: 1a Rosa, 2a Tonia, 2b Gerda en 2c Dora; X Vaarzen (1933) – 2e prijs Tila; XI Vaarzen (1933) – eervolle vermelding: Sjoerd; XII Vaarzen (1932) – 2e prijs: Marie; XVI Koeien (vóór 1931) – 2a: Jenny en XVII Koeien vóór 1931) – 1e prijs Lize en eervolle vermelding Brigida [‘Land- en Tuinbouwtentoonstelling te St. Odiliënberg. Jongveekeuring’ in NKO van 22 sept. 1936].
282 Bericht in NKO van 28 okt. 1936.
283 Bericht in NKO van 29 mei 1937.
284 Bericht in NKO van 2 juni 1939.
285 Jacq. Jaspar, ‘De M.R.IJ.-fokkerij in Limburg. De laatste twintig jaren,’ NKO van 14 sept. 1937.
286 ‘Eerste Limburgsche Centrale Fokveedag. Het puik van Limburgs vee bijeen’, NKO van 16 sept. 1937.
287 Fam. Archief, Verkoop van J.H.E.H. Geradts, oud-burgemeester van Posterholt van ’t Bat (weiland van 4.33 ha) aan de gebroeders Slangen te Linne voor ƒ 6.500 op 28 febr. 1934 (en voor de Canadas nog eens ƒ700).
288 Vgl. ‘Populus’ in lemma in Veenman’s Agrarische Winkler Prins III, 270-272 en Ir. A.H. Crijns, ‘Canada’s’ in Crijns en Kriellaars Gemengd landbouwbedrijf op de zandgronden, 217-219.
289 Ament, ‘Schets,’ 461.
290 Jacq. Timmermans, ‘Veefokkerij in Limburg’, NMR van 14 juni 1924.
291 J.H. Delhoofen, ‘De koestal’, NKO van 8 nov. 1930. Op het belang van dagelijks mesten wees hij in ‘De waarde van stalmest,’ NKO van 22 juni 1935.
292 Crijns wijdde een aparte paragraaf aan stalverbetering en de verbouwing van potstallen in Gemengd Landbouwbedrijf op de zandgronden [332-341], 334.
293 RACM, BWB, dossier Mortelshof: Beitler en J. Doornekamp, ‘Taxatierapport oorlogsschade aan boerderijen’ van 1 juli 1948.
294 Gerh. Krekelberg, ‘Limburg, het land van oude boerderijen. De hoeve Overen te Odiliënberg’: ‘A. Timmermans […] kan er zich tevens op beroemen de stoot te hebben gegeven aan [tot] ’t machinaal melken, welke melkmachine (Westfalia) thans in veel groote boerenbedrijven in gebruik is’ [LKO van 13 juni 1931].
295 In de bedrijfsinventaris voor de afspanningsverkoop voor A. Timmermans op Overen op 10 maart 1938 door notaris Tijssen werd eveneens een Westphalia melkmachine genoemd [NKO van 5 maart 1938].
296 Interview met ir. L. Korsten in Lelystad op 26 aug. 1995 [pag. 15] en in een brief aan de auteur van 26 febr. 1996.
297 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten 10 jan. 1996, 26.
298 Fragment uit getranscribeerde interview met ir. L. Korsten in Lelystad op 26 aug. 1995, 13-14.
299 De brief staat afgedrukt in: A.J. Hutschemaekers, Gedenkboek ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Vereniging van Voortgezet Onderwijs in Limburg, 15.
300 Jan van Lieshout, ‘Negentig jaar landbouwonderwijs in onze provincie’ in: Limburgsch Dagblad van 14 juni 1986.
301 De moeizame pensioenregeling voor Corten kwam zelfs nog in de Tweede Kamer ter sprake.
302 A.J. Hutschemaekers, Gedenkboek ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Vereniging voor Voortgezet Onderwijs in Limburg, 19.
303 Jacq. Slangen, ‘Autobiografische notities I’ (Roermond Camillus 25 jan. 2004), 3. Jacq. Slangen ging met de fiets naar het station Maasbracht Beek om daar een trein naar Sittard te nemen en v.v.
304 J. Timmermans, ‘De voordeelen van leelijk weer’, NMR van 6 sept. 1924.
305 Jan van Lieshout, ‘Negentig jaar landbouwonderwijs’, Limburgsch Dagblad van 14 juni 1986.
306 Hutschemaekers, Gedenkboek Voortgezet Onderwijs, 47-48. De LLTB kocht het monumentale pand aan van de erven Milliard voor de som van ƒ35.000.
307 ‘Opening Landbouwwinterschool’, Limburgsch Dagblad van 24 en 25 oktober 1925. Mgr. dr. P. Mannens, vicaris-generaal van het bisdom, zegende de school in en jhr. Ruijs de Beerenbrouck zou de school op maandag 29 oktober 1923 openen. In zijn plaats kwam mr. E. baron van Hövell tot Westerflier, commissaris van de Koningin, die verheugd constateerde, ‘dat de school een katholiek karakter heeft gekregen, omdat zij daardoor meer zal beantwoorden aan het doel en de eischen die de Limburgsche landbouwstand aan ’t onderwijs stelt, die haast uitsluitend katholiek is.’ [‘Opening R.K. Landbouwschool te Roermond’, De Tijd van 30 okt. 1923].
308 Voor een kort biografisch portret zie J. Korsten, Standhouden door veranderingen, 100.
309 Planje, Gedenkboek LLTB, 240.
310 Hutschemaekers, Gedenkboek, 47-48 en Bles, Gedenkboek met daarin de bijdragen van ir. Bemelmans (17-19) en H.J.H. Linssen (20-22).
311 De geslaagde leerlingen zijn te vinden in Limburgsch Dagblad van 11 april 1925 en LD van 6 april 1927.
312 ‘De R.K. Landbouwwinterschool te Roermond’ [geciteerd uit: R.K Boerenstand] in: Limburgsch Dagblad van 17 nov. 1923.
313 Van Lieshout, Negentig jaar landbouwonderwijs’, Limburgsch Dagblad van 14 juni 1986.
314 Paulus Crins, Salesiaan uit Leveroy, in zijn terugblik in: J.Ch. Bles, Gedenkboek 25-jarig jubileum van de Rooms-Katholieke Landbouwwinterschool van de LLTB Roermond (Roermond 1948), 29.
315 Vgl. ‘R.K. Landbouwwinterschool te Roermond’, Verslag van den Limburgsche Land- en Tuinbouwbond over 1932 (Roermond 1932), 29-30.
316 Jan van Lieshout, ‘Biechtvader der boeren in de VUT’ [Jac Coenen] in Limburgsch Dagblad van 7 juni 1986.
317 Ir. W.J. Dewez, ‘Het landbouwonderwijs in Limburg I’, Limburger Koerier van 13 febr. 1940.
318 Dewez, ‘Het landbouwonderwijs in Limburg II’, Limburger Koerier van 14 febr. 1940.
319 Prof. Ir. W.J. Dewez, ‘De school aan de Steegstraat’ – (Wageningen November 1948) in: J.Ch. Bles, Gedenkboek 25-jarig jubileum van de Rooms-Katholieke Landbouwwinterschool van de LLTB Roermond (Roermond 1948), 24-25.
320 Van Lieshout. ‘Negentig jaar landbouwonderwijs in onze provincie’ in: Limburgsch Dagblad van 14 juni 1986; ‘Ir. Bles neemt afscheid van de Landbouwschool,’ Limburgsch Dagblad van 21 jan. 1965.
321 Dr. Ir. D.S. Huizinga, ‘Enkele korte herinneringen’ – (Den Haag October 1948) in Bles, Gedenkboek Landbouwwinterschool, 31-32.
322 L.H. Kupers, ‘De jongens van de Winterschool’ – (Roermond Nov. 1948) in Bles, Gedenkboek Landbouwwinterschool, 26-27.
323 A. Derks, ‘Wat leerde ik op de R.K. Landbouwwinterschool’ – (Roggel Dec. 1948) in Bles, Gedenkboek Landbouwwinterschool, [37-38] 37.
324 Huizinga bij de diploma-uitreiking in 1939. Vgl. ‘Een der gewichtigste instellingen voor den boerenstand,’ NKO van 5 april 1939.
325 Dewez, ‘Vooruit ligt de weg’ in: LKO van 13 febr. 1940 (terugblikkend op de crisis en bij wijze van introductie van zijn drieluik over het landbouwonderwijs in Limburg).
326 Bemelmans in Bles, Gedenkboek, 18 en in ‘Een der gewichtigste instellingen voor den boerenstand,’ NKO van 5 april 1939; Droesen in Bles, Gedenkboek, 34.
327 H. Linssen: uit enquête van ir. J.Ch. Bles in Bles, Gedenkboek, 22:
‘Van 526 oud-leerlingen [van de 571 gediplomeerden] zijn gegevens bekend. 145 werden zelfstandig boer, 161 werken op ’t ouderlijk landbouwbedrijf en proberen zelfstandig boer te worden, 16 zijn fruitteler, 6 tuinder en 1 exploiteert een kippenbedrijf, 195 oud-leerlingen aanvaardden een betrekking op landbouwgebied, waarvan we er hier enkele noemen:
Directeur Zuivelfabriek 3, assistent Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst (landbouw, tuinbouw, zuivel, grond- en pachtzaken): 53, ambtenaar Landbouwhuis 9, C.C.D. 8, Landbouwherstel 7, Ned. Heide Mij 5; Inseminator 10, Zaakvoerder L.L.T.B. 9, Zuivelorganisatie 5, Rentmeester 6, Bedrijfsleider 9, Inspecteur Varkensstamboek 1, N.A.K. 2, Secretaris Veiling 1, Inspecteur Limco 1, Planten-ziektenkundige Dienst 2, Zaadhandel 9, N.O.P. 5, Controleur Veeverbetering 3. Andere functies 21. Een werd priester, een burgemeester en 7 vertrokken naar het buitenland.  
Ongeveer de helft der oud-leerlingen vervult momenteel een bestuursfunctie in het Landbouw-verenigingsleven; een aanzienlijk aantal hiervan mag tot de voormannen op landbouwgebied worden gerekend.’
328 Bles, Gedenkboek, 39.
329 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 januari 1996, 22-23.
330 Uit de brief van Jacq. Slangen van 14 maart 1996 aan de schrijver.
331 Advertentie van H. Janssen van Son in MAR van 2 nov. 1901.
332 ‘Ruwe en opgeloste Peru-Guano’ in NKO van 15 febr. 1902.
333 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 14-15.
334 Publieke verkoop op 2 april 1914 ‘ter hoeve Postberg’, onder punt 7 in NMR van 7, 14, 21 en 28 maart 1914.
335 N.H.H. Addens, Zaaizaad en pootgoed in de Nederlandse landbouw [diss. Wageningen 1952] (aren knippen) 82 en (poters van de ‘stoelen’), 78.
336 De afdeling Horst van de Maatschappij van Landbouw in Limburg (MLL) in 1856 bijeen in het raadhuis van Horst in De Landbouw [jrg. 1 nº 23 van 20 sept. 1856] geciteerd door Addens, a.w., 43-44.
337 Addens, 27-28.
338 Addens, 78.
339 ‘Aardappelziekte’ in NKO van 2 nov. 1901 en een vervolgbericht in NKO van 7 nov. 1901.
340 Addens, 48.
341 ‘Waarschuwing’ voor het nieuwe aardappelras Oogst Eye in: NKO van 20 nov. 1913. J.H. Delhoofen noemde aan oude rassen: Magnum Bonum (Magerbonen), Blauwen, Roermondsche Rooden, Vreeschaal en Milord. ‘Toen kwamen Paul Krüger, Frisius, Groninger Krom. Ze zijn van ook van het toneel verdwenen om plaats te maken voor Eersteling, Bintje, Roode Star, Eigenheimer, Industrie, e.a. [‘Van welkome vreemdeling tot zorgenkind,’ NKO van 11 dec. 1937].
342 Addens, 78.
343 Addens, 99-100.
344 J.P. Planje, Vijftig jaar Limburgse Land- en Tuinbouw. LLTB 1901-1951 (Echt 1951), 103.
345 Advertenties in NKO van 11 febr. 1905.
346 Advertentie van Mulders in NKO van 4 maart 1905 en die van Tinnemans in NKO van 21 maart 1905.
347 Advertentie in NKO van 25 nov. 1905.
348 Naus in NKO van 24 febr. 1912, Adolf in NKO van 2 maart 1912 en Sampers in NKO van 6 april 1912.
349 Advertentie in NKO van 10 april 1912.
350 Advertenties van H.J. v.d. Loo en weduwe Wulms, beide in de NKO van 20 april 1912.
351 Jacq. Slangen behaalde het diploma van de Rijkslandbouwwinterschool in Sittard in 1924, Sjeng dat van de rk Landbouwwinterschool in Roermond in 1925 [bericht in Limburgsch Dagblad van 11 april 1925] en Peter dat van de rk Landbouwwinterschool in Roermond in 1927 [bericht in Limburgsch Dagblad van 6 april 1927].
352 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 19.
353 Een andere versie in typoscript van Jacq. Slangen uit 2004, pag. VII luidt:
‘… nu kwam hij [= Kupers] met een tiental gerooide aardappelstruiken van het ras Industrie. Hij had op verschillende percelen de gezondste uitgezocht. De aardappels van deze struiken werden bij ons naast elkaar uitgeplant. ’t Resultaat was bedroevend: alle planten waren ziek, maar de opbrengst van deze planten was beduidend hoger dan van ’t veldgewas. Dit was door en door ziek: bladrol en mozaïek.
In West-Brabant waren enkele boeren verder met hun selectie. Zij hadden van een Duitse kweker pootgoed gekregen en waren nu zo ver dat hun selectie in A werd gekeurd. Via de selectievereniging kregen wij toen ook pootgoed van deze kwekers. Wij zijn toen begonnen met de selectie van de rassen Eersteling, Bintje en Industrie. Met de twee eerste rassen hadden we geen moeite ze in klasse A te handhaven, met de Industrie lukte dat slechts een keer. Na ’t eerste jaar werd ’t areaal uitgebreid en werd de Eigenheimer eraan toegevoegd. In de tussentijd hebben we nog geprobeerd Julimuizen en Platte van Alken te selecteren, maar dit is ten dele gelukt.
In deze periode hebben we vele excursies gehad van omringende Jonge Boeren, maar ook vanuit Frankrijk en België.’    
354 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 19.
355 Partic. Coll. ‘Notulenboek Jonge Boeren van Sint Odiliënberg (DEVO)’ (8 juni 1924 - 2 jan. 1934): ‘Buitengewoon vergadering op 14 October 1928: Vervolgens gaf de Secr. kort verslag van het aardappelproefveld, waar aan door de Vereeniging een winst werd gemaakt van ƒ 57.87. De Voorzitter stelde voor de Gebrs. Slangen die 30 gld vraagde [vroegen] voor bemesting, huur en werkzaamheden proefveld 35 gld toe te staan, het welk de vergadering goed keurde. De Gebrs. Slangen deelde[n] even wel mede de vijf over te laten aan den kas, waarvoor de geestelijk adviseur hen dankte.’
356 W. Droesen, ‘Een Vereeniging van Zaad- en Pootgoedtelers in Limburg. Oprichtingsvergadering zaterdag 13 April om 2 uur Landbouwhuis Roermond,’ NMR van 11 april 1929.
357 Ibidem.
358 Addens, 151.
359 ‘Vereeniging van Zaad- en Pootgoedtelers in Limburg Z.P.L.’, NMR van 15 april 1929.
360 R.W. Janssen (dir. RK Landbouwinstituut te Roosendaal en ondervoorzitter van de NAK), ‘In kalmer water voorwaarts’, Vierde blad in de Limburger Koerier van 23 juli 1932, 23.
361 Kupers met een lezing over aardappelziekten in NMR van 11 juli 1929.
362 J.H. Delhoofen, ‘Aardappel-Pootgoed’, NKO van 19 juli 1930.
363 J.H. Delhoofen, ‘Geschiedenis van den aardappel’, NMR van 6 juli 1929.
364 Bericht in NKO van 12 juli 1930. Landbouwleraar Kupers organiseerde een excursie voor J.B. naar het pas begonnen selectiebedrijf van Quadvlieg-Broos in Beegden, ‘Excursie Jonge boeren’, LKO van 1 juli 1930.
365 Voor een verslag van de oprichting: ‘L.L.T.B. Selectie-Vereeniging Roermond’ waarin P. Slangen, Linne abusievelijk ‘Th. Slangen St. Odiliënberg’ werd genoemd [LKO van 17 dec. 1928]. In een later artikel ‘Vereeniging van Zaad- en Pootgoedtelers werden M. Burger uit Echt als voorzitter en P. Slangen uit Linne als secretaris aangeduid [LKO van 27 maart 1931].
366 Op een vergadering van de ‘Roermond-Selectievereeniging L.L.T.B. Wratziekte en prima pootgoed’ [LKO van 5 nov. 1928] kaartte P.J. Jacobs de kwestie aan en en diende zelfs een motie in
‘om teleurstelling uit te spreken over den Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen, welke aardappelen, afkomstig van met wratziekte besmette velden, deed vervoeren naar streken waar de ziekte nog niet voorkomt en zoodoende ernstig besmettingsgevaar voor deze streken medebrengt. In ons land zijn in dit opzicht nog geen strenge maatregelen getroffen; In het buitenland wel: Duitschland en België verbieden bijv. de invoer van aardappelen, afkomstig van velden die gelegen zijn binnen een kring van 500 M van een besmet veld. Frankrijk en Zwitserland eischen zelfs een afstand van 5 K.M. Nu zijn bij Blerick velden besmet verklaard en niettemin worden aardappelen van dien kant toch vervoerd en afgeleverd, zij het dan onder bepaalde voorwaarden. Tegen het sterke besmettingsgevaar wil de Selectievereeniging strenge maatrregelen genomen zien.’
Vier jaar later hing de vlag er heel anders bij. ‘Voortaan mogen geen aardappelen meer gekeurd worden, welke verbouwd worden op perceelen die minder dan 500 M. verwijderd zijn van ’n wratziekteveld, of die verbouwd worden op een bedrijf dat zulke besmette perceelen in cultuur heeft,’ schreef M.J. Dings (secretaris van de Keuringsdienst) in: ‘Keuringswezen in Nederland. De nieuwe keuringsreglementen. Zorgvuldige uitvoering der voorschriften’ [weekendbijlage van de editie van] LKO van 23 juli 1932.
367 J.M. van (de) Laar (Laer), technisch ambtenaar, dan wel rijkskeurmeester van de PD. Zijn naam wordt niet consequent gespeld in diverse kranten.
368 P.J. Jacobs, later directeur-secretaris van de ZPL en M. Burger uit Echt als gewoon bestuurslid. Jacobs werd na de oorlog burgemeester van Linne. P. Slangen trok zich uit het bestuur terug en wordt niet meer genoemd in Verslag van den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond over 1932, p. 54: ‘Vereeniging voor Zaad- en Pootgoedtelers in Limburg (ZPL)’.
369 Tweede Interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 27-28.
370 ‘Keuringsdienst Limburg’, in: Limburgsche Land- en Tuinbouwbond Verslag 1932 (Roermond 1932), 50.
371 Dr. Ir. W.J. Droesen (rijkslandbouwconsulent), ‘Aardappelkeuringen in Limburg. Een werk dat veel zorg vereischt. Onze provincie op één lijn met het land’, LKO van 23 juli 1932, pag. 13.
372 M.J. Dings (secretaris Keuringsdienst Limburg), ‘Keuringswezen in Nederland. De nieuwe keuringsreglementen. Zorgvuldige uitvoering der voorschriften’, Vierde blad in de Limburger Koerier van 23 juli 1932, 14.
373 Droesen, ‘Aardappelkeuringen in Limburg.’
374 Droesen, Ibidem.
375 ‘Landbouwcrisis en Crisissteun’, NKO van 4 maart 1933. De pootaardappelteelt bood volgens Droesen nog wel kansen: ‘Want het buitenland kan op grote schaal ons kwaliteitspootgoed nog steeds niet evenaren.’
376 Bericht in NKO van 24 aug. 1933.
377 ‘Steunregeling aardappeloogst 1936’, NKO van 20 maart 1937.
378 G. van Rossem, ‘Coloradokever’, Veenman’s Agrarische WP Deel I, 605. Voorts: ‘Een gevaar voor de aardappelteelt. Coloradokever’, NKO van 29 nov. 1934; ‘Let op den Coloradokever’, NKO van 27 aug. 1935; ‘De Coloradokever in ons land’, NKO van 16 aug. 1937.
379 Had Peter Slangen hier de plantenteler prof. Hans Lembke (1877 Malchow (Mecklenburg) – † Rostock 1966), hoogleraar in de plantkunde aan de univerisiteit van Rostock, op het oog die met Capella, een laat aardappelras, op de markt kwam in de jaren twintig van de vorige eeuw?
380 Ebstorf op de Lüneburgerheide in Nedersaksen, waar onder meer veel pootaardappelen worden geteeld.
381‘Hoe werd in Limburg de selectie ter hand genomen. Eenige practische wenken door P. Slangen Martelshof [sic] Linne’, in: weekendbijlage van LKO van 23 juli 1932.
382Verslag van den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond over 1932, 54-55: ZPL.
383 ‘Het bezoek van Fransche en Marokkaansche Landbouwingenieurs’, NKO van 11 juli 1932.
384 ‘Bezoek van Fransche Landbouwkundigen. Muzikale hulde aan het gezelschap.’, Limburger Koerier van 9 juli 1932. Een jaar eerder had een delegatie uit Luik o.a. huize Mill bezocht en enkele coöperaties in Roermond [‘Buitenlands bezoek aan onze Landbouworganisatie en Coöperatie’, NKO van 22 mei 1931].
385 Georges Albert Rutten (pater dominicaan Ceslas) (1875 - †1952), vooraanstaande persoonlijkheid binnen de christelijke arbeidersbeweging, die zich ook sterk maakte voor de coöperatie in België. Hij was jarenlang voorzitter van het Algemeen Secretariaat der Christelijke Sociale Werken. Van 1921 tot 1946 was hij gecoöpteerd senator, dus gekozen namens een van de taalgroepen [bron: www.odis.be].
386 ‘Belgisch bezoek’, NKO van 7 juli 1933.
387 ‘Ontwikkelingsavond’, NKO van 17 jan. 1934.
388 Berichten in NKO van 17 jan. 1934 en NKO van 26 juni 1934.
389 Maasniel Jonge Boeren ‘Practische les’, NKO van 10 juli 936.
390 J.G. Oortewijn Botjes, De bladrolziekte van de aardappelplant [diss. Wageningen 1920].
391 J. Bieleman, ‘Gewasbescherming’, in: J.W. Schot (red.) Techniek in Nederland in de twintigste eeuw – Deel III Landbouw en voeding (Zutphen 2001) [203-225] 206.
392 Addens, Zaaizaad en pootgoed in de Nederlandse landbouw, 128.
393 Addens, 44.
394 Addens, 40.
395 J. Bieleman, ‘Gewasbescherming’, ibidem.
396 W.B.L. Verhoeven en G. A. v.d. Waal schreven in 1927 ‘Bewaarplaatsen voor pootgoed’ [Landbouwkundig Tijdschrift (39ste jrg. no. 468) sept. 1927, 344-350]. Op de Aardappeldag van 27 juni 1928 in Wageningen beval Verhoeven de bouw van de glazen aardappelbewaarplaats aan [Addens, 40-41]. In een extra nummer van het Landbouwkundig Tijdschrift (40ste jrg. no. 483) verscheen in nov. 1928 van dezelfde Verhoeven: ‘Moderne pootaardappelbewaarplaatsen’, 630-640.  
397 Op de ‘Aardappeldag’ in Spaubeek begin juli 1928 besprak ir. H. Verhoeven, phytopatholoog uit Wageningen en een van de inleiders, de voordelen van de glazen pootaardappelbewaarplaats en stimuleerde de aanwezigen gezamenlijk zulke bewaarplaatsen te bouwen [LKO van 3 juli 1928]. Amper een half jaar later hield Droesen, consulent van de LLTB, op een vergadering van de Roermondse selectievereniging een warm pleidooi voor het bouwen van zulke bewaarplaatsen ‘ter verkrijging van prima pootgoed’ [LKO van 5 nov. 1928].
Voor een nauwkeuriger omschrijving: ‘Bewaring van pootaardappelen. Uit de landbouwwereld’, NKO van 27 sept. 1930.
398 ‘De poterbewaarplaats is volgens mij tussen 1928 tot 1930 gebouwd. Ergens in een hoek tussen de glazen [ramen] stond de naam van de glaszetter P. Sanders. Ik vermoed met het jaartal en datum’ [Punt 12 in een brief van Jacq. Slangen van 28 april 1996 aan de auteur]. In het ‘Taxatierapport Oorlogsschade aan Boerderijen’ (1948) wordt als stichtingsjaar van de glazen bewaarplaats 1930 genoemd.
399 ‘Vroeg rooien is een eisch’, artikel in NKO van 12 juli 1940.
400 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 20.
401 Vermoedelijk H. Breukers uit Posterholt, evenals Peter Slangen actief voor de Jonge Boeren afdeling Posterholt, terwijl begin jaren dertig Slangen voorzitter en Breukers secretaris van de JB in de Roerstreek waren.
402 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 27-28.
403 Droesen ‘Aardappelkeuringen in Limburg.’
404 Verslag van den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond over 1932, p. 49.
405 Droesen, ‘Aardappelkeuringen in Limburg.’
406 ‘Keuringsdienst Limburg. De heer Houben jubileert’, NKO van 9 aug. 1937. Houben werd opgevolgd door H. Gorris uit Maasniel, eveneens een oud-leerling van de Landbouwwinterschool, ex-volontair op de proefboerderij Hoosterhof in Beesel, na eerder werkzaam te zijn geweest bij de keuringsdiensten in Friesland en Zeeland. Eind 1937 begon in Leveroy een cursus voor de opleiding tot aardappelselecteur. Onder de cursusleiders bevonden zich: ir. Van Schendel, ir. Bles en ir. Dewez, Kupers en Dings. Er hadden zich 75 kandidaten ingeschreven [‘Cursus aardappelselecteurs’, NKO van 4 dec. 1937].
407 Aantekeningen van het gesprek met Jacq. Slangen in Herten op zondag 5 aug. 2001; vgl. ook zijn autobiografische aantekeningen in De Roerecho uit aug. 2005, pag. 3.
408 Bijvoorbeeld Jo Bekkers in de jaren zeventig in café De Boes aan het Marktplein in Berg.
409 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 28-29.
410 Voor de begrippen ‘selectiebedrijf’ en ‘selecteren’ zie: Veenman’s Agrarische Winkler Prins III, 398.
411 ‘RK Boerenstand’ (een bespreking van het themanummer ‘Limburg’ van het tijdschrift RK. Boerenstand, een uitgave van de KNBTB) in Limburgsch Dagblad van 30 jan. 1926. Landelijk heeft waarschijnlijk de Nieuwe Tilburgsche Courant op 5 juli 1924 de primeur met een verwijzing naar een ‘selectiebedrijf’ op Texel.  
412 Tot de eerste in Midden-Limburg behoorden het selectiebedrijf Pannenhof van N. Quadvlieg-Broos in Beegden, waarnaar leraar Kupers met een groep Jonge Boeren eind juni 1930 een excursie ondernam [‘Beegden. Excursie Jonge Boeren,’ LKO van 1 juli 1930], het bedrijf van Zusterzeel op de Heidonk in Horn, L. Munnichs in Putbroek, Koningsbosch en Maassen aan de Rijksweg in Linne.
413 ‘Belgisch bezoek’, NKO van 7 juli 1933: ‘aardappel selectiebedrijf Mortelshof’ en de advertentie in NKO van 7 sept. 1933: ‘Aardappel Stam Selectiebedrijf “Mortelshof.”
414 N.H.H. Addens, Zaaizaad en pootgoed in de Nederlandse landbouw [proefschrift met als promotor ir. W.J. Dewez] (Wageningen 1952), X Slotbeschouwing, 243.
415 Harro Maat, VI ‘De veredeling van tarwe in Nederland’, NEHA-publications 1998-1999, [96-120], 89 en 119.
416 Addens, 243.
417 Maat, a.w., 119. Hij tekende echter ook aan: ‘Veel effectiever [dan onderzoek] waren de bemoeienissen met de praktische organisatie van de tarweveredeling. Hierbij waren niet zozeer gedegen onderzoekscapaciteiten, maar vooral organisatorisch talent en diplomatieke bekwaamheid van belang.’
418 L. Broekema (1850-1936) Veenmans Agrarische WP I, 490-491.
419 R.J. Mansholt, zoon van J.H. Mansholt, nam in 1896 het ouderlijk kwekersbedrijf in de Groningse Westpolder en de rassenselectie van zijn vader over [Veenmans Agrarische WP III, 21].
420 G. Veenhuizen (1857-1930) met zijn Bravo, Eigenheimer, Rode Star en Thorbecke [Veenmans Agrarische WP III, 605].
421 Bij Maat op pag. 97 onder noot: 26.
422 Addens, X Slotbeschouwing 245-24.
423 Bericht in Algemeen Handelsblad van 25 mei 1917.
424 ‘Zaairogge’ in LKO van 9 okt. 1920. Hierin wordt een pleidooi gehouden om zaaizaad te gebruiken. Kwaliteit van het zaaizaad is naast bemesting wel zo belangrijk voor een goede opbrengst. De boer moeten zorgen voor: doelmatige bemesting van de grond, goede bewerking van de grond, kunstmest, goede afwatering en schoonhouden van het land. Je spreekt van goed zaaizaad als het voldoende kiemkracht heeft (geen gekneusde graankorrels in de partij), zuiverheid van het zaad (geen onkruidzaden; geen ziektekiemen; geen zaden van andere gewassen), grootte, vorm en gewicht van de korrel voldoen. Met de trieur kunnen kleine zaden, gebroken korrels, onkruidzaden, ja zelfs wikkezaden helemaal uit een partij worden verwijderd (geblazen en gezeefd).
425 ‘Arbeid te verrichten in januari’, LD van 4 jan. 1921: zaaizaad bestellen en veel werk als houtteler; ‘Bestrijding van steenbrand in tarwe en gerst’, LKO van 15 sept. 1921; ‘Ontsmet uw zaaizaad!’ in: LKO van 7 maart 1923 (In tarwe en gerst komt steenbrand voor. Stuifbrand is een schimmelziekte in haver. Beide te bestrijden met kopersulfaat of kopervitriool.); ‘Zaaizaadontsmetting’, LKO van 11 sept. 1923. Toen al werd Germisan (2 jaar na introductie) aanbevolen als ontsmettingsmiddel tegen stuifbrand in tarwe en strepenziekte in gerst. ‘Onze ontsmettingsmiddelen”, LD van 26 sept. 1925.  Het is belangrijk om zaaizaad te ontsmetten: gerst-haver-rogge en tarwe. Dit geen enkel jaar overslaan. H.M. Quanjer zegt dat voor de ontsmetting van zaaigranen Germisan (1921) ‘tegen de meest kwaadaardige ziekten in tarwe, gerst en rogge, een zeer aanbevelenswaardig middel is.’ [Over ‘Quanjer, Hendrikus Marius (1879-1971)’ met zijn fameuze onderzoek naar roest en stuifbrandziekte bij gerst en tarwe en naar de bladrolziekte onder aardappelen, zie het biografisch portret van P. Smit in Biografisch Woordenboek van Nederland III, 470-471.] Als beste soort rogge werden toen genoemd: Petkuser rogge, Pantser rogge en Kirches rogge; als beste soort gerst: Mansholts Wintergerst I en II en Castor gerst van dr. Pitsch en als beste soort tarwe: Wilhelminatarwe. In 1926 werden als beste haversoorten genoemd: Zegehaver, Gouden regen, Mansholts haver II, IIa en IIb. Als een goed ras wintergerst werd aanbevolen: Mansholst Fletumer wintergerst (1921).
426 ‘Onze proefvelden II’, LD van 21 nov. 1925.
427 [De Gier] ‘Landbouwkundige, Landbouw en veeteelt’, LD van 10 okt. 1925.
428 ‘Technicus’ met artikel in LKO van 1 sept. 1927; Technicus, ‘Maakt er het beste van!’ in: LKO van 14 aug. 1930.
429 Verslagen van het 81ste Landhuishoudkundig Congres in Meppel in AH en NRC van 4 sept. 1929. Eerder (in jan. 1928) had Droesen al een inleiding gehouden over ‘Zaaizaad en Pootgoed, veredeling en selectie’ voor de RK NBTB in Den Bosch.
430 Dr.ir. W.J. Droesen, ‘Landbouw belang. Goed zaaizaad I en II,’ in LKO van 13 sept. en 29 sept. 1930.
431 Droesen II, LKO van 13 sept. 1930.
432 Droesen II, LKO van 29 sept. 1930.
433 Ibidem. De landbouwbond St. Otgerus in Berg stelde van af september 1930 in zijn depot een ontsmettings-machine ‘volgens de Ge-Ka-Be-methode’ ter beschikking aan iedere boer [NMR van 27 sept. 1930].
434 Op de ‘Jonge Boerendag te Weert. Weest fier op uw stand’ [LKO van 13 dec. 1927] sprak Droesen niet alleen over treurige toestanden vroeger. ‘Met vreugde had spr. vernomen, dat men in het land van Weert zich meer gaat interesseren voor zaaizaad en pootgoed.’ J.B. experimenteerden daar al met tarwe-proefvelden. Begin februari 1932 hield Droesen nog een lezing in Eys over ‘veredeling van zaaizaad en pootgoed’ [LD van 20 febr. 1932]. Ook anderen lieten zich niet onbetuigd, zoals Dings en Jacobs, directeur van de ZPL, over zaaizaad en pootgoed [‘Ontwikkelingsavond’, NKO van 10 dec. 1932], of over de tarwewet [‘Ontwikkelingsavond’, NKO van 17 dec. 1932] en J.J. Delhoofen met zijn artikelen, bijv. ‘Wintergranen’ in NKO van 9 sept. 1933.
435 ‘Hoosterhof van de LLTB vóór 25 jaar opgericht,’ LD van 19 sept. 1956. Droesen was feestredenaar op deze jubileumviering met een korte historische terugblik.
436 De Zuid-Limburgsche Boerderij’, LKO van 16 sept. 1936. Een jaar eerder klaagde ir. De Gier: ‘Bij de vele rassen van wintertarwe, die haast om strijd zich hebben aangediend en uitgeprobeerd zijn op onze proefvelden, is het soms lang niet gemakkelijk een geschikte keus te doen’ [‘De Zuid-Limburgsche Boerderij’, LKO van 20 aug. 1935]. Op proefvelden in Merkelbeek waren voor de zomer van 1931 de volgende tarwerassen uitgezaaid: Wilhelmina, Emma, Jacob Cats en Wageningen. Van het Zweedse zaaizaadinstituut Svalöff Kroon- en Riddertarwe [LD van 21 jan. 1931].
437 Tweede interview met Jacq. Slangen op 10 jan. 1996, 20-21. In zijn autobiografische notities van 25 jan. 2004 echter plaatste hij (op pag. 4) het ‘kraaienincident’ chronologisch later: in 1934 bij de proeven met brouwgerst. Toen was Huizinga geen landbouwconsulent meer, maar sedert 1931 inspecteur van het landbouwonderwijs. In 1934 was Dewez de initiatiefnemer van het observatiestation van de IvP op Mortelshof.
438 Tweede interview met Jacq. Slangen op 10 jan. 1996, 20.
439 De mouterij ‘Limburgia’ aan de Spoorlaan 2 te Roermond stond waarschijnlijk op naam van Louis Beltjens en R.J.H. Beltjens. Het gebouw met de markante vierkante toren is enkele jaren geleden bijzonder fraai gerestaureerd en daarmee bewaard als industrieel erfgoed. In het vroege voorjaar van 1934 had Beltjens geadverteerd met Princessegerst als zaadgoed en voor contractteelt [NKO van 6, 8 en 10 febr. 1934]. Begin augustus 1934 liet hij de lezer weten ‘koper van alle soorten zomergerst’ te zijn [NKO van 4 aug. 1934]. De mouter Louis Beltjens woonde aan de Willem II Singel. 
440 De teelt van brouwgerst in Nederland’, De Telegraaf van 1 juli 1934. Waarschijnlijk had deze krant het bericht ontleend aan De Limburgsche Koerier van een dag eerder: ‘Nationaal Comité voor brouwgerst’ in LKO van 29 juni 1934. Onder dezelfde kop kondigde de NKO van 29 juni 1934 deze uitzonderlijke gebeurtenis aan. Daarin staat achter observatiestation ‘I. v. P.’ vermeld.
441 ‘De tentoonstelling te Neer’, NKO van 4 sept. 1934.
442 Blijkens de Catalogus van de Land- en Tuinbouwtentoonstelling in St. Odiliënberg [19-22 sept. 1936], nº 95, waarbij de rassen Kenia en Saxonia de hoogste ogen gooiden.
443 A.E. Langenhorst, ‘De boer en de brouwer’, LKO van 28 nov. 1938 met daarin bespreking van ir. Sönhgens brochure Over Nederlandsche brouwgerst.
444 Martin van Meurs, Een beeld van een provincie: Groningen in de twintigste eeuw (Van Gorcum Assen 2006). Voor de tarwewet: 36-38.
445 ‘Tarwedag te Roermond’, NKO van 30 aug. 1935
446 Ibidem.
447 Partic. Archief, blauw cahier met opschrift: ‘Schade Enquêtte Commissie’ onder de rubriek: ‘Landbouwinventaris’.
448 Omrekening via www.iisg.nl/hpw/calculate-nl.php
449 ‘Taxatierapport Oorlogsschade aan Boerderijen’: nº 8 ‘Aardappelbewaarplaats’ en nº 11 ‘sorteermachineloods’.
450 ‘De dorschmachine als verspreider van onkruiden en plantenziekten’, LD van 7 aug. 1925.
451 ‘Haver’, LKO van 28 april 1928.
452 Fragment uit het interview met ir. L. Korsten in Lelystad op 26 aug. 1995, 10-11.
453 In juli 1935 hield ir. A.L.H. Roebroek, boerenzoon uit Beek, directeur-generaal van het ministerie van Landbouw, een redevoering op de vergadering van de LLTB. Daarin memoreerde hij:
‘... Onze landbouw staat aan de spits van de wereld en heeft gebruik gemaakt van de ligging van ons land nabij de buitenlandse industriecentra om zich op export toe te leggen. Toen dit niet meer kon, was ’t niet gemakkelijk de oude banen terug te vinden. De uitvoer liep terug van 3000 millioen gulden tot 711 millioen in 1934; de invoer daalde van 3600 millioen tot 1000 millioen. Onze gehele bedrijfsleven ondervindt den invloed daarvan. Alles hangt van elkaar af. Geen gezonde industrie zonder gezonde landbouw. De moeilijkheden liggen op de eerste plaats op internationaal terrein, en zijn in ons land alleen niet op te lossen [...] De overheid staat voor bovenmenschelijken arbeid. Aanpassing valt niet mee.
Ordening is een mooi woord, maar men ordent het liefst bij den buurman. [...] Beleid en voorzichtigheid [zijn] meer dan ooit noodig. We moeten voorloopig berusten en ons schikken [...]
Ten tweede hebben de leiders uw vertrouwen noodig, evengoed als de Overheid. Critiek behoeft de leiders niet bespaard te worden, maar dient in opbouwenden zin gegeven te worden. De jongeren dienen vooral eerbied te hebben voor hetgeen de ouderen tot stand gebracht hebben en zulks te bevestigen’ [‘Vergadering LLTB’, LKO van 15 juli 1935].
454 Van Meurs, Groningen in de twintigste eeuw, 47.
455 Enkele dagen eerder sprak Droesen al voor de kring Weert [‘De nood der landbouwers’, LKO van 24 apr. 1930].
456 ‘Kring Sittard. Bespreking van den noodtoestand in den Landbouw’, LKO van 29 apr. 1930. Er werden ook nog andere voorstellen gedaan: ‘bevordering van ontginningen, reorganisatie van de buitenlandsche voorlichtingsdienst, uitbreiding landbouwonderwijs, afname binnenlandsche producten door het leger en rijksinstellingen, credietverleening, vermindering der vervoerprijzen door de spoorwegen.’ Waarom geen binnenlandse paarden voor het leger i.p.v. import uit het buitenland?
457 Op de jaarvergadering van de LLTB op 11 juli 1933 ontried voorzitter Verheggen het voorstel van de afdeling Beesel (en Ospel) voor het bijeenroepen van een algemene vergadering ‘ter bespreking van den toegespitsten crisis-toestand in den land- en tuinbouw’, maar eerst de voorstellen van de nieuwe regering Colijn, in casu minister Verschuur, af te wachten. ‘Daarom werd het niet tactisch geoordeeld, om thans een soort protestvergadering te beleggen; het H.B. zal echter diligent blijven’ [‘Jaarvergadering te Roermond’, LKO van 11 juli 1933]. 

458 J.C. Jansen en W.M. Rutten, Geschiedenis van de landbouw in Limburg in de twintigste eeuw: boeren met witte boorden en hun achterban [316-319], 317. 
459 Ibidem, 319. Ook J. Korsten [Standhouden door veranderingen. De Limburgse Land- en Tuinbouwbond als behartiger van agrarische belangen 1896-1996 106-107] kraakt hierover harde noten. Door medeverantwoordelijkheid te willen dragen voor het landbouwbeleid van de overheid ging het hoofdbestuur van de LLTB zich bijna verplicht voelen loyaal mee te werken, ook als het niet achter de specifieke regeringsmaatregel stond:
‘De bond bleef altijd gezagsgetrouw, burgerlijke ongehoorzaamheid was uit den boze. Uit de bestuursnotulen kwam een op politiek niveau vrij machteloze organisatie naar voren. Slechts zelden werden eisen van de LLTB door de regering ingewilligd. In het Limburgse politieke krachtenveld werd de stem van de mijnindustrie almaar machtiger. [...] Met kritiek vanuit de achterban wist de top van de bond niet goed om te gaan. Het bestuur deed toch wat het kon, daarop moest de achterban maar vertrouwen. [...] Van volgzaamheid was onder de boerenstand niet altijd sprake. [...] De LLTB probeerde de boerenstand af te schermen van de veranderingen die zich binnen Limburg afspeelden. De plattelandssamenleving moest zoveel mogelijk instandgehouden worden. De Tweede Wereldoorlog doorkruiste echter dit streven.’   
460 Bij Van Meurs, 35.
461 Planje, Vijftig jaar Limburgse Land- en tuinbouw, ‘Jaren van tegenspoed’, 171-174.  
462 Geciteerd bij Van Meurs, 41.
463 Van Meurs, 43.
464 ‘Het Landbouw-crisisbeleid’, Nieuwsblad van het Noorden van 13 maart 1935.
465 ‘Landbouw-crisis-organisatie in Limburg’, LD van 12 juni 1935.
466 Planje, 175-176.
467 ‘Katholieke beloften’, Volksdagblad van 23 dec. 1937.
468 Van Meurs, 45.
469 ‘De landbouwers en de R.K. Staatspartij’ – Droesen voor de KRO-microfoon – ‘Program, verleden en wezen der R.K. Staatspartij waarborgen het dienen der boerenbelangen’, LKO van 18 apr. 1933.
470 ‘De boer in de crisis’, LKO van 29 okt. 1935.
471 ‘Landbouwcrisisfonds. Behandeling in Tweede Kamer’, Het Vaderland van 6 maart 1935. Vgl. ook J.H. Delhoofen, ‘De Resulaten van het boerenbedrijf’, NKO van 24 dec. 1936:
‘Wie zich eens de moeite neemt, om zich op de hoogte te stellen, wat men in de stad voor sommige land- en tuinbouwproducten heeft neer te tellen, dan komt men allicht tot de conclusie, dat de boer met een aardig winstje gaat strijken. Gaat men evenwel eens informatie inwinnen bij de bron, op de boerderij zelf, dan is men niet ver van de waarheid, als men de gemaakte prijzen aldaar op de helft taxeert.’
472 Jansen en Rutten, Geschiedenis van de landbouw in Limburg in de twintigste eeuw, 191.
473 G. te O. ‘Een klacht van den zandgrond’, LKO van 21 juni 1933.
474 ‘Werkverschaffing en steunverleening.’  In de Tweede Kamer: ‘een Limburgsch geluid. De nood der kleine Limburgsche boeren’, LKO van 29 nov. 1935.
475 ‘Vergadering LLTB’, LKO van 15 juli 1935.
476 Nog op 12 en 13 december 1940 werden in hotel Kissels te Roermond twee vormings- en ontwikkelings-dagen gehouden voor de assistenten van Dewez [‘Roermond. Voorlichtingsdienst van den L.L.T.B.’, NKO van 9 dec. 1940].
477 Droesen op de namiddagzitting van de algemene vergadering van de LLTB: ‘Steun aan de kleine bedrijven’ [LKO van 17 juni 1936]; ‘Steun kleine-boeren,’ LKO van 28 juli 1936 [installatie nieuwe adviescommissie].
478 Ir. W.J. Dewez, ‘Dienst voor de Kleine Boerenbedrijven’ [stuk gedateerd door Dewez op 1 december 1936], NKO van 12 dec. 1936. Sociaal-Democratisch Weekblad De Tribune waagde zich ook aan het kleineboeren-vraagstuk in Limburg in de editie van 19 dec. 1936:
‘De verscheidenheid van bodem en de verscheidenheid van bedrijfsvorm ma[ken] iedere vergelijking van het Limburgs bedrijf met een bedrijf elders in ons land onmogelijk. [Daarbij komt dat Limburg extra is gedupeerd door het wegvallen van de export naar Duitsland.] Zo is Limburg dus vrij stellig bij uitstek de provincie van het kleine landbouwbedrijf. Erkend moet worden echter dat bij het totaal van ongeveer 12.000 landgebruikers bijna 4.000 [...] daarnaast een nevenbedrijf uitoefenen. De inkomsten van het Limburgse boerenbedrijf zouden toch voor tweederde uit veehouderij en pluimveeteelt komen (bij het kleinbedrijf zelfs drievierde), desondanks zette crisisbeleid in op terugdringing van veeteelt en uitbreiding akkergrond.’  
479 ‘LLTB. Teleurstelling over beleid van minister Deckers’, LD van 20 jan. 1937.
480 ‘De kleine boeren’, LD van 30 jan. 1937, die het commentaar had overgenomen uit De Nieuwe Koerier. 
481 ‘Crisis-maatregelen en de kleine boer’, LD van 3 april 1937.
482 Verheggen stelde dat de bond geen politieke partij is, ‘... doch als leiders dient men voorzorgsmaatregelen te nemen omdat als de nat. soc. richting doorgaat, het werk der eigen organisatie gehinderd zal worden. Van bovenaf zullen dan decreten komen en zullen de leden niet meer vrij hun meningen mogen bespreken.’ Met algemene stemmen werd het volgende bestuursvoorstel goedgekeurd:
‘Nationaal-Socialisten uit den Boerenbond’ (krantenkop van LKO van 15 juli 1935 boven de verklaring).
‘De Algemeene Vergadering van den L.L.T.B. – bijeen in het Landbouwhuis op Zaterdag 13 Juli te Roermond – sprak op voorstel van het Bestuur als haar meening uit, dat het lidmaatschap harer Standsorganisatie onvereenigbaar is met het lidmaatschap van een Nationaal Socialistische Organisatie, reeds om deze reden dat de doorvoering der beginselen dezer organisatie strijdig is met de beginselen dezer Standsorganisatie.
De algemeene vergadering van den L.L.T.B. besloot daarom, dat de leden van eenige nationaal-socialistische organisatie niet meer als leden van de L.L.T.B. mogen worden aangenomen en dat aan de leden dezer standsorganisatie die tevens lid zijn van zoo’n nationaal-socialistische organisatie en dit willen blijven, met 1 Januari e.k. ontslag moet worden verleend als lid dezer standsorganisatie’ [‘Vergadering L.L.T.B.’, LKO van 15 juli 1935].
483 J.H. Bouwman uit Druten in de Betuwe won met zijn ‘Actie Bouwman’ bij de provinciale verkiezingen in 1939 één zetel in de Gelderse Staten [Nieuwe Tilburgsche Courant en De Telegraaf van 20 april 1939 en Volksdagblad van Nederland van 21 april 1939].
484 ‘Ir Dewez over de noodzakelijke eenheid,’ LKO van 18 mei 1937.
485 ‘Schitterende overwinning R.K. Staatspartij [...] De Nationaal-Socialistische beweging heeft een gevoelige nederlaag geleden – Mussert ‘wint’ in totaal vier zetels’, LKO van 27 mei 1937. De NSB bleek meer dan gehalveerd.
486 Planje kwam in zijn Gedenkboek van de LLTB [op pag. 175] uit op ‘ongeveer 2500 kleine boeren’.
487 ‘Positief-Christelijke Staatkunde’, LKO van 25 mei 1938. In hetzelfde artikel verdedigde Droesen de maatregel van mr. C.P.M. Romme (Katholiek minister van Sociale Zaken) ‘... om gehuwde vrouw uit de arbeidscentra te weren. Niet om andere mannen en jonge mannen werk te geven, alleen maar om christelijke motieven is dit wetsontwerp zoo belangrijk: het redt de vrouw, voor het gezin, waar ze alleen haar plicht naar behooren kan vervullen, als ze vrij is van alle andere beslommeringen.’
488 ‘Kleine Boerensteun’, NKO van 2 juli 1938.
489 ‘Kleine Boerensteun’, NKO van 8 okt. 1938.
490 ‘Nederweert. De Kleine boerensteun’, NKO van 17 jan. 1939.
491 ‘Ittervoort. Kleine Boerensteun’, NKO van 20 jan. 1939.
492 ‘Werkloosheid Maasniel’, NKO van 25 mei 1938.
493 ‘Rechtbank te Roermond. Rechtzaken’, NKO van23 dec. 1938.
494 ‘Een pleidooi voor de kleine boeren. Rede van dr. ir. Droesen,’ NKO van 18 nov. 1939.
495 ‘De staat of de organisaties?’, De Tijd van 15 dec. 1938 en ‘Landbouwcrisisorganisatie voor Limburg. 1938 was geen goed jaar’, De Tijd van 12 juli 1939: ‘Alles tezamen kan 1938 geen goed jaar genoemd worden en waar de reserves zijn opgeteerd is de toestand verre van rooskleurig. Erkend moet worden dat de regeeringsbemoeiingen een zeer gunstigen invloed hebben uitgeoefend. Zonder deze zou de toestand onhoudbaar geweest zijn. Met grote belangstelling worden in den land- en tuinbouw de besprekingen en voorstellen gevolgd betreffende overname der crisismaatregelen door de organisaties.’
496 Bericht in LKO van 13 nov. 1936 bij het jubileum van secretaris M. Tops.
497 ‘Een pleidooi voor de kleine boeren. Rede van dr. ir. Droesen,’ NKO van 18 nov. 1939.
498 ‘Bureau voor voedselvoorziening in Limburg’, LD van 13 sept. 1939. M.J. Dings, voedselcommissaris voor Limburg.
499 ir. J.P. Planje, Vijftig jaar Limburgse Land- en Tuinbouw 1901-1951. Gedenkboek LLTB, 175.
500 ‘St. Odiliënberg. Opheffing agentschap distributie’, NKO van 18 febr. 1942.
501 ‘Aardappelenvlokkenfabriek te Horst?’ in: NKO van 18 juli 1938. In LKO van 16 juli 1938 heet het: ‘Van mais naar aardappelvlokken?’ Voor een start van een aardappelvlokkenfabriek in Noord-Limburg. Droesen hield een voordracht voor Kring Horst van 500 boeren. Een motie aan de minister, ‘gezien de sterken inkrimping der aardappelenteelt sinds het invallen der economische crisis met ongeveer de helft.’
502 ‘Toekomst der Jonge Boeren’, LKO van 17 juli 1938. Inleiding van dr. Droesen op Limburgse Jonge Boerendag (voor bestuursleden). Het gehoor bestond uit ca. 500 personen. Daarin werd gesteld: ± 15.000 jonge mannen en vrouwen wachten op een nieuwe boerderij. In De Tijd van 1 april 1940 verscheen een artikel: “Werklooze boeren en tuinders. De enquête van den K.N.B.T.B.’ De enquête was onvolledig ingevuld en de respons beperkt en stamt uit 1938.


Gebied

NCB

LLTB

ABTB (Gelderland)

LTB (Haarlem)

Totaal

Werkl. boeren en tuinders

  4.805

  1.593

  2.489

  1.703

10.590

 

Van wie met voldoende kapitaal

1.487

   483

   590

   462

3.022

Resumerend ⅕ deel van de 15.000 katholieke boeren zou een bedrijf kunnen beginnen als er meer cultuurgrond voorhanden was.
503 Blijkens zijn voordrachten voor de J.B. in Weert [LKO van 6 febr. 1936], zijn lezing in Venlo [LKO van 9 mrt 1936] en die voor de Boerenbond en J.B. in Merselo [LKO 18 febr. 1937].
504 Binnenkolonisatie (1929) LKO van 24 apr. 1937, ‘Oprichting Stichting “Binnenkolonisatie”’. Daarin participeerden Provincie, LLTB, gemeenten Sevenum en Horst. Voorzitter werd de gouverneur. In 1929 was aan Heidemij een rapport gevraagd over de ontginning van de Peel: streekplannen waaronder nu Peelplannen met als doeleinden: werkgelegenheid scheppen voor werklozen uit onze provincie en bedrijfsruimte scheppen voor JB.
‘De spankracht van den Limb. Landbouw. Het stichten van nieuwe bedrijven in de Peel. De meening van dr. Droesen’, LD van 14 febr. 1936 [Onderzoek J.B. Horst; opvatting van Droesen met een foto van hem; burgemeester Van de Loo uit Venray herinnerde aan de Venrayse stichting IJsselstein. Moeten boeren het zelf doen of was het een kwestie van werkverschaffing?]; ‘De ontginning der Peel’ (Droesen voor de afd. Merselo van de boerenbond en de J.B. daar), LKO van 18 febr. 1937. ‘Binnenkolonisatie in Limburg [...] Uitvoering van de Peelplannen.’, AH van 25 apr. 1937; ‘De nieuwe Peelontginning bij Venraij geopend’, LD van 12 nov. 1938;  
[Romme minister van Sociale Zaken plantte een boom. In het project is ook aanplant van bossen opgenomen ter bevordering van het landschappelijk schoon]; ‘Nieuwe Peelontginning bij Venray geopend’, LD van 12 nov. 1938 en AH van 12 nov. 1938; ‘De eerste spade in de Peel’ (Venray-Zuid. Minister Romme op zaterdag 12 nov. 1938), LKO van 14 nov. 1938; Ontginning van 843½ ha is tegelijk werkverschaffing voor 600 mannen gedurende 4 à 5 jaar. Jan Poels, ‘wiens naam zeer nauw verbonden is met de stichting van het peeldorp IJsselsteijn. Mgr. Poels: ‘Zet er maar zooveel boerderijen neer als het gaat.’
505 ‘De eerste spade in de Peel’, LKO van 14 nov. 1938; ‘De nieuwe Peelontginning bij Venray geopend’, LD van 12 nov. 1938 en ‘Nieuwe Peelontginning bij Venray geopend’, AH van 12 nov. 1938.
506 ‘Limburgsche burgemeesters in Venray bijeen’, LKO van 12 mei 1939.
507 ‘Werkloosheid en emigratie. Geordende emigratie gevraagd’, LKO van 12 dec. 1938.
508 ‘Limburgsche Jongeboerendag in Roermond’ in NRC van 24 mei 1927. Die was een dag eerder, op 23 mei 1927, gehouden. In feite had De Tijd reeds over ‘Vereeniging “De Jonge Boeren”’ bericht op 22 jan. 1924.
509 ‘Vereeniging Jonge Boeren kring Meerssen – Algemeene vergadering,’ LKO van 9 dec. 1926.
510 Geciteerd uit rede van Delhoofen in ‘Beegden Land- en Tuinbouw tentoonstelling bij 10-jarig bestaan’, LKO van 17 sept. 1932.
511 ‘Landbouw. Limburgsche Jonge-Boerendag’, De Tijd van 24 mei 1927.
512 Catalogus van de Land- en Tuinbouwtentoonstelling te St Odiliënberg. Georganiseerd door de D.E.V.O. voor den kring Roermond der Jonge Boerenvereenigingen op 19, 20, 21 en 22 Sept. 1936 op pag. 4.
513 ‘Landbouw. Limburgsche Jonge-Boerendag’, De Tijd van 24 mei 1927.
514 RHCL, Maastricht EAN – 1244 VN 267, ‘Notulenboek vergaderingen der (geestelijke) Kringadviseurs (1911-1923)’, Vergadering kringadviseurs LLTB in Landbouwhuis op 8 juni 1920.
‘Wenschen en besluiten:
1º [...] Niet alleen wijzen op de groote voordeelen van ’t lidmaatschap, maar ook op de moreele verplichting om lid te zijn van R.K. Standsorganisatie niet enkel voor zichzelf maar ook voor de gemeenschap. De materiëele belangen van de Bond en zijn instellingen zijn altijd te zeer naar voren geschoven; er moet meer gewezen worden op de zedelijke belangen van den geheelen boerenstand door de standsorganisatie te behartigen en te bevorderen. [...]
7º De adviseurs werken er toe mede:

  1. ’t houden van markten op afgezette feestdagen zooveel doenlijk tegen te gaan.
  2. de inkoopen op zon- en feestdagen zooveel mogelijk te doen beperken.
  3. te ageeren tegen de wufte mode volgens den wensch van mgr. den Bisschop op den Katholiekendag.
  4. De feesten-manie op de Zon- en Feestdagen tegen te gaan.
  5. Zoo weinig mogelijk te vergaderen op Zondag.
  6. Het behartigen der eigen retraites [...].’

515 LKO van 27 febr. 1937.
516 ‘Studiedag Limburgsche Jonge Boeren te Roermond’, LD van 5 sept. 1935.
517 ‘Eerste Jonge Boerendag’, LKO van 29 juni 1929.
518 Voor een samenvatting van de (studie)dagen van de JB zie het document op: www.mortelshof.nl
519 ‘LLTB zorgt voor ontwikkeling van de boerin. Boerinnendienst van den LLTB’, LKO van 14 okt. 1930.
520 ‘De Boerenstand in donkeren tijd’, LKO van 21 maart 1936.
521 Ibidem.
522 Droesen voor ‘Kring Gennep J.B. Studiedag’, LKO van 20 jan. 1937
523 Rector Wevers voor ‘Kring Gennep J.B. Studiedag’, LKO van 20 jan. 1937.
524 ‘Sociale studiedag voor Jonge Boeren’, LKO van 21 jan. 1937.
525 ‘Wantoestanden langs de grens’, LKO van 11 aug. 1936 [eerder bijna eenzelfde bericht: ‘Gevaren over de grens,’ LKO van 7 aug. 1936].
526 ‘Boeren kwijten zich van hun taak’ (studiedag van de kring Roermond), LKO van 14 dec. 1939. Toen vanaf 1927 na een verbod sinds de Eerste Wereldoorlog het carnaval in Roermond weer in 1927 mocht worden gevierd, berichtte De Telegraaf in de editie van 5 maart 1927: ‘Prins Carnaval in Roermond. Het mocht nog niet helemaal.’
527 In de LKO van 15 juli 1933. 
528 ‘Studiedag Limburgsche Jonge Boeren te Roermond’, LD van 5 sept. 1935.
529 ‘Jonge Boeren. Jaarvergadering kring Roermond’, NKO 2 april 1936. Als het verhaal waar is – tenminste volgens mondelinge overlevering – dat graaf De Marchant et d’Ansembourg Peter Slangen benaderd zou hebben met de vraag of hij kamerlid zou willen worden voor de NSB, dan zou hij hiermee publiekelijk afstand hebben kunnen nemen van elke onduidelijkheid over zijn persoonlijke houding tegenover de NSB en haar voorman. [Maximiliaan graaf de Marchant et d’Ansembourg (1894-1975) werd in 1935 lid van de NSB en kreeg een zetel in de Eerste Kamer, in 1937 ingeruild voor een Tweede Kamerlidmaatschap, waarbij hij tevens fractievoorzitter werd van de NSB-fractie. Later werd hij gouverneur van Limburg tot aan het einde van de oorlog. Hij kreeg uiteindelijk tien jaar werkkampgevangenis – Martin Bruinsma, Maximiliaan graaf de Marchant et d’Ansembourg (Pons Mosae, 2010)].
530 ‘Romantiek in de N.S.B. d’Ansembourg’s Rede’, De Tijd van 22 febr. 1937.
531 ‘Sociale studiedag voor Jonge Boeren’, LKO van 21 jan. 1937.
532 ‘De groote figuur van ’t Limburgsche platteland. Het volle licht op de groote en verheven taak van de boerin. Studiedag Limburgsche Boerinnen’ (bij het eerste lustrum met een lezing van hoofdaalmoezenier mgr. Poels) in LKO van 8 juni 1939.
533 Ir. Dewez, ‘Technisch werk der Jonge Boeren in crisistijd’, LKO van 16 sept. 1933.
534 Ibidem.
535 Rijksveeteeltconsulent ir. J. Timmermans schreef in propagandistische zin over de rk Landbouwhuishoud-school in Posterholt in LKO van 2 aug. 1930 en de editie van 7 aug. 1934.
536 Een zwarte vlek was dat Limburg toentertijd nog steeds de hoogste kindersterfte kende in ons land.
537 De oprichting van de Boerinnenbond viel op 8 okt. 1930 en werd door ruim 100 vrouwen bijgewoond. Droesen in ‘LLTB zorgt voor ontwikkeling van de boerin. Boerinnendienst van den LLTB’, LKO van 14 okt. 1930.
538 ‘Studiedag Limburgsche Boerinnen-organisatie’, LKO van 13 sept. 1935.
539 ‘Boerinnenbond in Limburg. Leerzame studiedag van vijfhonderd bestuursleden te Roermond’, LKO van 2 juni 1938.
540 ‘Studiedag Boerinnenbonden Roermond’, NKO van 8 juni 1939.
541 ‘Studiedag Limburgsche Boerinnen’ in LKO van 8 juni 1939.
542 ‘Boerinnenbonden in Limburg’, NKO van 5 juni 1941.
543 Met 94 stemmen op een zondag in oktober, terwijl Th. Minkenberg en L. Pieters respectievelijk 28 en 23 stemmen behaalden [‘St. Odiliënberg,’ NMR van 28 okt. 1924]. Begin december 1924 werd de kas door oud-kassier Schmitz in aanwezigheid van de hoofdinspecteur van de Coöp Centrale Boerenleenbank overgedragen aan Jacq. Bekkers [‘St. Odiliënberg’, NMR van 4 dec. 1924].
544 ‘Burgemeester-benoeming’, LKO van 14 okt. 1926: P.J.H. Minkenberg burgemeester van Stevensweert en vanaf 1931 tevens van Ohé en Laak.
545 Partic. Coll., ‘Notulenboek Jonge Boeren [Berg] DEVO’ (8 juni 1924 – 2 jan 1934), pag. 1-2. 
546 LLTB-verslag 1932 (Roermond 1932), ‘Vereenigingen van Jonge Boeren en Tuinders’, 113: Kring Roermond (626 leden). Herkenbosch kende in 1932 een ledental van 20, Herten 15, Linne 20, Maasbracht 30, Melick 23, Montfort 19, Posterholt 29 en Vlodrop 34.  
547 LKO van 3 dec. 1929: ‘Jonge Boeren – de 100-ste afdeling in Vlodrop.’
548 ‘Notulen buitengewone algemeene vergadering van [...] februari 1929,’ pag. 18-20.
549 ‘Notulen buitengewone algemeene vergadering 17 maart 1929,’ pag. 20-22.
550 Hij kwam op 29 nov. 1937 op 70-jarige leeftijd in Berg te overlijden. Hij was de echtgenoot van Vrouwe Adrienne M.S.A. Le Tellier [overlijdensadvertentie in LKO van 30 nov. 1937].
551 De Nieuwe Koerier/Maas- en Roerbode van 28 sept. 1929: ‘St. Odiliënberg. Land- en Tuinbouw-tentoonstelling.’
552 De Nieuwe Koerier/Maas- en Roerbode van 1 okt. 1929: ‘St. Odiliënberg. Eerste Land- en Tuinbouw-tentoonstelling’.
553 Notulen Jonge Boeren Berg, ‘Jaarlijksche algemeene verplichte vergadering van 6 Jan. 1930’, pag. 26-28.
554 E. Loenders-Geraedts, het eerste vrouwelijke raadslid van Berg van 1926 tot 1939, die in het Houtkempke (vlak bij de Roerbrug) woonde [‘Gemeenteraad van St. Odiliënberg’, NKO van 9 okt. 1930].
555 Een meerderheid van 5 tegen drie stemmen: Zeuren, Timmermans en burgemeester Maessen [‘Gemeenteraad van St. Odiliënberg, NKO van 9 okt. 1930].
556 Op de dinsdag zou onderwijzer Hecker natuurkunde, plantkunde en dierkunde geven en vrijdags de heer Schers scheikunde, kennis van de grond en veeteelt [‘St. Odiliënberg. Opening Landbouwcursus’, NKO van 16 okt. 1930].

557 ‘St. Odiliënberg. Jonge boeren. Een tentoonstelling’, NKO van 23 sept. 1930. Onder voorzitterschap van Em. Peeters vergaderden afgevaardigden van de JB van Posterholt (Wilms), Vlodrop (Van de Beek), Melick (Van der Venne), Roermond-Kapel (Hendriks) en Berg (Slangen) in Berg om een gemeenschappelijke tentoonstelling in de Roerstreek te organiseren. Met dr. Droesen, consulent van de JB, en de geestelijke en technische adviseurs zou de zondag daarop nog apart worden vergaderd.
558 Notulen Jonge Boeren Berg, ‘Jaarlijksche algemeene verplichte vergadering van 6 Jan. 1931,’ pag. 32-34.
559 Zie berichten in NKO van 3 dec. 1930 en in NKO van 22 jan. 1931.
560 Notulen Jonge Boeren Berg, ‘Buitengewone Algem: Vergadering der Ver. Van Jonge Boeren 19 Maart 1931’, pag.  38.
561 ‘J.A.W. Hermans slaagde te Wageningen voor de akte landbouwkunde L.O.’ in: LKO van 23 aug. 1939 (eveneens in De Telegraaf en in De Tijd).
562 ‘St. Odiliënberg Jonge Boeren’, NKO van 25 apr. 1931 en Notulen JB Berg, verg. van 19 maart 1931, pag. 38.
563 ‘St. Odiliënberg’ voor een verslag van de viering in NKO van 13 april 1931. In de daaropvolgende nummers steeds een foto van de viering van het priesterfeest (defilé en aanbieding uurwerk in de Harmoniezaal). De Boerenleenbank van Berg schonk ƒ50 [‘Boerenleenbank in St. Odiliënberg’, NKO van 1 april 1931].
564 De kring Roermond van de LLTB besloot in juni tot ƒ25 subsidie aan elk van de vijf organiserende afdelingen van de JB in de Roerstreek [‘Limburgsche Land- en Tuinbouwbond. Kring Roermond’, NKO van 24 juni 1931]. De deelname aan de tentoonstelling en de inzendingen wekten op een vergadering in Vlodrop ‘nog al veel animo’ op [‘Vlodrop’, NKO van 15 sept. 1931].
565 LKO van 19 sept. 1931.
566 P. Slangen, ‘Ontstaan en werking der D.E.V.O.’ op pagina: ‘Vereenigde R.K. Jonge Boeren der Roerstreek. Een belangwekkende tentoonstelling te Melick,’ LKO van 19 sept. 1931.
567 H. Joosten, ‘Sympathie voor het werken der jongeren’, LKO van 19 sept. 1931.
568 Dr. W. Droesen (rijkslandbouwconsulent) ‘Werken en samenwerken’ op pagina: Vereenigde R.K. Jonge Boeren der Roerstreek. Een belangwekkende tentoonstelling te Melick’, LKO van 19 sept. 1931.
569 Hij nam de gelegenheid te baat om Droesen ‘tot nu toe de daadkrachtige leider’ van de JB te feliciteren met zijn promotie tot rijkslandbouwconsulent.
570 ‘Land- en Tuinbouwtentoonstelling der Vereenigde Jonge Boeren in de Roerstreek’, LKO van 21 sept. 1931.
571 Ibidem.
572 ‘De D.E.V.O-expositie te Melick’, LKO van 22 sept. 1931.
573 Notulen JB Berg, verg. van 21 okt. 1931, pag. 40: zeven lezingen – Droesen, Bemelmans (pachtwet), kapelaan Willems (communisme), Van der Kroft (fruitteelt), dr. Poels (waarom katholiek georganiseerd?), Steenbergen (kalimijn met film), Frenken (industrie met film) en de lezing van ir. C. Spaan van het Land- en Tuinbouwbureau van I.G. Farben in Amsterdam met zijn prachtige kleurenfilm (ten dele opgenomen op de boerderij van J. Houben in Geulle) zou veel indruk maken [‘St. Odiliënberg. Lezing’, NKO van 23 jan. 1932].
574 ‘St. Odiliënberg. Lezing’, NKO van 16 jan. 1932.
575 Notulen Jonge Boeren Berg, verg. van 13 febr. 1932, pag. 43; verg. van 10 april 1932, pag. 44; verg. van 10 jan. 1933, pag. 51.
576 ‘Gemeenteraad van St. Odiliënberg’, NKO van 16 jan. 1932.
577 ‘Crisiscomité’, NKO van 16 jan. 1932.
578 ‘St. Odiliënberg. Landbouwhuishoudcursus’, NKO van 23 jan. 1932.
579 NKO van 23 april 1932.
580 NKO van 12 en 1932.
581 De cursus begon op dinsdag 15 nov. 1932 [NKO van 19 nov. 1932].
582 NKO van 11 febr. 1933.
583 Notulen JB van Berg, verg. op 10 jan. 1933, pag. 48-49.
584 ‘St. Odiliënberg. Jaarvergadering Jonge Boeren’, NKO van 12 jan. 1933.
585 ‘Kringvergadering Jonge Boeren Roermond’, LKO van 4 febr. 1933.
586 Notulen JB, verg. van 21 mei 1933, pag. 67-69.
587 Op Jongenhof voerden de JB een proef met fruitbomen uit, gesteund door het rijk en de veiling. Timmermans betaalde de bemesting, het spuiten was gratis en het fruit zou op de veiling worden verkocht [Notulen Jonge Boeren Berg, buitengew. verg. van 2 maart 1933 ten huize van H. Wolters, 62; ‘Fruitteelt in St. Odiliënberg. Praktische les voor fruittelers en J.B.’, NKO van 24 juni 1933].
588 J. Meuwissen, ‘Kroniek van de “Munsterstraat”’ (Roermond 2008), 72: De kwekerij was een klein groente- en fruitbedrijf, deels onder glas vlakbij de oude pachthoeve ‘t Sittert, in feite een hobby van dokter Meuwissen. Bij de opening van de tuinbouwcursus voor volwassenen in Berg had Joosten, de tuinbouwleraar, toestemming gevraagd aan dokter Meuwissen voor een excursie [‘Opening tuinbouwcursus,’ NKO van 19 nov. 1932]. 
589 ‘Tuinbouwvereeniging’, NKO 5 juli 1933.
590 P. Slangen, ‘Onze D.E.V.O. Tentoonstelling’, in de tentoonstellingseditie van de NKO van 7 sept. 1933 [met pasfoto en nieuw insigne]. Bijna een maand eerder was de tentoonstelling van de JB aangekondigd [‘Herken-bosch’ in NKO van 10 aug. 1933]. De overige voorbeschouwingen waren: ‘Opwekkend woord van den kring-adviseur’ door Fr. Drehmanns uit Herten; ‘Aan de Jonge Boeren in den Kring Roermond’ door H. Joosten, Vlodrop (vz. J.B. Kring Roermond); ‘Welkom in Herkenbosch’, door burgem. C.D. Douven; ............ (geestelijk adviseur Herkenbosch); ‘De tentoonstelling te Herkenbosch’ door H. Breukers, secretaris JB); ‘Boerinnenbonden en de Landbouwtentoonstellingen’ door mej. L. Hendrickx (consulente Boerinnenbonden).
591 ‘Uitslag van prijzen op de Tentoonstelling der Jonge Boeren te Herkenbosch’, NKO van 9 sept. 1933.
592 ‘De nooden van den kleine man vragen dringend voorziening. Kring Roermond LLTB’, LKO van 27 febr. 1937.
593 ‘Herkenbosch. Raadselwedstrijd op de tentoonstelling,’ NKO van 13 sept. 1933.
594 NKO van 11 maart 1933.
595 Mej. L. Hendrickx, ‘Boerinnenbonden en de Landbouwtentoonstellingen,’ NKO van 7 sept. 1933.
596 Eadem in NKO van 7 sept. 1933.
597 ‘De groote tentoonstelling,’ NKO van 7 sept. 1933.
598 ‘Herkenbosch. R.K. Jonge Boeren, Groep Roerstreek D.E.V.O.’, NKO van 28 sept. 1933.
599 ‘Kringvergadering Jonge Boeren,’ NKO van 29 dec. 1933. Op deze vergadering werd ook een nieuw tentoonstellingsreglement behandeld en goedgekeurd.
600 ‘Jeugd is kracht,’ LKO van 30 sept. 1933.
601 ‘Herkenbosch Jaarvergadering Jonge Boeren,’ LKO van 27 jan. 1934.
602 ‘St. Odiliënberg. Jonge Boeren,’ NKO van 31 maart 1934.
603 ‘Herkenbosch Jonge Boeren,’ NKO van 17 jan. 1934 en idem, NKO van 26 juni 1934. In juli 1936 zou hij de afdeling Maasniel voorlichten: ‘Voor de leden der J.B. vereniging alhier hield de heer Slangen uit Linne, in eenige aardappelvelden een practische les over aardappelziekten. Hij gaf een duidelijk overzicht hoe de verschillende vormen van degeneratie zich voordoen, en hoe men te werk moet gaan bij een doelmatige selectie. Een en ander had bij de aanwezigen een goede belangstelling’ [Maasniel Jonge Boeren ‘Practische les,’ NKO van 10 juli 1937].
604 Ontwikkelingsavond in Berg: Dings van de LLTB over ‘De Criswetten,’ NKO van 11 nov. 1933.
605 Verslag in NKO van 30 jan. 1933. In dec. 1935 zou een sociale dag in Vlodrop worden gehouden [NKO 23 dec. 1935].
606 Notulen JB in Berg, verg. van 15 oct. 1933, pag. 71-72. Secretaris Van de Laar heeft vanaf 10 jan. 1933 tot en met 2 jan. 1934 de verslaglegging in dit notulenboek verzorgd.
607 ‘Vrijdagavond werd in zaal M. Slangen een lezing gehouden door Dr. Droesen met als onderwerp: ‘Zijn we met de crisismaatregelen op den goeden weg?’ Spreker gaf een duidelijke en leerzame uiteenzetting van zijn onderwerp, waarbij hij zijn eigen systeem ontwikkelde en de latere gestelde vragen afdoende beantwoordde’ [St. Odiliënberg. Lezing dr. ir. Droesen,’ LKO van 22 jan. 1935].
608 ‘St. Odiliënberg. Jonge Boeren’, NKO van 31 maart 1934.
609 ‘Linne Jonge Boeren’ in: NKO van 10 maart 1938.
610 ‘Landbouwtentoonstelling te St. Odiliënberg’, LKO van 12 sept. 1936
611 Een schenking van Broer Bekkers aan de auteur, waarvoor mijn hartelijke dank. Het origineel heeft behoord aan Frans van de Laar.
612 Catalogus van de Land- en Tuinbouwtentoonstelling te St Odiliënberg. Georganiseerd door de D.E.V.O. voor den kring Roermond der Jonge Boerenvereenigingen op 19, 20, 21 en 22 Sept. 1936 op pag. 5-7.
613 Idem, 9-11.
614 P. Slangen (vz. DEVO), ‘Jonge Boeren vooruit’; J. Sieben (geestelijk adviseur JB in Berg), ‘Aan onze R.K. Jonge Boeren’; rector Wevers (aalmoezenier JB), ‘Trouw ’t kruis en trouw den ploeg’; ir. W.J. Dewez (rijkslandbouwconsulent), ‘De Jonge Boeren demonstreeren’; ir. Jacq. Timmermans (rijksveeteeltconsulent), ‘Jonge Boeren en veeverbetering’; Fr. van Herten (kringvoorzitter JB), ‘Onze kringtentoonstelling’. Op de tweede pagina nog de bijdragen van: H. Joosten (vz. Kring Roermond van de LLTB), ‘Een bemoedigend teeken!’ en M.J. Benjaminsen (technisch adviseur) ‘Limburg’s goede naam op proefveldengebied,’ LKO van 19 sept. 1936.
615 P. Slangen, ‘Jonge Boeren Vooruit,’ NKO van 19 sept. 1936.
616 ‘Kringtentoonstelling Jonge Boeren. Grootsch van opzet’, NKO van 18 sept. 1936.
617 ‘Land- en Tuinbouwtentoonstelling te St. Odiliënberg. Een zeer leerzame expositie. De bisschop op bezoek’, NKO van 21 sept. 1936.
618 Ibidem.
619 Ibidem.
620 Ibidem.
621 ‘De D.E.V.O.-expositie te St. Odiliënberg uitstekend voorbereid en zeer leerzaam,’ LKO van 21 sept. 1936.
622 Ibidem.
623 ‘Land- en Tuinbouwtentoonstelling te St. Odiliënberg. Jongveekeuring,’ NKO van 22 sept. 1936.
624 Bericht in NKO van 1 aug. 1936.
625 ‘Land- en Tuinbouwtentoonstelling te St. Odiliënberg. Een zeer leerzame expositie. De bisschop op bezoek,’ NKO van 21 sept. 1936.
626 Rector Wevers, ‘De boerin in den strijd’ (voordracht op de Boerinnendag), LKO van 23 sept. 1936.
627 ‘Jonge Boeren’, NKO van 24 okt. 1936.
628 ‘Elke afdeeling zal bij een eventueel verlies garant blijven voor een bedrag van ƒ5. Spr. [=Dings] ging hierna de verdeeling na van eventueele winst bij tentoonstelling. In de winst zullen niet deelen afdeelingen, welke niet redelijk op de tentoonstelling inzenden. Vastgesteld wordt ƒ40 à ƒ50 uit te trekken voor standsprijzen, dit ter aanmoediging voor de afdeelingen om een mooien stand in te zenden’ [‘Jonge Boeren. Jaarvergadering kring Roermond’, NKO 2 april 1936].
629 ‘Jonge Boeren. Jaarvergadering kring Roermond,’ NKO van 2 april 1936.
630 ‘Jonge Boeren. Jaarvergadering Kring Roermond,’ NKO van 30 maart 1937.
631 Ibidem. Secretaris Jochems werd niet genoemd.
632 RHCL Maastricht, EAN – 1244 VN: 154 Notulen Hoofdbestuur LLTB van 7 juli 1934 t/m 9 aug. 1941, DB/LLTB, vergadering van dinsdag 31 augustus 1937: ‘Kwestie Slangen Odilienberg’.
633 De gebroeders Slangen hebben in de loop van 1938 vier silo’s laten aanleggen voor het ensileren van aardappelen en voederbieten als goedkoop inlands veevoer, waarvoor de rijkslandbouwconsulent en de LLTB kort voor de oorlog campagne voerden. De LLTB had een zg. ‘silodienst’ ingesteld, ‘d.w.z., hij heeft een aantal silobekistingen (mallen) laten maken en verhuurt deze aan de boeren voor een rijksdaalder. Bovendien stelt deze organisatie daarbij jonge boeren beschikbaar als helper bij het bouwen en beton gieten, voor welke hulp eveneens een rijksdaalder vergoeding moet worden betaald. De moeilijkheden en de kosten zijn daardoor tot een minimum teruggebracht. In totaal beschikt de bond over 67 van deze bekistingen.’
Zodoende steeg in Limburg binnen enkele jaren het aantal silo’s fors: in 1935: 65 silo’s; 1939: 600 en in 1940: 1991 [‘Silobouw,’ Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 31 okt. 1940].
634 RHCL Maastricht, EAN – 1244 VN, DB/LLTB van 8 sept. 1938: ‘Kwestie Slangen’.
635 DB/LLTB van 9 maart 1940: ‘Kwestie P. Slangen Linne’.
‘In aansluiting op de besprekingen in het Dag. Bestuur van 31 Aug. 1937 en 8 Sept. ’38 wordt na bespreking besloten P. Slangen Linne mede te deelen dat hij als lid v. d. Jonge Boeren en Tuinders ontslagen is. Ook door de Kring van Jonge Boeren en T. Roermond zal hem dit medegedeeld worden.’
636 Joseph Kleuters trouwde op 2 februari 1909 met Maria Sophia Houben uit Heerlen. Ze gingen in de oude boerderij wonen. Er was nog geen sprake van een hoeve met een afgesloten binnenplaats en een poort naar de straat. Die poort en koeienstal kwamen er in 1911. Een geheel nieuw woonhuis verrees in 1920, zodat pas toen een ommuurde binnenplaats ontstond. De oudbouw werd wel gebruikt door ‘inwonende knechts’ tot 1955.
De mechanisatie was nog beperkt (onder de oorlog deden ze een wentelploeg van de hand). Bij voorjaarswerkzaamheden als bieten op één zetten e.d., en oogstpieken moest werkvolk worden opgetrommeld. Maar ook de oudste twee dochters werden op velerlei manieren ingeschakeld in het boerenbedrijf.
637 Mailbrief van drs. Peter Kleuters uit Merkelbeek van 5 okt. 2014.
638 ‘Merkelbeek. In memoriam Andreas Joseph Kleuters,’ in: LKO van 19 maart 1941:
‘Dezer dagen overleed in het St. Joseph-ziekenhuis te Heerlen dhr. Andreas Joseph Kleuters, een der meest achtenswaardige leden onzer gemeente.
Dhr. Kleuters was ruim twaalf jaren lid van den gemeenteraad en als dusdanig heeft hij veel meegewerkt aan den bloei van onze gemeente; raadslid Kleuters was iemand met een gezond verstand en breeden blik, die niet alleen zijn partijbelangen voorstond, maar in oprechte eerlijkheid de belangen van alle partijen wist te behartigen. Jarenlang had hij zitting in het bestuur van den RK Boerenbond, voor wiens belangen hij een open oog had en een hart vol toegewijde zorg.
Als toegevoegd bestuurslid van den Bond der jonge boeren, ging hem de jonge boerenstand zeer ter harte. Altoos was hij bereid de vergaderingen van de jonge boeren bij te wonen en niettegenstaande de herhaalde aanvallen van een ernstig maaglijden, maakte hij toch steeds de studietochten der jonge boeren mee. Kleuters leefde mee met de jonge boeren en wist richting en leering te geven in de verschillende landbouwbelangen van dezen nieuwen tijd. Met dhr. Hubert Royen z.g. heeft hij veel gewerkt aan den groei en bloei van den Merkelbeeker Boerenbond.
Dhr. Kleuters had oog en hart voor alle nuttige instellingen in gemeente en parochie en deze genoten zijn daadwerkelijken steun. Zoo was hij eerelid van de fanfare St. Joseph, eerelid van de schutterij St. Clemens, bestuurslid van de Brandverzekering en lid van den Bijenhoudersbond.
Is zijn heengaan een verlies te noemen voor het openbaar leven van gemeente en parochie, hoeveel grooter is het verlies dat zijn dierbaar en achtenswaardig gezin door zijn vroegtijdigen dood lijden moet.
De overgroote belangstelling bij de plechtige uitvaartdienst die Dinsdagmorgen plaats had, bewees duidelijk, welk een bijzondere plaats de overledene had ingenomen onder de menschen van ons dorp en omgeving. De plechtige Requiemmis werd opgedragen door den pastoor van de parochie. Onder de veele autoriteiten die de solemneele begrafenis bijwoonden, merkten we op den Hoogeerwaarden Pater Joannes Kerkhof, Provinciaal van de Carmelorde in Nederland, de Zeereerw. Pater Hieronymus Lugtenberg, prior van ’t Carmelietenklooster op den Kling en den Zeereerw. Hooggel. Pater mr. Dr. Thomas Keulemans als afgevaardigde van het Studiehuis van den Carmel, den Zeereerw. Pater Marianus de Best, kapelaan Custers en de Weleerw. Zeergel. Heer rector van de Zusters te Schinveld.
Het aandenken aan den dierbaar overledene, die tijdens zijn leven om zijn meeleven mét en vóór anderen aller achting mocht genieten, zal bij de inwoners van Merkelbeek in zegening blijven.’
Hij ruste in vrede!’ [‘Merkelbeek. In memoriam Andreas Joseph Kleuters’, LKO van 19 maart 1941].
639 A.J. Hutschemaekers, Gedenkboek ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Vereniging voor Voortgezet Onderwijs in Limburg 1914-1989 (Roermond 1989) ‘Boerinnenschool te Posterholt, eerste school van de Vereniging [voor Landbouwonderwijs]’ (37-41) en ‘Opleidingsschool voor Landbouwhuishoud-leraressen’ (41-42).
640 Aankondiging in LKO van 24 aug. 1937.
641 ‘Merkelbeek. Jaarvergadering Boerinnenbond’, LD van 23 jan. 1937: de afdeling kende toen 41 leden en E. Kleuters werd gekozen tot bestuurslid [‘Boerinnenbond,’ LKO van 9 febr. 1937]. Er werd een eiercursus aangekondigd en een voorgenomen landbouwhuishoudcursus mocht van overheidswege plaatsvinden. Met 11 cursisten zou zij deze landbouwcursus volgen.
642 ‘Merkelbeek, Landbouwhuishoudcursus’, LD van 16 dec. 1937.
643 Philomena Kleuters [H. = Ph.] slaagde aan de Modevakschool voor coupeuse [LKO van 9 febr. 1939 en LD van 10 febr. 1939].
644 Bertine [M.H. + B.H.] Kleuters slaagde in juli 1933 voor haar MULO-examen in Maastricht [‘RK. MULO Maastricht’, De Tijd van 13 juli 1933]. Annie Kleuters deed eindexamen MULO in Roermond [‘Prachtige successen voor onze Muloscholen’ (in Brunssum), LD van 27 april 1934].
645 Ir. J. Timmermans over de Landbouwhuishoudschool in Posterholt in LKO van 2 aug. 1930 en 7 aug. 1934.
646 Hutschemaekers, Gedenkboek ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Vereniging voor Voortgezet Onderwijs in Limburg 1914-1989, pag. 39.
647 Erfgoedcentrum Kloosterleven, in klooster St. Agatha bij Cuijk, 6100, ‘Leerlingen van de R.K. Opleidingsschool van Leraressen bij het Landbouwhuishoudonderwijs te Posterholt onder leiding van de Zusters Ursulinen.’ Nº 124 Bertine Kleuters. Bericht van haar examen in Deventer [LD van 8 mei 1937].
648 Bericht in LD van 8 sept. 1937.
649 Erfgoedcentrum Kloosterleven, Cuijk, ‘Leerlingenboek Opleidingsschool te Posterholt’ met daarin aantekening van B. Kleuters te Merkelbeek. De ‘Dienst voor de Kleine Boerenbedrijven’ was eind december 1936 toevertrouwd aan de rijkslandbouwconsulent ir. Dewez, zoals we eerder hebben gezien.
650 Mej. W. [= B.] Kleuters uit Merkelbeek, districtsleidster voor maatschappelijk werk op het platteland door de LLTB benoemd tot ‘boerinnenleidster’ (consulente Boerinnenbond [LD van 13 febr. 1948].
651 Bericht in LD van 16 mei 1952.
652 Erfgoedcentrum Cuijk, 6099, ‘Leerlingen van de Landbouwhuishoudschool’ Posterholt: cursus 1934-1936 B2 Anny Maria Kleuters (nº 464); Eind juli 1936 slaagde zij aan de Landbouwhuishoudschool in Posterholt voor het diploma van het tweede leerjaar (C-klas) [LD van 31 juli 1936].
653 ‘Leerlingen van de R.K. Opleidingsschool van Leraressen bij het Landbouwhuishoudonderwijs te Posterholt onder leiding van de Zusters Ursulinen.’ De 9de opleidingscursus begon Mei ’37. [nº 140] ‘A. Kleuters heeft wegens ziekte haar studie moeten opgeven in Febr. ’39.’ Zij keerde terug naar het ouderlijk huis in Merkelbeek.
654 Hutschemaekers, Gedenkboek, pag. 40 en 42.
655 Maria Houben (geboren ‘op gen ek Hegge’ in Schinnen in 1922), dochter van Hubert Houben en Anna Janssen. Nog voor de Tweede Wereldoorlog verhuisde het gezin naar Douvergenout in Merkelbeek waar ze een boerderij en melkhandel exploiteerden. Mia ging met paard en kar melk uitventen. In 1949 trouwde ze met Sef Kleuters en kreeg met hem vijf kinderen: Huub (1950), Peter (1952), Els (1953), Marij (1955) en Bertine (1958).
656 De afdeling JB van Merkelbeek kende begin 1937 bij zijn aantreden 26 leden [‘Jaarvergadering L.L.T.B.’, LD van 12 jan. 1937].
657 Bericht in LD van 10 juli 1970.
658 Tweede interview met Jacq. Slangen Herten op 10 jan. 1996, 25.
659 Het overlijdensbericht is te vinden in NKO van 21 febr. 1933. Zij liet alleen een pleegkind na: E. Keunen-Schaffhausen uit Eindhoven.
660 Zie voor het overlijdensbericht van de bijna 66-jarige Catharina Elisabeth Delissen-Slangen in Herten op 21 aug. 1935 de NKO van 22 aug. 1935.
661 Leonard H. Schmitz, gehuwd met Maria Slangen, overleed op ruim 66-jarige leeftijd op de Offerkamp in Herten op 6 okt. 1936 [NKO van 8 okt. 1936].
662 Overlijdensbericht van Manus Slangen in NKO van 27 jan. 1937.
663 ‘Afspanning Linne’: Notaris van Crugten zal op Donderdag 13 April 1939 des v.m. 9½ uur ten verzoeke van den heer Peter Hubertus Slijpen, te Linne, Heide B 154, ten zijnen huize, in het openbaar op crediet verkoopen:
4 dragende en melkgevende koeien, 1 dragende vaars, 1 rund met schets, 1 sterk werkpaard merrie, 2 wentelploegen, 2 cultivators, 2 maaimachines (eenpaards) met grasbalk, ijzeren egge, zaaimachine 1½ meter breed, Isaria, hand-, zaai- en schoffelmachine, veeverlosmachine, stalwaterpomp, lange en korte kar, dorschmachine met manège, installatie hakselmachine, wanmolen, zoo goed als nieuw, wan, zinken korenvat, voederbak, meelkisten, bascule, weegschaal. Diverse huismeubels, als: kasten, kisten, spiegels, ledikanten, canapé, trapnaaimachine, kachel, hang- en staande lamp enz., enz.
Te bezichtigen Paaschmaandag en 1 uur voor den verkoop.
Betalen 31 October 1939; posten tot en met ƒ10,- contant. Onbekende koopers moeten bekende borgen stellen of voorzien zijn van een bewijs van gegoedheid, afgegeven door een notaris of burgemeester [‘Afspanning Linne’, NKO van 25 maart, 1 en 8 april 1939]. 
664 Bericht van overlijden van Maria Cornelia Slijpen-Slangen op 68-jarige leeftijd na een kortdurende ziekte op haar nieuwe adres: Petrus Polliusstraat 66 in Roermond op 10 november 1939 [NKO van 13 nov. 1939].
665 Overlijdensbericht van Margaretha H. Cuypers uit Linne, overleden op 24 dec. 1940 [NKO van 27 dec. 1940].
666 De weduwe Maria Josepha Slangen-Tasset overleed op 29 juli 1953 [MAR van 29 juli 1953].
667 Maria Gertrudis Slangen overleed op 26 februari 1955 [MAR van 28 febr. 1955].
668 Overlijdensadvertentie in MAR van 23 nov. 1957.
669 Vgl. Jaak Slangen, ‘Posberg: pachthoeve van generaal Van den Broeck en de familie Geradts’, Roerstreek 31 (1999) [51-63], 62 en idem, ‘Posberg revisited’, Roerstreek 34 (2002) [37-55], 54.
670 Persoonlijke mededeling van Jacq. Slangen aan de schrijver.
671 Jaak Slangen, ‘Posberg revisited’, 54.
672 Berichten over A. Timmermans in NKO van 1 okt. 1936 en 5 oktober 1936.
673 Willem Wolters, ‘Geschiedenis van het landgoed Overen’, Roerstreek 44 (2012) [167-180], 177. 
674 Bericht in NKO van 19 jan. 1937.
675 ‘Notaris Tijssen zal op Donderdag 10 maart 1938 ’s v. 9 ure, ten verzoeke en ten huize van den heer A. Timmermans op Overen te St. Odiliënberg, wegens vertrek, publiek verkoopen: Huisraad als: kasten, banken, kachels, commode, ledikanten, mangel, enz. Landbouwgereedschappen, als: maaimachines, schoffelmachine, eggen, ploegen, maaimolen, sorteermachines, gierpompen, melkmachine (Westfalia), waterpomp, benzinemotor 2 p.k. (Lister), transmissies, poulis [poelies], drijfriemen, cirkelzaag, veebascule, ladders, melkkannen, voederbakken, tuigen, stalwaterleiding, kippenhok (12 x 4½ M), enz. Vee, als: 3 dragende koeien, 1 gekalfde koe, 1 rund en 1 ruin-paard (2j.) Alles nader bij affiches omschreven’ [Uitspanningsverkoop in NKO van 5 maart 1938].
676 ‘Omroepers’ in NKO van 21 juni 1938.
677 Wolters, ‘Geschiedenis van Overen’, 177. 
678 De officier van Justitie had tegen de kippendief 4 jaar geëist [Het Vaderland van 12 nov. 1936].
679 Bericht van de inbraak in NKO van 30 maart 1935.
680 Aanbesteding op 4 mei 1936 voor H. Mulders uit Zwartbroek in LD van 2 mei 1936. Die aanbesteding werd aangehouden; over de aanbesteding van de boerderij van de gebrs. Slangen werd verder niets meer vermeld [vgl. ‘Boerderijbouw’ in De Limburger Koerier van woensdag 6 mei 1936].
681 Archief P.H.J. Slangen, dossier St. Joseph Hoeve in Veulen Venray, ‘Rekening van P.J. Coppen Baexem van 26 januari 1937 aan gebr. Slangen te Linne’, of ‘Verklaring voor de betaling wegens het bouwen van een Boerderij v.d. Gebr. Slangen te Linne’ van 7 maart 1937.
682 Archief P.H.J. Slangen, dossier St. Joseph Hoeve in Veulen Venray, kladblaadje met overzicht van enkele aannemers, onder wie: J. van Veldhoven Leuven B.B., Janssen Blerick (gegund tegen ƒ11.102), Cuppen en Poels ƒ11.708 en Hövelings ƒ11.180; doorslag van een brief van P. Slangen op 9 juni 1936 aan Fa. Cuppen en Poels met bericht van afwijzing, maar wel met een postcheque van ƒ25 voor ‘Uwe gedane moeite’.
683 Uit een brief van P.J. Coppen van 8 maart 1937 aan de gebrs. Slangen te Linne.
684 Brief van P. Slangen aan aannemer W. Jansen te Blerick van 15 maart 1937.
685 Brief van P.J. Coppen aan de gebr. Slangen in Linne van 8 april 1937.
686 Doorslag getypte brief d.d. 12 april 1937 van P. Slangen aan P.J. Coppen te Baexem.
687 In het familie-archief bevindt zich een bevestiging d.d. 26 okt. 1936 door de fa. Kloos van de overmaking van een bedrag van ƒ4.100 door de gebroeders Slangen. Onduidelijk is echter of dit bedrag betrekking heeft op de veldschuur in Veulen, of de sorteerloods op Mortelshof. 
688 NV Kloos & Zonen’s Constructiewerkplaatsen te Kinderdijk (1843). F. Kloos begon in 1843 met een smederij en molenmakerij. Vanaf 1849 legde hij zich toe op de scheepsbouw, aanvankelijk nog van hout, maar weldra ook gedeeltelijk van ijzer. In 1851 bouwde Kloos het eerste barkschip ‘De Nijverheid’. Daar liet hij het niet bij, want in de constructiebouw zag Kloos nieuwe mogelijkheden. Naast de bouw van schepen ging het bedrijf zich meer en meer richten op het maken van sluisdeuren (1864) en (spoor-) bruggen (1872-1874). Tijdens de recessie in de scheepsbouw in de jaren zeventig van de negentiende eeuw trok Kloos zich terug uit deze sector en concentreerde zich op constructiebouw en specialiseerde zich nagenoeg op waterbouw: bruggen, sluizen en droogdokken. Rond de vorige eeuwwisseling werkten er circa honderd arbeiders bij Kloos. Er kwamen nu ook orders voor het maken van spoorbruggen van buiten Europa: Nederlands-Indië, Zuid-Afrika en Australië [H. Schippers (m.m.v. A. den Ouden), ‘IJzerconstructies’, in: Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, Deel III (Zutphen 1993) (273-300) 294]. Kloos werkte ook mee aan de bouw van de brug over de Waal bij Zaltbommel (1932), aan de constructie van de brug over het Hollandsch Diep (1937), deed mee aan aanbesteding van de brug over het Galgewater in Leiden (de Rijnzichtbrug) (bouwconstructie) voor ƒ19.825 [Staatkundige Gereformeerd Dagblad van 27 jan. 1931] en voor de schutsluis in Born (1933).
689 In ‘Paardenkeuringen in Noord-Limburg’ in NKO van 25 febr. 1936: ‘De N.V. Kloos Kinderdijk (Z.-H.) legt een nadruk op haar veldschuur, waarvan een exemplaar op de Jaarbeurs opgesteld stond en veel belangstelling trok.’
690 De sorteerloods met garage en daarachter een ruimte voor de zwakstroomopwekking wordt zo omschreven in de aanvullingen van de verzekeringspolis (nº 104612) van de Onderlinge Brandassurantie van de LLTB van 10 aug. 1938.
691 Archief P.H.J. Slangen, dossier St. Joseph Hoeve in Veulen Venray, rekening van notaris Tijssen d.d. 15 nov. 1936 uit Berg voor de kosten van de hypotheekakte bij de Boerenleenbank van Berg.
692 Archief P.H.J. Slangen, dossier St. Joseph Hoeve in Veulen Venray, kladblaadje met opschrift: ‘12 Dec. 47. Afrekening J. Slangen Venray. Gebouwen kosten ƒ16.459.86.’ Inclusief de rente had Jan een schuld van ƒ16.806,58 te voldoen aan de overigen. ‘Deze betaling is in verrekening gebeurd.’
Op 30 juli 1947 had Jan van zijn twee broers te vorderen (ƒ11.053,23 plus ƒ7.924,75 aan geteelde rogge maakt totaal ƒ18.977,98; na verrekening met de ƒ16.806,58 een bedrag van ƒ2.171,40. ‘Nelly heeft zodoende om in gelijke verhouding te staan 8.403,29 te betalen of in bedrijf te steken.’
693 Tweede interview met Jacq. Slangen sr. in Herten op 10 jan. 1996, 25.
694 Sjang Hoeymakers, De van Ophovens en Jaegers als ontginners (Elsendorp 1984): Buchheimerhof (22-23) en H.Th. Jaeger.
695 Hoeymakers, De van Ophovens en Jaegers: NV. Princepeel (29-35); Pepinushof (35-38) en eerste voorzitter van de NCB (39-40).
696 Hoeymakers, De van Ophovens en Jaegers. Op pag. 80 staat een foto afgedrukt van de kapitale St. Josefhoeve in het Veulen en op pag. 82 schreef Hoeymakers: ‘Mogelijk als gevolg van de slechte financiële resultaten verkocht Theodoor Jaeger een gedeelte van zijn bedrijf aan ene Slangen die er een boerderij bouwde.’
697 Hoeymakers, pag. 94; foto 76.
698 Archief P.H.J. Slangen, dossier St. Joseph Hoeve in Veulen Venray, bewijs van ontvangst van ƒ17.875 voor de koopsom van 25 maart 1936, verschuldigd aan Th. Jaeger te Vierlingsbeek plus ƒ187,75 voor de koopakte door notaris H.G.A.B. Holtus. Idem, akte Horst, 25-03-1936 bewijs van eigendom voor gebroeders Slangen van 27.50 ha bouw- en weiland te Venray aan het Veulen.
699 Archief P.H.J. Slangen, dossier St. Joseph Hoeve in Veulen Venray: twee akten. H.G.A.B. Holtus, Horst 26-10-1943, afschrift eener akte van verkoop door dhr. H.Th. Jaeger te Vierlingsbeek aan gebroeders Slangen van ca. 12 ha bouwland te Venray aan het Veulen (ƒ16.200); H.G.A.B. Holtus Horst, 18-02-1944, afschrift van een akte van verkoop door H.Th. Jaeger te Vierlingsbeek aan de gebroeders Slangen van ca. 4 ha. te Venray aan het Veulen (ƒ4.050). Na precieze opmeting volgde na de oorlog nog een navordering van ƒ1.780, uitbetaald aan Jaeger op 15 april 1948.
700 Mededeling van Wim Geurts uit Veulen, een van Sjengs schoonzonen in mei 2013 aan de auteur.
701 Archief P.H.J. Slangen, dossier St. Joseph Hoeve in Veulen Venray, ‘Staat van onkosten op Veulen Venray’ d.d. 12 dec. 1947 [doorslag].
702 Hoeymakers, foto 90 op pag. 80.
703 Brief van Jacq. Slangen van 14 maart 1996 aan de schrijver.
704 Voor dagère zie Jaak Slangen, ‘Een klacht over het dagère in de herfst van 1822’, De Klepper [nov. 1996 4] 12-13.
705 Brief van Jacq. Slangen van 28 april 1996 aan de auteur.
706 Oorspronkelijk schijnt de kroedwösj uit negen soorten kruiden te hebben bestaan: alant (inula), donderkroed of wilde marjolein, duvelsdrek of valeriaan, aels of bijvoet, citroenkruid, Lieve-Vrouwe-bedstro, alfranke of bitterzoet, alsem en tot slot reinvaart of boerenwormkruid. Het geheel werd samengebonden door een lint van zeven el lang. Later ontstonden plaatselijk grote verschillen en werd het aantal kruiden teruggebracht tot zeven: twee geneeskruiden, twee onheilwerende kruiden, twee broodgranen (aren van granen om de zaaigranen te zegenen [in: ‘De kroedwösj’, LD van 20 aug. 1955]) en een boomvrucht. Weer later bevatte – althans in Berg – de kroedwösj nog maar uit drie kruiden: boerenwormkruid, bijvoet en hommelskruid. Zie: B.L.W. van Dijk, ‘De kroedwösj’, Roerstreek 9 (1977), 69-75. Zie ook: Peter Kleuters, ‘Kroedwusj’ in het Merkelbèks en W.J. Vromen ‘Aan de Kroedwösj’ in het Ongerbenks op de website van Veldeke: www.veldeke.net
707 Jacq. Slangen, ‘Tweede Autobiografische notities’ (Herten, 15 maart 2005), XI.
708 Priorij Thabor Sint-Odiliënberg, ‘Overlijden parochie Sint Odiliënberg (1840-1873)’: ‘† 27-4-1847 A.C. Meerten, vidua Jacobi Slangen’.

De eindnoten 709, 710, 711 en 712 zijn hier komen te vervallen, nadat in een later stadium dit deel van het familieverhaal is verplaatst naar hoofdstuk II van het Mortelshofboek op pag. 181-182.

713 Priorij Thabor, Parochie-archief, ‘Register der Deliberatiën (1904-1972)’, vergadering van 28 februari 1937.
714 Emile P.J. Dellieu (1875-1958), begrafenisondernemer, ligt begraven op het kerkhof van Maasbracht.
715 Priorij Thabor, Parochie-archief, ‘Register der Deliberatiën (1904-1972)’, vergadering van 25 februari 1940.
716 Interview met drs. F.W.H.J. Slijpen en mw. dra. H.C. Slijpen-Nienhuis in Amsterdam op 27 maart 1996, 15-16 en 16-17.
717 Interview met ir. L. Korsten in Lelystad op 26 aug. 1995, 4.
718 Interview met ir. L. Korsten, 16-17.
719 Persoonlijke mededeling van dr. C. Linssen uit Groningen aan de auteur die een van zijn ooms citeerde.
720 ‘Gemeenteraad van Linne,’ NKO van 30 mei 1936. De werklozen kregen bij meer dan twee kinderen en jonger dan 14 jaar, ook nog een kindertoeslag van ƒ0,50 [NKO van 20 aug. 1935].
721 Brief van Jacq. Slangen, d.d. 14 maart 1996 aan de auteur.
722 Archief P.H.J. Slangen, Dossier St. Joseph Hoeve in Veulen Venray, brief van P. Slangen aan H.M. Fransen (Betonfabriek De Hoop) te Blerick van 22 april 1937.
723 Persoonlijke mededeling van mijn peetoom.
724 Deze bergplaats in de oude woonkelder is met uitzondering van een later ingekapte toegang nog steeds intact. Het oorspronkelijke kruipgat in de hoek is na de oorlog dichtgemaakt. Zij heeft tijdens de razzia medio december 1944 in ieder geval Jacq. Slangen beschutting geboden.
725 A. Hutschemaekers, Gedenkboek 1914-1989 ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Vereniging voor Voortgezet Onderwijs in Limburg (Roermond 1989), 16-19 en 47-48.
726 ‘Landbouw. Limburgsche Jonge-Boerendag,’ De Tijd van 24 mei 1927.
727 Verslag van deze voorlichtingsbijeenkomst in Berg in NKO van 12 december 1928. De Limburgse landbouwkundig ingenieur W.J. Dewez was in 1928 benoemd tot directeur van het Landbouwkundig Bureau van de drie zuidelijke provinciën van deze NV. In 1930 werd hij benoemd tot consulent van de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NBCB) en tevens tot rijkslandbouwconsulent, om vanaf 1934 dezelfde functie in Limburg te bekleden.
728 ‘Amerikaansche Landbouwfilms’, LKO van 2 dec. 1929. Dr. Gerretsen, directeur van het Rijkslandbouwproefstation te Groningen, maakte een Limburgse toernee in december 1929 met zeven Amerikaanse landbouwfilms. De aankondiging [ontleend aan Land en Vee, het LLTB-weekblad] spreekt van vertoning op vrijdagmiddag 6 dec. om 14.00 uur in het Landbouwhuis te Roermond; om 19.00 uur in de Harmoniezaal te Beek en op donderdag 12 dec. 1929 in Horst om 14.00 uur. De betrokken kringen organiseerden de filmbijeenkomsten. De serie bestond uit:

729 Tussen 1928 en 1933 werd geëxperimenteerd met de geluidsfilm in Nederland. Vgl. Karel Dibbets, Sprekende films. De komst van de geluidsfilm in Nederland 1928-1933 (Amsterdam 1993) en Marcel Westhoff, ‘Alex Benno, exponent van de vooroorlogse Nederlandse film’, Historisch Tijdschrift Holland [29ste jrg. Nº 4/5 1997] (274-294) 288-291. De eerste Nederlandse speelfilm met geluid werd Willem van Oranje door Jan Theunissen met behulp van Philips. De eerste succesvolle geluidsspeelfilm werd De Jantjes, geregisseerd door Jaap Speyer met als scenarioschrijver en producent: Alex Benno, begin 1934. 
730 Op de ‘Tweede Jonge Boerendag. Kring Roermond’ [NKO van 1 december 1930] werd in het oude Landbouwhuis naast enkele inleidingen ook een nieuwe film vertoond: ‘Kiest geld voor uw eieren.’
731 Aankondiging in de NKO van 9 jan. 1932 en het verslag in NKO van 23 jan. 1932.
732 Jan van Lieshout, ‘Limburg was de mooiste tijd van ons leven. Ora et Labora inspireerde Alex Roosdorp’, Limburgs Dagblad van 18 sept. 1982.
733 Ora et labora (1937). EYE Film Instituut in Amsterdam is in het bezit van deze stomme, zwart-witfilm, uit de categorie: landbouwvoorlichtingsfilm. Hij is gezet op 4 rollen (I – 130 mtr.; II – 140 mtr.; III – 150 mtr. en IV – 80 mtr.) Speelduur samen ± 510 mtr., ca. 65 minuten op 16 mm acetaat. De film kent een tweetalige aankondiging: in het Nederlands en in het Spaans. Aan het slot de verschijnt de mededeling: ‘Marofilm geeft bestaansstrijd verlichting.’ Ora et Labora biedt een helder overzicht van diverse akkerbouwactiviteiten, specifiek laboratoriumonderzoek, rasveredelingen, keuringen van zaaizaden en aardappelpootgoed in de jaren dertig van de vorige eeuw, maar schenkt ook ‘volkenkundige’ aandacht aan streekgebonden gebruiken en folklore, terwijl de filmlocaties redelijk verspreid zijn over heel Nederland: Wageningen, Groningen, Holland, Overijssel, Gelderland, Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen.
734 De afdeling JB in Berg telde in 1932: 79 leden. Vergl. Verslag van den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond over 1932 (Roermond 1933), 117. De contacten tussen Dewez en Slangen zouden zich bestendigen tot diens promotie als professor aan de Landbouwhogeschool in Wageningen kort na de oorlog.
735 RHCL Maastricht, EAN – 1244 VN 169 Notulen Dagelijks bestuur van de LLTB van de LLTB van 19 febr. 1938 tot 16 mei 1941 DB/LLTB van 19 febr. 1938, agendapunt 6 film L.L.T.B.
‘Landbouwbelang wil bij haar 40-jarig bestaan een landbouwfilm aan de L.L.T.B. cadeau geven. De A.B.T.B. betaalt voor zulk ’n film ƒ3000,- zonder reis- en verblijfkosten. Nu moet er een commissie komen om de regeling van opnamen vast te stellen. Hierin zullen komen: mhr. Bemelmans, Dr Droesen, juffr. Hendrikx en M.J. Dings (notulist en secretaris DB LLTB)’
DB/LLTB van 9 april 1938, 6. Film:
‘Met ’n paar firma’s is nu gesproken en prijsopgave is gedaan. Polygoon biedt aan een film van 1¾ U – op normaalfilm en als smalfilm (16 m.m.) opgenomen, als stomme film voor ƒ10.000 en ƒ12.000 en als geluidsfilm voor ƒ13 à ƒ15.000 te maken. De indruk is dat deze prima is voor ’t werk.
De Marofilm vraagt buiten reis- en verblijfskosten ƒ1.25 p M voor ’n stomme en ƒ5.25 p M voor geluidsfilm (van 1½ u  ±1000 M). ’n Apparaat voor ’n stomme film kost ƒ 300 à ƒ450, voor geluidsfilm ƒ1400 à ƒ1600. De vraag is nu of men van elk onderdeel een filmpje van 4 à 600 M en daarbij een centrale film laat maken.
De commissie moet de zaak maar eens bezien – als deze het laatste bij de Marofilm tegen de genoemde prijs laat maken, is het goed.’
DB/LLTB van 30 april 1938, Filmen:
‘De Marofilm wil de hoofdfilm met de bijfilmpjes maken voor de som van ƒ4.500 alle kosten inbegrepen. De Polygoon vraagt alleen voor de Hoofdfilm ƒ7.500.’
736 Frank Holthuizen, ‘Een bordkartonnen caravan in Beesel’, in: Ein Boerevrouw haet noeët gedaon. Van Boerinnenbond naar ZijActief Limburg 1930-2005 [Venlo 2005] 32-43, 39. In die twee jaren zou ongeveer 10 uur aan film zijn opgenomen. Holthuizen noemde diverse filmlocaties, maar die in Sint-Odiliënberg (kruisprocessie) en in Linne (o.a. maaien, weidegang) waren hem toen nog niet bekend.
737 J. Korsten, Standhouden door veranderingen. De Limburgse Land- en Tuinbouwbond als behartiger van agrarische belangen 1896-1996, 91-92.
738 Jos Perry, “’t Nachtegaaltje zingt.’ Regionalisme in Nederlands-Limburg 1900-1950’ in: A. Knotter (red.) Dit is Limburg! Opstellen over de Limburgse identiteit (Maastricht 2009) [187-227] 204.
739 ‘Studiedag Boerinnenbonden Roermond’, NKO van 8 juni 1939.
740 ‘Zilveren jubileum ‘Landbouwbelang’. Aanbieding landbouwfilm’, NKO van 5 oktober 1939 en ‘Het zilveren jubileum van Landbouwbelang. Roermond. Aanbieding landbouwfilm’, NKO van 10 oktober 1939.
741 ‘Studiedag Jonge Boeren te Susteren-Mariaveld’:
‘[na het koffie-halfuurtje] werd de film gedraaid ‘Rijken oogst’. Het doel van deze opnamen is te leeren hoe het moet. Daarom werden er beelden gegeven over onkruidvelden, die in de kleurenfilm onze bloembollenvelden in volle bloei evenaarden. Daarom was de leus: “Zoo moet het niet.”
Achtereenvolgens draaiden: selectie van verschillende gewassen, onkruid-bestrijding, het veredelen van rozen, keuring op onkruid, kiemkracht, gaafheid en vochtgehalte, sorteering en verzorging van tuinbouwproducten.
Ook waren er enkele opnamen uit het “Land van Sittard”, nl. Het aardappel-selectiebedrijf van den heer [Jos.] Horsman[s], Kasteelhof te Limbricht.
Tot slot kwam de schitterende processie tot zegening der werktuigen in Montfort, de kruiswegprocessie te Odiliënberg, de Peelontginning, de vergadering van het hoofdbestuur van den L.L.T.B. te Roermond, waar het gewichtige besluit genomen werd een nieuw landbouwhuis te bouwen’ [Limburgsch Dagblad, 30 nov. 1939]. 
742 ‘Zilveren jubileum Landbouwhuishoudschool Posterholt’ [Limburgsch Dagblad van 30 nov. 1939]. Op de studiedag van de kring Roermond van de JB werd de film over de Jonge Boeren aan het slot vertoond [‘Boeren kwijten zich van hun taak’, LKO van 14 dec. 1939].
743 ‘Merkwaardige bijeenkomst. Werkers van den LLTB zien zich zelf op de film,’ LKO van 10 januari 1940. In ‘Landbouwfilm’, NKO van 10 januari 1940 wordt een uitvoerige lijst van genodigden en employees van het Landbouwhuis gegeven. Overigens is het niet bekend of de gebroeders Slangen eveneens een uitnodiging hebben ontvangen. Daarna wordt een korte samenvatting van de film gegeven en de verwachting uitgesproken dat hij zijn weg naar de afdelingen zal vinden.
744 Steegmans werd de opvolger van de bij een auto-ongeluk omgekomen rector F. Weevers [NKO van 1 dec. 1937].
745 ‘St. ODILIENBERG Jonge Boeren’, NKO van 11 april 1940.
746 Vgl. J. van Lieshout, ‘Plattelandsjongeren ontdekken filmschat’, Limburgs Dagblad van 18 september 1982.
747 Guillaume Dohmen, ‘De LLTB en zijn economische instellingen’ (1984).
748 ‘Zuiderboeren, Een documentaire over agrarisch Limburg anno 1938.’ Vgl. Frank Holthuizen, ‘Het leven van een film. Over hergebruik van historische landbouwbeelden’, De Maasgouw [jrg. 123 | 2004 [1], 28-31. Mijn hartelijke dank aan drs. Holthuizen voor zijn vriendelijke adviezen en suggesties op deze zoektocht.
749 Vgl. de foto in NKO van 19 sept. 1936 met onderschrift: ‘Maai-demonstratie’.
750 Een still van Peter Slangen die met een Lanz Bulldog aan het tarwe maaien is op de Tichelaove, staat afgedrukt in Korstens gedenkboek van de LLTB op pag. 101.
751 ‘Studiedag Jonge boeren te Susteren-Mariaveld’, LD van 30 nov. 1939.
752 Jan van Lieshout, ‘Limburg was de mooiste tijd van ons leven. Ora et Labora inspireerde Alex Roosdorp’, Limburgs Dagblad van 18 sept. 1982.
753 Deze eerste strofe vormt de inleiding op de handleiding van de graanfilm. Zie volgende noot.
754 Eye Film Instituut Amsterdam, ‘Ons Volksvoedsel’ [De aardappelfilm] (1941). Deze film is incompleet. Slechts één rol heb ik kunnen bekijken. Daarin komen aan de orde: het kiemen van het pootgoed, het sorteren binnen in een schuur, spuiten en selecteren, aardappelakkers, proefvelden, de opmars van de coloradokever en het rooien van aardappelen met een rooimachine, getrokken door twee paarden, en het met de hand rapen. Deze laatste activiteiten speelden zich in Drenthe af.  
755 Bibliotheek Eye Film Instituut Nederland Amsterdam, Handleiding [16 pag.] De Graanfilm “Sikkels blinken. Sikkels klinken” door ir. J.A. Hogen Esch in Bennekom met een inleidend woord van G. Veenstra, inspecteur van den Landbouw, 1. Het boekje kent acht hoofdstukken ter ondersteuning van een mondelinge toelichting door de deskundige voorlichter bij de presentatie van deze stomme film.
756 “Sikkels blinken, sikkels klinken”. Een nieuwe voorlichtingsfilm voor den landbouw’, NKO van 14 november 1942. Uit deze voorbeschouwing:
‘Zij brengt in beeld onze vier voornaamste graangewassen: tarwe, rogge, gerst en haver. Deze in natuurlijke kleuren opgenomen film laat zien op welke wijze de overheid den Nederlandschen boer steunt bij diens streven van zijn land en van zijn zaaizaad een zoo hoog mogelijke opbrengst te verkrijgen. Onderzoek en voorlichting, zonder deze twee is de Nederlandsche landbouw in zijn huidige gedaante ondenkbaar, wat speciaal dit onderzoek omvat met betrekking tot de cultuur der granen toont deze film. Van het vele en interessante, hetwelk hier op fraaie wijze in beeld is gebracht, wordt genoemd: de bewerking van den bodem, de werkzaamheden – in laboratoria en op proefvelden – van het rijksproefstation voor zaadcontrole en den plantenziektenkundigen dienst. Verder wordt getoond hoe wel en hoe niet moet worden gezaaid, als ook welke wijze van oogsten, dorschen en bewaren van het graan de juiste moet worden geacht.
Dit zijn slechts enkele grepen uit hetgeen de film welke binnenkort haar reis door ons land zal aanvangen, te aanschouwen geeft. De boeren, voor wie nu weer een tijd van minder werk in het bedrijf aanbreekt, zullen ongetwijfeld de gelegenheid aangrijpen om deze film welke speciaal voor hen vervaardigd is, te gaan zien.’          
757 KB, ‘Landbouwvoorlichting per film,’ Limburger Koerier van 14 januari 1943. 
758 KB, ‘Filmmiddag’, Dordrechter Courant van 23 januari 1943 en ‘Groningen. Vereeniging van oud-leerlingen Rijkslandbouw Winterschool’, Nieuwsblad van het Noorden van 28 januari 1943. 
759 ‘Boer Pieterse schoot in de roos’ (1950) – RVD. Zie hiervoor: R. Dingemans en R. Romme, Onderzoeksgids Nederland en het Marshallplan. Een bronnenoverzicht en filmografie 1947-1953 (ARA Den Haag 1997). Eind jaren negentig heeft uitgeverij Misset te Deventer deze film en andere opnamen opnieuw uitgebracht op een videoband: ‘Boeren in vroeger tijden’. 
760 Vgl. ‘Gerestaureerde LLTB-films in première’, De Limburger van 31 mei 2007, als ook de filmcatalogus van het Limburgs Museum in Venlo.
761 Particulier Familie-archief Slangen, ‘inventaris landbouwmachines’, kladnotitie door P. Slangen bij dossier van notaris C.M.J. Mostart uit Roermond van 2 april 1940 t.b.v. scheiding en deling van ‘den Boedel Slangen-Tasset’.
762 EYE Film Instituut in Amsterdam ‘Sikkels blinken’ (oktober 1942) – 16 mm, normaal beeld, positief, stom – ‘natuurlijke kleuren’ zegt de brochure van MAROfilm. Vijf grote dozen waarin telkens 5 kleine Agfa-doosjes zijn opgeborgen. Veel opschriften waren met potlood geschreven, later uitgegumd en van een nieuwe nummering voorzien. (Vette nummers en opschriften zijn later met WASCO-krijt aangebracht.) De Graanfilm moet worden geconserveerd en opnieuw worden gemonteerd, maar in het restauratiebeleid van Eye Film Instituut worden andere prioriteiten gesteld: eerst 35 mm en dan pas 16 mm. Het is nog maar de vraag of gelet op recente bezuinigingen de graanfilm van Roosdorp in 2018 onder handen kan worden genomen.
763 Jacq. Slangen, autobiografische notities van 15 mrt. 2005, pag. IX; Roerecho (dec. 2006), 3.
764 Gemeente Maasgouw, ‘Bevolkingsregister gemeente Linne 1924 – 1942’, Heide B 155: Peter H. Franssen (1920 Overpelt) vanaf 1941 tot 1945 en Albert L. Waegemans (1916 St. Niklaas) van 1942 tot 1945.
765 ‘Minister Steenberghe doet een beroep op land- en tuinbouwers’, LD van 25 okt. 1939.
766  Partic. Coll. Ir. L. Korsten, ‘Mijn verhaal. Verslag van onderduik in St. Odiliënberg en tewerkstelling in Hilden (Dld.) 1943-1945’ (Lelystad, 20 april 1990) [23 pag.], 4.
767 B.A. Sijes, De arbeidsinzet. De gedwongen arbeid van Nederlanders in Duitsland, 1940-1945 (Den Haag 1990), 567-568 en G. Trienekens, Voedsel en honger in oorlogstijd, 1940-1945 (Utrecht 1985).
768 J. Korsten, Standhouden door veranderingen. De Limburgse Land- en Tuinbouwbond, 114-116.
769 A.J. Hutschemakers, Gedenkboek [...]Voortgezet onderwijs in Limburg, 66-67.
770 M.J. Dings, voedselcommissaris voor Limburg, LD van 13 sept. 1939.
771 ‘Het probleem der veevoedering in den winter’, LKO van 14 juni 1940.
772 Peter Slangen moest voor bezoek (via grensovergang Roosteren) aan Lanclaer, Neerpelt en Overpelt (B.) ‘teneinde bespreking te voeren over gedane leverantie’s – een verpachte boerderij, enz.’, een grenskaart aanvragen bij de Brigade Commandant van de Nederlandse Marechaussée in Roermond. Zijn tweetalige Grenzkarte/Grenskaart was op 13 juni 1941 weer verlopen. 
773 ‘Blerick. Vergadering Boerenbond’ LKO van 8 juli 1940.
774 ‘De Zuid-Limburgsche Boerderij’, LKO van 7 sept. 1940.
775 ‘Dorschbesluit’, LD van 28 sept. 1940. De Kleine Boerensteun in Berg kende 11 gevallen van spaarregeling B-steun van wie 4 met een suppletie van 40 centen en 7 met die van een kwartje [LKO van 13 nov. 1940].
776 A.P.M. Cammaert, Het verborgen front. Een geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deel I (Leeuwarden 1994): bijvoorbeeld M.A. M. Bouwman, hoofdcontroleur van de CCD, en zijn collega’s, 139 en 162 e.v.
777 Eerste interview met Jacq. Slangen op 11 aug. 1995 in Herten, 17-18.
778 Ibidem, 18.
779 ‘Omvangrijke sluikhandel in zaai- en pootgoed’, LKO van 16 juli 1942.
780 ‘Sikkels blinken, sikkels klinken’, Het Nationaal Dagblad van het Nederlandsche Volk van 13 nov. 1942; De Standaard van 13 nov. 1942 en Nieuwe Venlosche Courant van 16 dec. 1942.
781 ‘De teelt van blauwmaanzaad’, LKO van 22 april 1942 en ‘Verbouw van koolzaad’, LKO van 30 juli 1942.
782 ‘Totale oorlog, totale inzet’, Dagblad van het Zuiden van 27 febr. 1943.
783 ‘Oorlogswinstmakerij’, Trouw van 15 juni 1944.
784 Eerste interview met Jacq. Slangen op 11 aug. 1995 in Herten, 14.
785 Cammaert, a.w., Deel I, 573.
786 Eerste interview met Jacq. Slangen op 11 aug. 1995 in Herten, 12-13. In het familie-archief bevindt zich een vrijstellings-bewijs met bevestiging dat ‘P.H.J. Slangen wohnhaft Linne Heide B 155 in der Landwirtschaft seit 1 April 1942 tätig ist.’ De Ausweis [L. Nº 32661] werd op 5 mei 1943 afgegeven in Berg.
787 Eerste interview met Jacq. Slangen op 11 aug. 1995 in Herten, 15.
788 ‘St. Odiliënberg. Verboden handel in rogge’, LKO van 13 maart 1944.
789 Eerste Interview met Jacq. Slangen op 11 aug. 1995 in Herten, 9.
790 Ibidem, 4-5. Het was voor hem een traumatische ervaring [pag. 20]: ‘Ook nu nu – nog soms ineens ’s nachts – dan sta ik weer bij die kastanjeboom en dan zijn ze op mij aan het schieten. [...] Regelmatig krijg ik er nog flarden van terug ’s nachts in een droom.’
791 Kanttekeningen bij het door de auteur vervaardigde ‘Evacuatie-artikel’ door Jacq. Slangen op 5 aug. 2001 in Herten, punt 7.
792 Mr. Jean Geradts, woonachtig op Hoosden, legde zijn burgemeesterschap van Maasbracht en Montfort neer na uitvaardiging van de beruchte en zeer omstreden verordening 152/1941 van 12 aug. 1941, waarbij de Duitse bezetters de wet verzetten en gemeenteraden en colleges van B en W ontbonden. Vgl. Peter Romijn, Burgemeesters in oorlogstijd. Besturen onder Duitse bezetting (NIOD Amsterdam 2006), II. De wet verzet. 2. De inhoud van verordening 152/1941: ‘In feite was de burgemeester ‘nieuwe stijl’ een regeringscommissaris, met dien verstande dat hij nu uitsluitend nog een agent van het centraal gezag was; aan de autonome taak van de gemeente was een einde gemaakt. Naar het voorbeeld van de nationaal-socialistische Deutsche Gemeinde Ordnung waren de gemeente- en provinciebesturen omgevormd tot uitvoeringsorgaan van de centrale overheid, met de bedoeling als drijfriem van de nazificatiepolitiek te dienen.’
793 R.H. van de Vin, (“Huike Neer”), veehandelaar uit Neeritter die in een boerderij ‘Zonnehoeve’ woonde aan de Nederlands-Belgische grens. Door Cammaert een ‘verzetspionier’ genoemd, die al vroeg ‘bijna duizend uit Duitsland ontsnapte Franse en Belgische militairen,’ uit Duitsland ontkomen krijgsgevangenen tussen 1940 en januari 1944, over de grens heen heeft geholpen. Na arrestatie van zijn vrouw en pleegzoon door de Sicherheitspolizei (Sipo) van Hasselt in 1944 heeft hij deze hulpverlening gestaakt [A.P.M. Cammaert, Het verborgen front. Een geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deel I, XXVIII, 182-186 en 296].
794 Jacq. Slangen, ‘Autobiografische notities’ van 15 mrt. 2005, pag. XIV; uitvoeriger was Jacq. Slangen in mijn eerste interview (op 11 aug. 1995 in Herten, 10-11): ‘Die Fransen zagen labels van het pootaardappel-selectiebedrijf liggen en wilden die meenemen bij wijze van souvenir. Ik zei: “Neem dat nou niet mee, want als ze die bij jullie aantreffen dan is het voor ons tijd [veur oos tied]!” Ze hebben ze niet meegenomen.’
795 Brief van zijn zoon Theo Nout, eveneens geëvacueerd op Mortelshof, uit Maasbracht aan de schrijver d.d. 25 april 2014.
796 Interview met ir. L. Korsten op 26 aug. 1995 in Lelystad, 23-24: ‘Achteraf natuurlijk idioot!’

797 A.P.M. Cammaert, Tussen twee vuren. Fronttijd en evacuatie van de oostelijke Maasoever in Noord- en Midden-Limburg: september 1944-mei 1945 (Assen 1983) noemt dit aantal op pag. 36 (hij baseert zich onder meer op het artikel van Jan van Lieshout in Limburgs Dagblad van 4 april 1981).
798 Op 26 februari 1945 veegden de Amerikaanse bevrijders met veel moeite de rijksweg bij Linne schoon, waarover later meer.
799 Een exemplaar van het boek van prof. Raymond S. Ross heb ik geschonken aan de bibliotheek van de HVR.
800 Het originele manuscript van Fien Lutke Schipholt is door de erven in bruikleen gegeven aan het HVR-museum te Sint Odiliënberg.
801 Toni Krings, Eine Jugend im Krieg. Erinnerungen an 1943-1945 von ... (Karken 1982).
802 Pater G. Sengers, ‘De Tijdelijke stichting te Maasbracht.’ III Huis in de frontlijn,’ Monumenta Historica. Bijdragen tot de geschiedenis van de Nederlandsche Provincie der Redemptoristen. Tijdschrift ad usum privatum congregatorum, Jaargang IV 1953, [105-114], beschreef op pag. 106: ‘Heel de dag klonken zware ontploffingen en ’s avonds lagen er 192 schepen op de bodem van de haven. Voor de meer dan 1000 schippers betekende dat het verlies van hun huis en hun brood. Twee geruïneerde schippersfamilies werden in ons huis gastvrij opgenomen en kregen de bewaarschool ter beschikking’ [met hartelijk dank aan drs. C. Houben voor de research.]
803 Geciteerd in: ‘Barre maanden in Maasbracht en Linne. Het verhaal van een evacuatie op Mortelshof door Fien Lutke Schipholt (november 1944 tot februari 1945) in een bewerking door Jaak Slangen’, Roerstreek 33 (2001) [59-93], 68-69.
804 Leo Korsten noemde een getal van 160 en ook oom Jacq. Slangen memoreerde eenzelfde aantal in zijn lange brief aan Piet Huizinga van 29 dec. 1946 (waarover later meer).
805 Interview met mw. M. van der Laak-Scheepers, Louisahuis Roermond, op 2 sept. 1996, 15.
806 Persoonlijke mededeling van L. Slangen-Kleuters in 1999 aan de schrijver.
807 Eerste interview met Jacq. Slangen op 11 aug. 1995 in Herten, 2.
808 Fam. archief, ‘opgave geëvacueerd vee’ door Peter Slangen.
809 Interview met mw. M. van der Laak-Scheepers, op 2 sept. 1996, 13.
810 Zie hiervoor de incomplete lijst van evacués en onderduikers op Mortelshof, in ‘Barre maanden in Maasbracht en Linne,’ pag. 90, als ook op de website: mortelshof.nl
811 Slachtoffer en dader zijn bij de auteur bekend.
812 Bij Slangen, ‘barre maanden’, 77.
813 Sijes, Arbeidsinzet, 551. Een aantal van 7200 is veel te hoog en hoogstwaarschijnlijk een verschrijving (omdraaiing) van 2700. Ook bij Eric Munnicks, Van kazemat tot kelderleven, pag. 397 wordt door pastoor Vermeulen een getal van 2700 genoemd.
814 Voor de fusillade in opdracht van U. Matthaeas zie Barbara Beckers, ‘Transfer in de grensstreek. Roermondse dwangarbeiders in het Derde Rijk herinnerd en herdacht,’ Studies over de sociaal-economische geschiedenis van Limburg/Jaarboek van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg. Deel LVI-2011 [106-129], 107. Jaarlijks wordt op 30 december van het plein voor de H. Hartkerk in Roermond een stille tocht gehouden naar het monument op de Lüsekamp.
815 ‘Uit het dagboek van Harie Cuypers [Lerop 25, Sint Odiliënberg]’ in G. Janissen e.a., Sint Odiliënberg in de vuurlinie 1944-1945 (Sint-Odiliënberg 1995) [31-55]: 43-44.
816 Giel Wolters, ‘Willem Wolters van Overen maandenlang vermist ...’, in: Sint Odiliënberg in de vuurlinie 1944-1945, pag. 71.
817 ‘In November zochten inwoners van Susteren, Echt, Linne, Maasbracht, Roosteren en andere plaatsen hier hun toevlucht. Daarmede was de parochie aangegroeid tot ± 4000 zielen, waaronder 23 priesters. Behalve pastoor J.  Sieben en kapelaan Th. Thomassen, de Eerw. Paters Backes en Hillen en 10 Paters Redemptoristen verbleven er Kapelaan Packbier uit Susteren op de Jongenhof in Lerop, Pastoor Knops uit Maasbracht op Hoosden, Pastoor Hick uit Stevensweert bij Kapelaan Thomassen, Kapelaan Linssen uit Echt bij H. Hendriks; een Pater Trappist uit Susteren vond onderdak bij Wed. Keybeck en een andere Pater uit Susteren verbleef in het Reutje. Pastoor Lucassen uit Posterholt vond onderkomen bij Dr. Stapert [op de Meihof], Rector Schaken uit Heel vond een toevlucht bij de familie Mulders op de Bosberg’ [Citaat uit: St. Odiliënberg. Historische Schets over het oudste pelgrimsoord in Midden-Limburg (Roermond H. Timmermans, 1955) pag. 79-81].
818 Ibidem.
819 G. Sengers, C.ss.R., ‘De tijdelijke stichting te Maasbracht’, Monumenta Historica. Bijdragen tot de geschiedenis van de Nederlandsche Provincie der Redemptoristen. Tijdschrift ad usum privatum congregatorum, Jaargang III 1951, 120. 
820 Jaak Slangen, ‘Barre maanden,’ 81.
821 G. Sengers, C.ss.R., ‘Het noodhuis Maasbracht helpt het huis te Roermond en te St. Odiliënberg uit de nood. Maasbracht IV’, Monumenta Historica. Bijdragen tot de geschiedenis van de Nederlandsche Provincie der Redemptoristen. Tijdschrift ad usum privatum congregatorum, Jaargang VII 1955, [183-187], 187. 
822 Kapel in ’t Zand, Bbl2 38 (Kl. Arch.) Jaarboekje van de Nederlandse Provincie C. SS. R. 1 jan. 1947, pag 53. 
823 Partic. coll., officiële documenten van Duitse, Nederlandse en Amerikaanse overheden, verstrekt aan P.H.J. Slangen, Heide B 155, Linne. 
824 ‘Harie Cuypers in de vuurlinie op de Hei’, op donderdag 18 jan. 1945, 33.
825 Zie voor de plattegrond van de tankgracht en prikkeldraadversperring Sint Odiliënberg in de vuurlinie 1944-1945, pag. 30; voor de diepte en breedte van de tankgraaf: ‘Harie Cuypers in de vuurlinie op de Hei’ in idem, (31-55), 42 en de tekening in het artikel van Jan van der Steen, ‘Slagveld tussen Maas en Roer,’ Roerstreek 2 (1970) [11-72], 62. 
826 Van der Steen ‘Slagveld’ (1970), 13; Toni Krings, Eine Jugend im Krieg, 136.
827 Ron Mans, ‘Frontlijn aan de Roer. St. Odiliënberg in januari en februari 1945’, Roerstreek 37 (2005), 84-85: ‘Operatie Blackcock.’
828 Cammaert, Tussen twee vuren, 6-13 en 22.
829 Eric Munnicks, Van kazemat tot kelderleven. Roermond 1940-1945, 503. De sterkte van het bruggehoofd in Lerop bedroeg op dat moment ongeveer 250 manschappen.
830 Cammaert, Tussen twee vuren, 25.
831 Geciteerd bij Van der Steen, ‘Bruggehoofd’, 61. De Duitse verdediging bestond uit soldaten van een opleidingsbataljon van de 8ste Fallschirmjäger Division, soldaten van de 406de Division Infanterie zur besonderen Verwendung en soldaten van de 176ste Infanterie Division; ‘een bonte mengeling aan troepen’ bij Munnicks, Van kazemat tot kelderleven, 530. 
832 Vgl. de navolgende passage in In tornado’s wake, From le Havre to the Rhine, 93-94. Op 26 februari veegden de Amerikaanse bevrijders met veel moeite de rijksweg bij Linne schoon:
‘Company B Fifty Eight AIB commanded by captain Ralf G. Elias forced its way into the town [sic!] of Spielmanshof as the leading platoon reached the cover up the building in the edge of the town, it came under intense hill of mortar and small arms fire from the Heide Woods to the North. The platoon was completely cut off from all support. Radio contact with the artillery was disrupted and casualties began to mount. To secure radio so that contact could be reestablished, staff sergeant William Mc Clain and private first class Napoleon L. Bourget made a ... forward dash across open field, swept bij all types of fire.’   
833 Van der Steen, ‘Bruggehoofd’, 62-64.
834 Munnicks, 528.
835 Van der Steen, ‘Bruggehoofd’, 64-65.
836 Van der Steen, ‘Bruggehoofd’, 65; Munnicks, 530.
837 Eerste interview met Jacq. Slangen op 11 aug. 1995 in Herten; het eerste citaat op pag. 7 en het laatste op pag. 20.
838 ‘Duitse soldaat opgegraven in het Linner Bos’, Limburgs Dagblad van 14 juni 1985:
‘De Amerikanen werden na 14 dagen gevonden en door de toenmalige Ordedienst in de buurt van de Berkenallee begraven, De omgekomen Duitsers werden pas veel later gevonden. [...] [P.] Slangen meent zeker te weten dat de Duitsers pas eind maart/begin april 1945 werden begraven. Veel werk werd er destijds niet van gemaakt, omdat de lijken al in een staat van ontbinding verkeerden. Dat verklaart ook waarom de gisteren gevonden Duitser op z’n zij lag. Men heeft destijds een gat gegraven en daar het stoffelijk overschot in laten vallen. Van de zes Duitsers zijn er inmiddels vier teruggevonden. De eerste drie werden opgegraven in de jaren vijftig. Daarvan zijn er twee geïdentificeerd. De drie zijn herbegraven op het soldatenkerkhof te Ysselsteijn. Ook de gisteren opgegraven Duitser zal waarschijnlijk daar worden herbegraven. De Gravendienst heeft bij de opgraving géén herkenningsplaatje gevonden. Ook daarvoor heeft Slangen een verklaring. Een van de leden van de Ordedienst zou de zes herkenningsplaatjes naar Roermond hebben gebracht toen de Duitsers ter aarde waren besteld. Waar ze uiteindelijk terecht zijn gekomen is niet bekend. De man die de herkenningstekens verwijderd zou hebben is onlangs overleden.’   
839 ‘Stoffelijke resten van Duitse militair in Linne opgegraven’, De Limburger van 14 juni 1985.
840 Jo Smeets, ‘Opgraving militaire graven Linnerbos,’ Roerstreek 27 (1995), 80-87.
841 Brief van Toni Krings uit Karken van 31 aug. 2000 aan de schrijver.
842 Broer Bekkers, ‘Oorlogservaringen van de familie Jacques Bekkers-Smeets’, Sint Odiliënberg in de vuurlinie 1944-1945 (76-82), 80-82.
843 Interview van René Dittrich met Pierre Meuwissen over Jules Geradts (1870-1976) in oktober 2012 [dvd, gemaakt door Paul Cuijpers uit Posterholt].
844 Eerste interview met Jacq Slangen in Herten op 11 aug. 1995 op pag. 8:
‘Die fietsen hebben ze gewoon meegenomen. Wie, weet ik niet, Ik weet wel wie, maar ik wil het niet zeggen. Ik weet wie. [Maar, er is gewoon gestolen, hè?] Ja, ja, maar die fietsen heb ik later zien staan in Postert. En daar heb ik ook was aan de waslijn zien hangen van advocaat [mr. G.] Janssens. Die heb ik aan de waslijn zien hangen.’
845 Bericht in MAR van 9 okt. 1945:
‘Uit mijn woning verdwenen tijdens afwezigheid o.a. boeken. Der grosze Herder in bruine …. deelen plus atlas, behalve deel 7. Brockhaus Konversation Lexicon alle deelen behalve 9, 10 en 15; koffergrammofoon met cassette platen Linguaphooncursus Fransch; postzegelalbum; van salonameublement 2 fauteuils 2 armig …. mahoniehout, grijs pluche bekleeding en bijpasssend vierkanten salontafeltje, lage leeren fauteuil, 2 eikenhouten bijzettafeltjes, 4 stoelen eetkamer, grijs-groen gebloemd, moquette [fluweelachtig trijp pluche met ingeweven patronen] vierkant eikenhouten staande pendule. Gaarne inlichtingen ir. W.J. Dewez, Parklaan 26 Roermond (Kapel in ‘t Zand).’
846 Nagelaten stukken van Jan van der Steen: Colonel George Artman, ‘Comments on the combat action of the 58th AIB in the vicinity of Roermond, Holland, February 1945’ van 28 oktober 1986.
847 Ron Mans, ‘Frontlijn aan de Roer. St. Odiliënberg in januari en februari 1945’ (2005), 99-100.
848 Eric Munnicks, Van kazemat tot kelderleven, 533-536 en 537-540.
849 Op 6 juli 2005 bracht Laurent Rex Barrow van de A-company met zijn vrouw uit Navarre Florida nog een bezoek aan Mortelshof.
850 Eric Munnicks, Van kazemat tot kelderleven, ‘Crash van een Halifax bommenwerper’ (183-194), 190 (een bewerking van een artikel van Jan van der Steen). Bij het maaien in juli ’43 van die graanakker stuitten de mannen op een kuil waar iemand met zijn bips en rug was neergekomen. ‘Ik weet alleen dat toen op een gegeven moment gezegd werd: “Daar is een vliegenier neergekomen!” […] Die afdruk was er nog’ [interview met ir. L. Korsten in Lelystad op 26 aug. 1995, 9].
Toni Krings vermeldt het neerstorten van een Amerikaanse [Lockheed P-38] Lightning in het Linnerveld:
‘Der Pilot einer Lightning, die im Linner Feld zu Boden musste, hatte mehr Glück. Nach gelungener Bruchlandung sprang er aus seiner Doppelrumpfmaschine und rannte dem Waldrand zu. Mehrere deutsche Fahrzuge setzten sich vom Mortelshof aus sogleich in Bewegung, um den Flüchtenden zu fangen. Aber dessen Staffelkameraden, die das Geschehen aus der Luft beobachtet hatten, stürzten sich wie die Falken auf alles, was sich in der nähe der Absturzstelle bewegte und deckten mit ihren Bordwaffen die Flucht des Freundes. Die Linner versteckten den Piloten in einem ausgedienten ‘Backes’ (Backhaus) und verhalfen ihm später zur Flucht durch die Front’ [Eine Jugend im Krieg (1982), 109].  
851 Anders dan Leo Korsten en Jacq. Slangen dateren verschillende bronnen de razzia, die tevens op naburige boerderijen werd gehouden, op 16 december 1944, zoals Fien Lutke Schipholt in haar manuscript [pag. 36], Harie Mulders (1913-1961) in zijn dagboek ‘In de vuurlinie op Posberg’ in Sint Odiliënberg in de vuurlinie 1944-1945 [63-70], 65 en de redemptorist, pater Leo van de Laar, ‘Paters en broeders in de vuurlinie op De Zantis,’ Sint Odiliënberg in de vuurlinie 1944-1945 [120-123], 121.
852 A short history of the 7th Armoured Division, 123:
‘In the afternoon of 25th a succesful raid on the Heide Woods was carried out in conjunction with the fifht Royal Tanks in which the commandos although cooperating with tanks for almost the first time fell into the drill at once. Thereafter they contended themselves with local patrolling and propaganda broadcast reinforced by artillery concentration against the islands which brougt the sign of twelve men’.
853 Uit het Register van het Engelse Militaire Kerkhof te Nederweert [met graflocatie IV, G2] MESSENT, Capt. John Colin age 26 5th Royal Tank Regiment, R.A.C. 30th January 1945. Son of Charles Edwin and Frances May Messent [brief van † J.J.H. van der Steen, Herten 12 maart 1996 aan de schrijver].
854 Eerste interview met Jacq. Slangen op 11 aug. 1995 in Herten, 1-2. Wie er persoonlijk bij betrokken is geweest en zelfs het noodgraf van de Duitsers heeft moeten verzorgen, was Hary Cuypers op de Heiweg achter het Linnerbos. Zie diens verslag uit de eerste hand in: ‘Uit het dagboek van Hary Cuypers [Lerop 25, Sint Odiliënberg]’ in Sint Odiliënberg in de vuurlinie 1944-1945 [31-55]: ‘Dinsdag 30 januari’ [op pag. 39] en naschrift met groepsfoto [op pag. 54-55]. Ook Krings stond stil bij dit tragische gebeuren:
‘Zu besonders erbitterten Gefechten kam es in der Linner Heide, in der Nähe des Mortelshofes. In den Nachmittags-stunden der 30. Januar 1945 erreichte ein Spähtrupp der 1. Kommando-Brigade unter dem Befehl von Captain Adam Leaphard und Lieutenant Terence Hugo, über das weite, winterliche Feld von Linne her kommend, den Waldrand hinter der Heide. Die Männer waren froh, unbehellicht die schützende Dickung des Waldes erreicht zu haben. Dennoch hielten sie vorsichtig nach allen Seiten Ausschau, denn auch hier konnte hinter jedem Baum der Tod lauern. Als sie im Gänsenmarsch einen Waldpfad entlang gingen, hämmerte plötzlich ein deutsches Maschinengewehr los. Die deutschen Fallschirmjäger, die am andern Waldrand in ihrem MG-Nest hockten, hatten die Britten herankommen sehen und in die Falle laufen lassen. Leutnant Hugo brach tödlich getroffen zusammen. Auch der an der Spitze gehende Captain Leaphard stürzte schwerverwundet zu Boden. Die andern ergriffen die Flucht’ [Vervolgens beschreef Krings de belevenissen van Harie Cuypers, die beide doden van de Duitsers moest begraven. Vgl. diens dagboek].
Da lagen die beide Officiere nun in einsamen, fremden Wald, fern von ihrem Familien und ihre Heimat. Eine britische Gräberkommission bettete sie später um auf den Soldatenfriedhof von Nederweert [te worden begraven]’ [Eine Jugend im Krieg, 138].     
855 ‘Een pantserauto met vlees, brood en blikjes hadden ze blijkbaar nog niet meegemaakt. Een lepeltje poeder uit een blik in een kopje en dan kokend water erop: heerlijke thee met melk en suiker. Wij mochten ook proeven’ [‘Harie Cuypers in de vuurlinie op de Hei’, 39].
856 H. Mulders, ‘In de vuurlinie op de Posberg’, Sint Odiliënberg in de vuurlinie [63-70], 69.
857 Partic. Coll. Ir. L. Korsten, ‘Mijn verhaal. Verslag van onderduik in St. Odiliënberg en tewerkstelling in Hilden (Dld.) 1943-1945’ (Lelystad, 20 april 1990) [23 pag.].
858 Bericht in LKO van 21 mei 1943.
859 Aan de hand van scheepvaartberichten en officiële berichten van de Indische Dienst zijn carrière en verloven van Leo Korstens vader goed te volgen. H.H. Korsten scheepte zich met zijn eerste vrouw in op s.s. ‘Koningin der Nederlanden’ op 5 dec. 1914. Hij werd benoemd tot onderwijzer 3de klasse bij de ‘Openbare Europeesche’ school in Poerwokarto [Nieuws van den Dag van Nederlandsch-Indië, 16 jan. 1915]. Zijn oudere (half)broer Henricus zou in 1917 op Celebes zijn geboren.
Tijdens diens eerste verlof (na 7 jaar en 9 maanden dienst) voer ‘H. Korsten en k.’ (tussentijds moet zijn vrouw zijn overleden) op 14 febr. 1922 op de s.s. ‘Gelria’ van Batavia af naar Amsterdam [Bataviaasch Nieuwsblad van 14 febr.1922 en NRC van idem]. In de LKO van 7 aug. 1922 is de huwelijksafkondiging van H.H. Korsten met Philomena J.H. van Borren in Herten te vinden. Op 23 okt. 1922 ‘voeren H.H. Korsten, echtg. en k.,’ op de s.s. ‘Kawi’ naar Batavia [De Tijd van 23 okt. 1922]. Ze werden op 24 nov. 1922 verwacht op de rede van Tandjong Priok [Nieuws van den Dag van Nederlandsch-Indië van 18 nov. 1922]. Korsten werd bevorderd tot onderwijzer 1ste klasse bij de MULO van Madioen [Nieuws van den Dag van Nederlands-Indië van 2 jan. 1923].
Op 22 nov. 1926 kondigde het Bataviaasch Nieuwsblad aan dat H.H. Korsten (thans onderwijzer 1ste klasse) de directie van de 1ste MULO-afd. van de A.M.S. te Malang zou gaan waarnemen. Een jaar later (op 27 oktober 1927) berichtten Bataviaasch Nieuwsblad en Nieuws van den Dag van Nederlandsch-Indië dat H.H. Kosten was bevorderd tot directeur van de 1ste MULO te Malang. Deze aankondiging werd overgenomen in Het Vaderland en de NRC van 26 nov. 1927.
Na tweejarige dienst en 8 maanden kreeg directeur Korsten opnieuw verlof voor 8 maanden. Op 17 juli 1929 vertrok Korsten met vrouw en kinderen met de ‘Insulinde’ van Batavia naar Rotterdam [Indische Courant van 16 juli 1929]. De NRC, A.H. en De Tijd berichtten de aankomst van deze Indische verlofgangers op 21 aug. 1929. De Tijd en A.H. meldden op 20 mei 1930 dat de ‘fam. H.H. Korsten’ met s.s. ‘Johan de Witt’ op 20 mei van Amsterdam zou afvaren naar Batavia. Het Soerabaijsch Handelsblad berichtte op 20 juni 1930 de aankomst van ‘H.H. Korsten, mevr. Korsten en kinderen’.
Kort voor kerstmis 1932 kondigde het Nieuws van den Dag van Nederlandsch-Indië [23 dec. 1932] het ontslag aan ‘op verzoek, wegens volbrachten diensttijd, met ingang van 28 Juni 1933, eervol en met recht op pensioen uit ’s Lands dienst, H.H. Korsten, directeur openbare MULO-school te Koetaradja.’ Op 24 juni 1933 berichtte Bataviaasch Nieuwsblad dat ‘H.H. Korsten, mevr. Korsten en kinderen’ met de m.s. ‘Sibajak’ op woensdag 28 juni 1933 van Batavia zouden vertrekken. Het Vaderland van 18 aug. 1933 meldde onder de rubriek ‘Indische Dienst’ dat in Europa was aangekomen ambtenaar H.H. Korsten van Koetaradja op weg naar Roermond, Markt 17.       
860 Korsten noemt in zijn verhaal het jaar 1935, maar de scheepvaartberichten en de bekendmakingen van de Indische Dienst vermelden 1933.
861 Berichten in Het Vaderland en De Tijd van 28 sept. 1942; de Maas- en Roerbode en LKO van 1 okt. 1942 en De Tijd van 21 okt 1942 (doctoraal geneeskunde tweede gedeelte).
862 Korsten, Mijn Verhaal, 6.
863 Sijes, De arbeidsinzet, 293.
864 Ibidem, 293-294.
865 Interview met ir. L. Korsten op 26 aug. 1995 in Lelystad, 16.
866 Idem, 19.
867 Jacq. Slangen in de Roerecho. Weekblad voor Sint Odiliënberg (aug. 2005), n° 32 t/m 35, pag. 5. Vgl. ook het interview met ir. L. Korsten (Lelystad 26-08-1996), 25 en ‘Dagboek Harie Mulders (1 september 1944 – 2 april 1945). De belevenissen op en om Posberg’, 3: over de razzia ‘met Graatje Engelen uit Roermond als gids.’
868 ‘Dagboek Harie Mulders.’ 3.
869 Voor de achtergronden van het ontstaan en ontwikkeling van de Limburgse onderduikorganisatie zie: A.P.M. Cammaert, Het verborgen Front. Deel I (Leeuwarden 1994), 496-506.
870 Veel later vermoedde Korsten dat ‘iemand van de PLEM’ hem naar Mortelshof had gebracht, maar de naam is verloren gegaan. 
871 Met het boerenwerk was Leo Korsten sinds zijn overkomst uit Nederlands-Indië vertrouwd geraakt op de boerderij van zijn twee ooms in Herten-Ool: Christiaan H. Korsten (1886-1972), landbouwer, raadslid, wethouder en later ontvanger van de gemeente Herten die in 1930 was gehuwd met Agnes J.H. Snijders (Ze woonden op Kemp 1, Ool) en diens jongere ongehuwde broer, Josephus J.H. Korsten (1893-1984), die bij hen inwoonde [met dank aan Jo Schreurs voor deze informatie].
872 Al die tijd kreeg hij geen loon uitbetaald. Leo moest het doen met kost en inwoning [interview van de schrijver met ir. L. Korsten op 26 augustus 1995 in Lelystad].
873 Leo Korsten was in oktober ’43 wel nog enige weken bij zijn ouders thuis gaan uitzieken nadat hij met zijn linker hiel in een mestriek was gestapt. De wond wilde maar niet helen en hij voorzag dat zijn been niet voldoende rust zou krijgen op Mortelshof. Zijn mentor had geen bezwaar [‘Mijn verhaal’, 9].
874 Theo Nout, zoon van de beheerder van het schoolschip, herinnerde zich als jongen nog in 2014:
‘Op een morgen werden we ruw gewekt door “Fallschirmjäger”, een groep onder commando van een officier met een grote pet op. Nadat we de hele morgen onder bewaking hadden gestaan moesten we afmarcheren in de richting van Melick. Let wel, de gehele bevolking van Mortelshof: ouderen en kinderen. Er was zelfs een moeder bij met een pas geboren baby.
Aan het eind van de oprijlaan moesten we weer enige tijd wachten. De heren moesten eerst wat “Schnapps” drinken. Daarna ging het verder richting Melick. Halverwege werd er weer halt gehouden. De vrouwen en kinderen moesten nu terug en de mannen werden meegenomen.
Terug op de boerderij hebben we met twee flinke boerendochters de dieren gevoerd. Vader had tegen me gezegd: ‘Pas goed op je moeder. Ik kom terug!’ ’s Middags ben ik [bij] de poort aan de achterzijde gaan zitten. In de loop van de namiddag kwamen er al enige oudere mannen terug. Het begon al te schemeren en toen zag ik vader aankomen. Ik schreeuwde: ‘Daar is hij!’ Het leek wel alsof Prins Bernhard eraan kwam. De hele boerderij liep uit.
Er is nog veel meer gebeurd, maar ik ben tenslotte geen boek aan het schrijven.
De laatste dagen werden we zwaar beschoten en waren er veel Duitsers op de boerderij. Op een morgen zag ik plotseling tanks onze richting opkomen. Het waren Engelsen [...] de “Desert Rats”. Op ons verzoek om mee te [mogen] lopen achter de tanks gingen ze niet in, maar ’s middags kwam de infanterie en die zou ons wel meenemen. Ook dat gebeurde niet en ’s nachts waren de Duitsers weer op de boerderij.
De volgende morgen pakte vader de kar en zijn we door het niemandsland naar de overweg in Linne gelopen, waar we verder opgevangen werden door Engelse commando’s’ [brief van Theo Nout uit Maasbracht aan de auteur op 25 april 2014].  
875 ir. L. Korsten, ‘Mijn verhaal. Verslag van onderduik in St. Odiliënberg en tewerkstelling in Hilden (Dld.) 1943-1945’ (Lelystad 20 april 1990) [typoscript, 23 pag.]; interview met ir. L. Korsten op 26-08-1995 en zijn brief van 26-02-1996 aan de schrijver. Dhr. Korsten is overleden op 16 juni 2000.
876 ‘Mijn verhaal’, 22; De Tijd van 26 jan. 1952: ‘Examens Wageningen ing. examen Nederl. Landbouw’ L. Korsten, Roermond.
877 Interview met ir. L. Korsten op 26 aug. 1995 in Lelystad, 31.
878 Ook zijn vader verloor zijn eerste vrouw in Indië na de geboorte van Leo’s halfbroer.
879 [J.C. (Koos) de Valk, zelf zoon van een binnenschipper] ‘Voor de schippers liggen de feestdagen van Kerstmis tot Nieuwjaar’, Maas- en Roerbode van 24 dec. 1964.
880 Raymond S. Ross, When Your Number’s Up. Meritocracy goes to War (First Page Publications Livonia Michigan 2005), 43-46.
881 Eerste interview met Jacq. Slangen op 11 aug. 1995 in Herten, 7.
882 Mia van der Laak-Scheepers in haar eigen woorden in ‘Oorlogsherinneringen’ (56-58):
‘Ik werd op een brancard gelegd en wij vertrokken. Wij waren ook zoo bang om te lopen. Iedereen achter elkaar, want alles lag vol met landmijnen [...] Wij waren even buiten de poort van de boerderij, of daar vlogen ons de kogels om de oren. De brancard werd op de weg gezet en iedereen vluchtte achter [kastanje-]boomen. Ik duwde de hoofdjes van de jongens [Niek en Bert] bij mij op de dekens. De moffen zaten in het [Linner-]bosch en bleven schieten. Ik zwaaide met een onderbroekje van de jongens. Wij zagen maar twee moffen. De [begeleidende] mannen gaven zich over. De moffen schreeuwden maar dat wij moesten komen. Maar niemand ging. Eindelijk kwamen ze aankruipen over het land. Wij allen gevangen. Een Roode Kruisman zei dat ik direct hulp moest hebben. Er moest gauw een dokter komen. Na veel praten mochten de civiele mannen mij wegbrengen ... [De twee Britse Rodekruissoldaten werden in flagrante strijd met de Oorlogsconventie van Genève ‘in hechtenis genomen’].’
883 Partic. archief, Jacq. Slangen, brief aan Piet Huizinga in Groningen van 29 dec. 1946.
884 Eerste interview van de schrijver met Jacq. Slangen op 11 aug. 1995, 6.
885 Idem, 16.
886 Herinneringen van Jacq. Slangen (Camillus 25 jan 2004) in De Roerecho. Weekblad voor Sint Odiliënberg (augustus 2005) no’s 32 t/m 35, pag. 5.
887 H. Mulders, ‘In de vuurlinie op de Posberg’, Sint Odiliënberg in de vuurlinie 1944-1945 (Sint-Odiliënberg 1995) [63-70], 69.
888 Partic. archief, Jacq. Slangen, brief aan Piet Huizinga in Groningen van 29 dec. 1946.
889 Een oproep in Veritas van 5 maart 1945.
890 Eerste interview […] 11 aug. 1995, 6.
891 Eerste interview 11 aug. 1995, 20.
892 Eerste interview, 7.
893 Volgens Jacq. Slangen zijn mijn moeder en mijn broer Herman begin maart terugkomen. Zij zijn echter pas ruim een maand later teruggekeerd naar Mortelshof.
894 Opgave in dossier Mortelshof BWB van 20 dec. 1946.
895 Ibidem.
896 Herinneringen van Jacq. Slangen (Camillus 25 jan. 2004) in De Roerecho van augustus 2005.
897 Eerste interview op 11 aug. 1955, 7.
898 Fien Lutke Schipholt, ‘Evacuatie III’, 86-88.
899 Eerste interview op 11 aug. 1995, 20.
900 Eerste interview, 7.
901 Ibidem.
902 Eerste interview, 8.
903 Ibidem. In zijn Herinneringen in de Roerecho noemde hij: ‘Ook Frits Claessen uit Berg was bereid ons te helpen.’
904 Eerste interview, 9.
905 Eerste interview, 20.
906 Vgl. de oproep van de gebroeders Slangen in Veritas van 7 maart 1945.
907 Eerste interview, 9.
908 Ibidem, 9.
909 ‘Mededeelingen van den Dienst Landbouwherstel’ In: MAR van 23 april 1945.
910 ‘Ibidem, Dienst Landbouwherstel:   
            Ondergeteekende deelt mede:

            De inspecteur Ir. J.Ch. Bles, Willem II Singel Roermond.
911 Archief Wederopbouw Mortelshof, De Rijksdienst voor Landbouwherstel kende aan de gebrs. Slangen op 25 febr. 1954 een vergoeding toe van ƒ225 voor ‘een schijvenegge in exploitatie bij onze dienst bij het mijnen ruimen in de lucht gevlogen.’
912 Zie de advertentie van M. Houben uit Heerlen in: MAR van 19 nov. 1945.
913 ‘Melick het Mijnongeluk’ in: Maas- en Roerbode van 29 juni 1946.
914 L. Tosserams uit Venlo. ‘Granaat ontplofte in zijn handen’ in: Limburgsch Dagblad van 16 maart 1972.
915 Brief van Jacq. Slangen aan Piet Huizinga van 29 dec. 1946. Hij vatte de werkzaamheden als volgt samen:
‘Onder moeilijke omstandigheden werd weer begonnen op Mortelshof. De opbrengst van ± 12 ha pootaardappelen zat nog in de kuilen. Hieraan was niet veel schade en hieraan was in Limburg groot gebrek. Een voordeel was dat ze in de herfst reeds gesorteerd waren. Met ons drieën hebben we deze helemaal gereed gemaakt. Mijn broer zorgde dat ze weggehaald werden en voor zakken. Hij had toen van ’t M.J. [Provinciaal Voedselcommissariaat] de opdracht Limburg zoo goed mogelijk van pootaardappelen te voorzien. Maar er werd meer gedaan. Op onze landerijen lagen verschillende tankmijnen, op mijnen geloopen jeeps, een pantserauto, doode moffen en doode Amerikanen. Ook deze werden opgespoord en de aanwezigheid doorgegeven aan de betr. instanties, die voor opberging der lijken zorg droegen. Ook de mijnen werden direct opgeruimd, nadat wij ze zelf hadden opgespoord en aangewezen. Van een bevriende boer uit Z.-Limburg [Ant. Brands uit Houthem Sint Gerlach bij Valkenburg] konden we een tractor met ploeg huren zoodat ook op de akker weer iets gebeurde. De heele zomer hebben wij veel werk (extra werk) moeten besteden voor dichting van springgaten, granaattrechters, bunkers, tankwegen, enz.’
916 Citaat uit blad II, beantwoording van gestelde vragen, behorend bij brief van Jacq. Slangen van 21 febr. 1996 aan de schrijver.
917 Op 29 januari ’45 heeft Peter Slangen een certificaat gekregen dat hij tot de bewakingstroepen van de Nederlandsche Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) behoorde als ‘ordonnans-chauffeur’ in het district Roermond dat toen nog maar half bevrijd was. Of hij al die tijd voeling is blijven houden met rijkslandbouwconsulent ir. J.W. Dewez (die als reservekapitein had deelgenomen aan de slag om de Grebbelinie, later gegijzeld van 13 juli 1942 tot 17 december 1942 in Sint-Michielsgestel, op de achtergrond actief in de illegaliteit in Midden-Limburg) is aannemelijk, maar valt niet te bewijzen. Dewez was districtscommandant van de Orde Dienst (OD), die later is opgegaan in de BS Roermond. Op dat moment kon Dewez Peter Slangen, in het bezit van een personenauto, natuurlijk goed gebruiken als ordonnans-chauffeur. Op 2 maart (een dag na de bevrijding van Roermond) kreeg Peter Slangen ook vrijstelling van de ‘Veiligheidsbepalingen van het Geallieerd Expeditieleger’ om als chauffeur ‘to travel from Echt to Roermond and return via Military bridge also Venlo’. Twee dagen later werd zijn vrijstelling door the Military Government U.S. Army zelfs verruimd. Hij werd vrijgesteld van de avondklok en van reizen door Duitsland en België waarbij nu als reden werd opgegeven: ‘member of the underground movement’. Weldra was hij ook werkzaam voor het Voedselcommissariaat en lid van de Adviescommissie voor Landbouwherstel. Medio november 1946 gaf hij op een vergadering van de Landbouwbond in Berg voorlichting over de uit te keren voorschotten voor de geleden schade [MAR van 13 nov. 1946]. 
918 ‘St. Odiliënberg. De Boerenstand’, in: MAR van 25 april 1945.
919 Herman Smeets, ‘De evacué’s in het Noorden van ons land worden opgehaald,’ Sint Odiliënberg in de vuurlinie, 87-88.
920 Persoonlijke mededeling van mijn vader aan de schrijver.
921 Broer Bekkers, ‘Het bevrijdingsfeest en de optocht van Sint Odiliënberg’, Sint Odiliënberg in de vuurlinie, 89.
922 ‘Ontstellende cijfers’ in: MAR van 5 juli 1945.
923 ‘De problemen’ in: MAR van 20 juli 1945.
924 Tabel XX van 1 sept. 1946 hier in het boek geeft andere cijfers.
925 ‘Ontstellende cijfers’ in: MAR van 5 juli 1945. 
926 RHCL Maastricht, Archief Stichting Herstel Limburg 1945, inv.nr. 59: Stukken betreffende de bemiddeling bij de wederopbouw en de voorziening van vee en goederen ten behoeve van de landbouw 1 omslag. [typoscript] Prov. Voedselcommissaris v. Limburg Dings [Roermond 20 juli 1945], ‘Samenvatting verloop en resultaat aanvulling veestapel in Limburg’.
927 Jacq. Slangen schreef over zijn broer Peter, lid van de BS: ‘Hij moest zorgen voor een zo goed mogelijke voorziening van voedingsmiddelen en zaad- en pootgoed in de getroffen gebieden en ze zijn ook op oorlogspad geweest in Duitsland; ook hebben ze mensen uit de mijnenvelden gehaald’ [in: brief van J. Slangen aan de schrijver van 21 febr. 1996 met bijlage II verso].
928 Op een open plek in het Linner bos hadden de gebroeders Slangen lange tijd één van hun paarden weggezet. Maar op zeker moment vonden de Duitsers die het bos aan het uitkammen waren op onderduikers, de merrie en namen haar mee. ‘Toen waren we die ook kwijt. Ik wilde dat paard nog gaan halen, maar toen ik ongeveer aan de Mortel was, toen zag ik de Duitsers achterom komen. Ik liep toen op de laan aan. In plaats van op huis aanging ik de andere kant op. Toen schoten ze op mij. Ik kon [...] achter een dikke kastanjeboom wegvluchten [eerste interview met Jacq. Slangen, 4-5 en 20].
929 Verslag van een gesprek van de auteur met Jacq. Slangen op 5 aug. 2001, punt 7.
930 ‘15 december was E. – een berucht stroper – bij ons kastanjes aan het rapen. Ik heb hem toen gezegd dat hij moest vertrekken, alleen mensen die bij ons geëvacueerd waren, mogen kastanjes rapen. 16 december stond E. met enkele Duitsers bij ons op de boerderij. Alle bewoners moesten mee’ [Jacq. Slangen, in Roerecho, 5]. Harie Mulders noemde hem in zijn dagboek met naam en toenaam: ‘16-12-1944. Fallschirmjäger, met Graadje Engelen als gids, houden razzia op Posberg en jagen ons allen het huis uit’ [in: Sint-Odiliënberg in de vuurlinie (1995), 65]. 
931 ‘... Die heeft de zaak verraden. Zo is het mij verteld. En die schijnt ook voor het gerecht te zijn geweest’ [interview met L. Korsten, 25].  Door toedoen van Henk Lutke Schipholt, die toen functioneerde als Intelligence Officer bij de Repatriëring zou G.E. zijn gearresteerd en veroordeeld. ‘Alles wat over de Duitse grens ons land binnenkomt, wordt ondervraagd. Verkeerde elementen, vooral NSB-ers, worden goed opgeborgen’ [Fien Lutke Schipholt, ‘Het verhaal van een evacuatie op Mortelshof’ in: HVR Jaarboek 33 (2001), 88]. Ook Jacq. Slangen bevestigde deze onfortuinlijke afloop voor G.E. in ons gesprek op 5 aug. 2001, punt 6.    
932 Brood-NSB-ers: ‘Deze groep bestond voornamelijk uit “eenvoudige onontwikkelde lieden”, zoals fabrieksarbeiders, betonarbeiders, vrachtwagenchauffeurs en keuterboeren’. Geciteerd uit: Joggli Meihuizen, Noodzakelijk kwaad. De bestraffing van economische collaboratie in Nederland na de Tweede Wereldoorlog [diss.] (Amsterdam 2003), 336.
933 Eerste interview, 9.
934 Een van hen, Theo Vlaar (of Flaar), bezocht in de jaren negentig van de vorige eeuw mijn moeder in haar bungalow (de oude noodwoning); daar heb ik met hem gesproken. Jammer genoeg heb ik hem later niet meer weten op te sporen voor een interview. In zijn brief aan Huizinga liet Jacq. Slangen de tewerkstelling van ‘Brood-NSB-ers’ achterwege.
935 ‘Houtverkoop St. Odiliënberg’ in: MAR 19 en 26 jan. 1946.
936 Partic. archief, Map Molest, brief Staatsbosbeheer aan de gebrs. Slangen van 20 okt. 1949. Het handelde om een houtmassa van 195 m3 (14 cm doorsnede) van goede kwaliteit mijnhout. Het sterk geaccidenteerde terrein zou door de gebrs. Van Pol uit Montfort opnieuw zijn ingeplant met dennen.
937 Ibidem.
938 J.C.Th. Stassen was OD-commandant geweest in Echt, dat onder Roermond ressorteerde [Cammaert, Verborgen front II, 900-901]. In Echt echter waren de onderlinge verhoudingen danig op de proef gesteld door een aloude vete tussen de OD-commandant Stassen en gemeenteambtenaar A.A.M.L. Kruytzer [Cammaert, Verborgen front II (913)]: ‘Na de bevrijding werd Kruytzer meteen de huishuur opgezegd en zijn inboedel geconfisqueerd. Die ging tot overmaat van ramp prompt in vlammen op. De dader(s) werd(en) nimmer opgespoord. Door plaats te nemen in de plaatselijke commissie tot zuivering van het gemeentepersoneel overspeelde Stassen zijn hand. Veel inwoners van Echt en de plaatselijke geestelijken achtten de grenzen van het betamelijke definitief bereikt en roerden hun mond ten gunste van Kruytzer. [noot 258]. De oorlog woedde in Echt, zij het verbaal, nog geruime tijd voort.’
939 Persoonlijke mededeling van Tim Dziurawski (die dit verhaal ooit van Peter Slangen heeft gehoord) aan de schrijver.
940 Vrij Nederland, Je Maintiendrai, Christofoor van 14 april 1945.
941 dr. S.M. Elpers-von Samson-Himmelstjerna, Erfenis van het verlies. De strijd om de wederopbouw van Boerderijen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog (Amsterdam 2014, pdf-bestand; 2017 handelseditie), 42. Het BWB werd onder de oorlog opgericht na de eerste verwoestingen in Nederland tijdens de Meidagen 1940. Die verwoestingen, die in 1943 en de inundaties van Walcheren en de Wieringermeer, als ook de voorgeschiedenis van de BWB blijven hier buiten beschouwing. [Begin 2019 zou een handelseditie van haar proefschrift verschijnen: Sophie Elpers, Wederopbouw boerderijen. Agrarisch erfgoed in de strijd over traditie en modernisering 1940-1955 (Naio10 uitgevers Rotterdam 2019). Voor onze studie is steeds gebruik gemaakt van het oorspronkelijke pdf-bestand.]
942 dr. S.M. Elpers, Erfenis van het verlies. De strijd om de wederopbouw van Boerderijen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, 25-26.
943 Elpers, Erfenis van het verlies, 27.
944 Vgl. Elpers, Erfenis van het verlies, op pag. 26 onder noot 22.
945 Beide rekeningen van Hövelings werden op 15 januari '46 opgesteld en eerst op 6 maart '46 betaald.
946 Inclusief garage en werkruimte daarnaast heeft de loods ± 1043 m3 bedragen.
947 Partic. Archief, Ordner ‘Molest’, (op briefpapier van gebr. Slangen Mortelshof): ‘Overzicht van gedane betalingen tot den Herbouw van het sorteer- en pakhuis (loods). Goedgekeurd den 19-6-45 No LB 1831’ met 19 posten: 1. betaald aan loon Jac. Hövelings Melick: 667.32; 2. betaald aan loon arbeiders beschikbaar gesteld door gebr. Slangen: 768.00; 3. Vracht beschadigd ijzer (C.V. Janssen Horst): 30.00; 4. Kosten reparatie ijzer (Kubber): 426.10; 5. beton- en constructie-ijzer (Kubber): 3.075.00; 6. 11.370 stuks kalkzandsteen: 284.25; 7. cement: 617.40; 8. beton, grind en metselzand: 650.36; 9. bouten en schroeven van Van Enckevort Blerick: 13.90; 10. glas Hilgers: 70.18; 11. rekening timmerman Cremers Linne: 22.10; 12. hang- en sluitwerk Lamers Roermond: 7.80; 13. arbeidsloon betonconstructie aannemer H.M. Franssen Blerick: 931.71; 14. glas Heerlen: 282.35; 15. bakstenen Stassen Echt: 807.47; 16. vrachten stenen (doorgestreept: cement opruiming, enz.): 533.00; 16. kosten berekening betonconstructie 25.00; 18: dakpannen (De Valk, Echt): 403.92 en 19. kepers en hout: 404.20. De totale kosten van de herbouw van de loods bedroegen ƒ10.020.06.      
948 Het is niet uitgesloten dat architect P.J. Coppen uit Baexem, die ook de St. Jozef Hoeve in Veulen voor de gebroeders Slangen heeft ontworpen, de tekening van deze noodwoning heeft gemaakt.  
949 Kadastrale aanduiding: Posterholt A 3555, groot: 3 a 35 ca; Kleine Bergerweg 17, gemeente Roerdalen. De bouwtekening werd gemaakt door architect T. Spoelstra, terwijl de uitbreiding en verbouwing werden goedgekeurd door de gemeente Linne op 23 dec. 1974. 
950 Eerste interview met Jacq. Slangen, 17.
951 Slot van Jacq.’s brief van 29 dec. 1946 aan Piet Huizinga.
952 Zie de correspondentie tussen mej. M. H. Kleuters, landbouwhuishoudconsulente en ‘Provinciaal Leidster van de St. voor Maatschappelijk Werk ten plattelande – district Sittard’ en mej. N. Aerts, Sociale afd. Stichting Herstel Limburg (vier brieven in de maand oktober 1946). Het citaat is uit haar brief van 29 okt. 1946) [RHCL Maastricht 06.22: Archief van de Stichting Herstel Limburg 1945, ‘In- en Uitgaande post onder de letter S’: 149].
953 Eerste interview met Jacq. Slangen, 7.
954 Ordner Molest, [doorslag van] brief van P. Slangen aan P. Lamers van het Adviesorgaan voor oorlogs- en rampschade van het Landbouwschap te Nijmegen op 1 mei 1956. In een brief van Lamers van eind april 1956 aan het Grootboek voor de Wederopbouw te Scheveningen memoreerde deze: ‘Van overheidswege werd in dit geval een noodwoning (inhoud ± 250 m3) gebouwd, terwijl voorts een nooddek werd aangebracht op de restanten van koe- en paardenstallen. De kosten hebben van een en ander hebben in eerste aanleg ƒ6.853,- bedragen.’ 
955 Partic. Archief, uit brief van 29 dec. 1946 van Jacq. Slangen aan Piet Huizinga in Groningen.
956 Jacq. Slangen, Herinneringen in de Roerecho, 7.
957 Ordner ‘Molest’, Brief van 1 mei 1956 van P. Slangen aan P. Lamers van Adviesorgaan voor Oorlogs- en Ramp-schade.
De uitgaven voor noodwoning en noodstallen in 1945 bedroegen ƒ6.853 [brief van Lamers aan Grootboek van de Wederopbouw, eind april 1956] en voor de loods ƒ10.020 [overzicht gedane betalingen herbouw loods], samen ƒ16.873.
958 Ordner Molest, citaat ontleend aan brief (getypte doorslag) van P. Slangen aan de Mij. tot Financiering van het Nationaal Herstel N.V. (Kneuterdijk 6 Den Haag) van 18 aug. 1947. Jacq. Slangen had op 29 december 1946 aan Piet Huizinga geschreven:
‘Inmiddels [6 dec. 1946] is de teekening van onze nieuwe boerd[er]ij goedgekeurd. Materiaal is aangevraagd. Zoodra hiervoor de toewijzing is, zullen we kunnen aanbesteden. [...]De begrooting voor deze nieuwbouw is op ƒ 170.000 geraamd. Voor de oorlog zou dit rond de ƒ 20.000 geweest zijn. Alles bekeken, moet men zich afvragen of in de toekomst de rente voor zoo’n kapitaal ook wel opgebracht kan worden.’
959 In een brief van 28 april 1954 kwam de schade-afdeling van de APM tot een definitieve schadevergoeding van ƒ97.614,96. Toen eind september 1954 nog een laatste bedrag van ruim ƒ22.000 was ontvangen, schreef P. Slangen aan de APM: ‘Wij mochten de totale afrekening van de Molestverzekering ontvangen. Wij hebben behoefte om onze erkentelijkheid en warme dank te betuigen voor de totale uitslag Uwer uitkering. Wel heeft de lange afwikkeling lang geduurd, maar hieraan kon U ook niets veranderen, omdat de wettelijke regeling een belemmering was voor deze afwikkeling. Maar totaal bezien heeft de A.P.M. onder kundige leiding toch gepresteerd wat niemand durfde te verwachten.’
960 Ordner Molest, brief van P. Slangen van 10 okt. 1947 aan het Algemeen Plattelands Molestfonds.
961 Ordner Molest, brief van P. Slangen aan Adviesorgaan voor oorlogs- en rampschade van het Landbouwschap van 5 jan. 1952.
962 Ordner Molest, brief van mr. M. Athmer uit Eindhoven van 12/14 aug. 1953.
963 Ibidem, brief van het departement van Landbouw aan mr. Athmer van 25 febr. 1954.
964 Ibidem, brief van Landbouwherstel aan mr. Athmer van 19 maart 1954; Brief van mr. Athmer aan Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening van 22 maart 1954.
965 Brief van ministerie van Landbouw aan mr. Athmer van 19 juni 1954.
966 Brief van mr. Athmer aan departement van 26 juni 1954. 
967 Brief van mr. Athmer aan P. Slangen van 21 juli 1954.
968 Slot van Jacq.’s brief van 29 dec. 1946 aan Piet Huizinga.
969 RHCL, 06.22 Archief van de Stichting Herstel Limburg 1945, inv.nr. 59: Herstel Landbouw, Brief van A.D. van Eck, dir. BWB Hoofdbureau Zwolle van 24 juni 1946 aan de provinciale autoriteiten met als onderwerp: ‘boerderijen’.
970 Ten dele ontleend aan S. Elpers, Erfenis van het verlies, 277-278.
971 ‘St. Odiliënberg Vergadering Landbouwbond’ in: MAR van 13-11-1946.
972 Het groote drama: wederopbouw boerderijen’ in: Limburgsch Dagblad van 8 nov. 1946.
973 ‘Wederopbouw boerderijen stagneert’ in: MAR van 14 nov. 1946.
974 RHCL, 06.22 Stichting Herstel Limburg 1945, inv.nr. 57, brief van P. Slangen aan het bestuur van de ‘Stichting Herstel Limburg’ van 14 febr. 1946 dat hij genegen is toe te treden.
975 Vgl. de Catalogus van de Land- en Tuinbouwtentoonstelling te St. Odiliënberg (sept. 1936).
976 Peter Johannes Coppen (* Oppen (D.) 18 jan. 1913 – † Genk 16 febr. 2001), weduwnaar van Leentje Coppen- van den Boom. Architect (lid van het BNA), bouwheer en oprichter van het Architectenburo P.J. Coppen BV (1970) aan de Willem II-singel te Roermond. Zijn carrière begon in 1932 in Nederweert. Op 20-jarige leeftijd was hij betrokken bij de bouw van een boerderij in Kelpen Oler en in Kessel. In 1935 volgde een aanbesteding van een landhuis voor J.H. Mulders in Baexem. Zelf was hij toen woonachtig op Houtstraat 11 in Pey-Echt. Vanaf 1936 volgden er opnieuw diverse aanbestedingen van o.a. boerderijen (Grathem, Veulen-Venray) en een dubbel woonhuis (Baexem).
Eind augustus 1935 trouwde de 21-jarige Coppen met H.P.H. (Leentje) van den Boom te Nederweert. In aug. 1937 fungeerde hij als opzichter bij de bouw van het nieuwe gemeentehuis te Baexem. Hij was ook aanwezig bij de eerstesteenlegging. In 1936 adverteerde ‘dr. P.J. Coppen, bouwkundige Pey-Echt’ met zijn ‘specialiteit op het gebied van model-boerderijen, met moderne stalinrichtingen. Verschillende uitgevoerde boerderijen staan ter bezichtiging’ in: Catalogus van de Land- en Tuinbouwtentoonstelling te St. Odiliënberg (sept. 1936).
In 1938 blijkt Coppen te zijn verhuisd naar Stationsweg 120 te Baexem met een telefoonaansluiting. Hij was inmiddels ook motorrijder en lid van de Roermondse motorclub MAC. Voor de oorlog was hij nog nauw betrokken bij de bouw van een nieuw herenhuis te Roermond. In het BNA-archief in het Nieuwe Instituut Rotterdam (voorheen het NAi) bevinden zich diens ‘Afloop aanbestedingen’ over de jaren 1936, 1937, 1938 en 1939 [bronnen: overlijdensadvertentie; krantenarchieven NKO; Overzicht BWB in P.J. Meertensinstituut (www.meertens/knaw.nl/bwb/)].
977 ‘Grathem- Bouw en Woningtoezicht’ in: de Maas- en Roerbode van 26 febr. 1945: ‘De oorlogsgeweldschade (groot of klein) aan agrarische bedrijfsgebouwen wordt hersteld door of vanwege het Bureau Wederopbouw Boerderijen. Als vertegenwoordiger van dit bureau is voor deze gemeente aangewezen de heer P.K. [J.] Coppen te Baexem. Hij houdt elken Dinsdagvoormiddag tusschen 9 en 12 uur zitting ter gemeentesecretarie alhier.’
Tot een mooi voorbeeld van naoorlogse wederopbouwarchitectuur behoort de nieuwe melkfabriek (later opgegaan in Campina) aan de Prins Bernhardstraat in het Roermondse Veld, dat hij samen met H. Hémon in 1956 had ontworpen. Het monument kent een strakke vormgeving, stalen raampartijen, een uitkragende daklijst, een baldakijn op ijzeren palen en een grote klok aan de zijgevel [zie het artikel van Thei Moors in de Spiegel van Roermond van 1996 en Bert Thomassen en Thei Moors, ‘Naoorlogse monumenten’ in: Ruimtelijk (4de jrg. nr. 3, september 1999). In december 2002 werd de oude melkfabriek ontmanteld en betrok de horecagroothandel Rooswinkel het gebouwencomplex.
In 1970 stichtte Coppen een nieuw kantoor ‘Architectenburo P.J. Coppen’ aan de Willem II Singel in Roermond, waar zijn zoon na zijn overlijden in 2001 nog ruim een decennium lang het ‘Architectenburo Coppen BV’ voortzette.
978 Bij BWB staan 7 bladen van architect Coppen geregistreerd op 23 juli 1946.
979 Zie het overzicht: ‘81 wederopbouwboerderijen in de Roerstreek’ op de website: mortelshof.nl
980 Slot van Jacq.’s brief van 29 dec. 1946 aan Piet Huizinga.
981 Deze typering werd gebruikt in de korte aankondiging van de wederopbouw van Mortelshof in: de MAR van 16 aug. 1947. De architect W.J. Sandhövel gebruikte de term: ‘Maasoever-boerderij’.  
982 RACM Zeist, Collectie SHBO/BWB, district Roermond, bouwnummer Linne 2 (Mortelshof), kopie dubbelzijdig formulier (shbo1.pdf en shbo2.pdf): ‘Opgave van agrarische schade door bezetting of oorlogshandelingen ontstaan sedert 1 September 1944. Dienst Landbouwherstel Bureau Wederopbouw Boerderijen. Sub-formulier 1. Schade aan Landbouwbedrijfsgebouwen. Mortelshof ‘Bouw No. Linne 2’. Ondertekend door P. Slangen, Th. Spoelstra en w.g. Knops voor eensluidend afschrift: St. Odiliënberg 20 Dec. 1946.’ Vgl. ook ‘Sophie Elpers, ‘Het archief van het Bureau Wederopbouw Boerderijen’, Vitruvius. Onafhankelijk vaktijdschrift voor archeologie, cultuurlandschap en monumentenzorg 1 (2008), nr. 3, 40-47.
983 Zoals in typoscript van 25 jan. 2004 door Jacq. Slangen, pag. 11, ook in ‘Herinneringen’ in: De Roerecho. Weekblad voor Sint Odiliënberg (augustus 2005) no’s 32 t/m 35, van pag. 7: ‘Wij mochten niet op de oude fundamenten bouwen, deze lagen te kort op de weg’. Haaks daarop staat in het ‘Taxatierapport oorlogsschade aan boerderijen van 1 juli 1948 (opgenomen in het dossier van BWB): ‘Volgens mededeling van eigenaar mogen de opstallen niet op dezelfde plaats worden gebouw, daarom zijn de funderingen als verwoest beschouwd’. Een leugentje om bestwil?
984 Jammer genoeg is het hele bedrijfsarchief indertijd na de fusie met het bedrijf van de familie Lubbers tot Hollandia Kloos, Schaardijk 23 te Krimpen aan den IJssel, vernietigd, zo werd mij medegedeeld door het directiesecretariaat.
985 Eerste bijlage bij brief van Jacq. Slangen uit Herten van 21 febr. 1996 aan de schrijver.
986 De staalconstructie werd gekocht bij Kloos Kinderdijk voor ƒ29.600. Aan betalingen heb ik gevonden: 27 okt. 1946 aan Kloos: ƒ6.000; 23 jan. 1947 aan Kloos: ƒ3.700; op 18 okt. 1947 aan Kloos: ƒ 4.000; en op 21 aug. 1951: aan Kloos: ƒ3.550. Tussen 1946 en 1951 een totaal van ƒ17.250.
987 Voor het ontstaan en de ontwikkeling zie Ellen Louise van Olst in haar artikel ‘De gesloten hoeve als ‘gesunkenes Kulturgut’. Een nieuwe visie op de ontstaansgeschiedenis van de Zuid-Limburgse boerderij’ in: Jaarboek monumentenzorg 2003. Boerenbedrijvigheid, voortgang en behoud (pag. 188-195); op pag. 195 haar conclusie: ‘De Zuid-Limburgse gesloten hoeve als architectonisch concept was het gecombineerde product van rationele, bedrijfstechnische verbeteringen en statusoverwegingen.’
988 De Zeeuwse afdeling van de Maatschappij voor de Landbouw wilde in 1946 met het uitschrijven van een ontwerpwedstrijd een nieuw prototype van een boerderij voor de toekomst ontwerpen. Dat lukte niet, want de overgrote groep inzenders hield vast aan de traditionele bouw [vgl. S. Elpers, Erfenis van het verleden, ‘ontwerpwedstrijd’, 184-188].
989 RHCL, 06.22 Stichting Herstel Limburg 1945, inv.nr. 60, Cie. Woningbouw, vergadering van 18 juli 1946 en 3 sept. 1946.
990 Ibidem, vergadering van 5 nov. 1946 ad 6. Prijsvraag nieuwbouw boerderijen’.
991 Ibidem, 9de vergadering van 14 jan. 1947 ad 7: prijsvraag nieuwbouw boerderijen’.
992 ‘Openbare aanbesteding’ in: MAR van 16 mei 1947.
993 RHCL, 06.22 Stichting Herstel Limburg 1945, inv.nr. 60: incompleet 6-bladig typoscript van W.J. Sandhövel, ‘De Limburgsche boerderij’, 5-6.
994 Ibidem, Sandhövels typoscript, pag. 4.

995 Voor duifhuis vgl. J. Haslinghuis en H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de Westerse architectuur- en bouwhistorie (Leiden 2001), 156.
996 S.M. Elpers, Erfenis van het verlies, 59:
‘Het bureau bemoeide zich des te meer met het bedrijfsgedeelte. Het werd als voorwaarde gezien dat de nieuwe boerderijen een landbouwtechnisch verantwoorde bedrijfsvoering konden garanderen en daardoor de landbouw op een hoger plan gebracht wordt. De wederopbouwboerderijen moesten voldoen aan eisen inzake efficiënte indeling, hygiëne, verlichting en luchtverversing. Ook de brandveiligheid moest door de nieuwe gebouwen gegarandeerd worden; jaarlijks brandden honderden boerderijen af en kwamen er duizenden stuks vee om in de vlammen. Om tot gewenste verbeteringen te komen, werden in samenwerking met de adviescommissies centrale richtlijnen opgesteld. Deze leidden ertoe dat wederopbouwboerderijen in het hele land zekere overeenkomstige eigenschappen vertoonden. De richtlijnen waren duidelijk ingegeven door de ervaringen die in de Wieringermeer waren opgedaan. Concreet bepaalden zij (ongeacht of het vroegere of latere richtlijnen betrof) dat de wederopbouwboerderijen voorzien moesten zijn van stevige brandmuren tussen het – meestal zich onder één dak bevindende – woon- en werkgedeelte, en dat er slechts één deuropening mocht zijn tussen het woon- en werkgedeelte. De vloeren van de stalzolders moesten voorts zijn gebouwd van brandvrije holle bakstenen met betonskelet (perforastenen). Dit droeg bij aan de brandveiligheid van de stallen en maakte de stallen hygiënischer ten opzichte van de oude boerderijen waarvan de zolders uit slieten (lange dunne boomstammen) of houten planken hadden bestaan en stof tussen de planken naar beneden kon vallen. [...] [zolders van het ‘hallehuis’ in de Grebbestreek] Bovendien werd in het midden van de stallen gelegen deel lager en smaller. Een hoge en breede deel was ook niet meer nodig omdat daar door de opkomst van het machinale dorsen niet meer handmatig met de vlegel gedorst werd. [...] De stallen van de wederopbouwboerderijen moesten verder over voldoende naar buiten openende deuren beschikken (één deur voor elke vier paarden en één deur voor elke twaalf koeien). Ook moesten de bevestigingsmiddelen voor de koeien makkelijk los te maken zijn, zodat het vee in geval van brand snel naar buiten kon worden gebracht. Voor een goede hygiëne – onder andere essentieel voor een goede schone melkwinning – moesten zorgen: grupstallen met mestgoot in plaats van potstallen die nog in de oude boerderijen waren voorgekomen en waar het vee op eigen mest stond; een minimumstalinhoud per stuk vee; koestallen van 2,40 m hoogte en 5 m breedte (per rij koeien); automatische drinkwaterbakjes voor telkens een of twee koeien zodat besmetting (bijvoorbeeld met tuberculose) van het vee onderling kon worden voorkomen, gladde, afgewerkte muren achter de – nu bredere – mestgangen in de koestallen; een aparte ruimte voor de melkkoeling; een waterdichte afwerking van de stallen; stalvloeren uit beton; waterdichte gierafleidingen met stankafsluiting en waterdichte gierkelders; varkensstallen zonder open verbinding naar de melkstallen en met afzonderlijke ruimtes voor voederbereiding; mestvaalten op minstens vijf meter afstand van de melkveestallen. Voor voldoende aanvoer van daglicht en lucht waren nodig: ramen van minstens 1/15 van de oppervlakte van de stalruimtes; invoeropeningen voor lucht van minstens 1/100 van de oppervlakte van stalruimtes die door betonnen ramen met ventilatiekleppen gerealiseerd werden; ventilatiekokers in de stalplafonds. Door deze elementen voor lucht- en daglichtverzorging kregen de gevels van de wederopbouwboerderijen een van de oude boerderijen afwijkende indeling.’
997 S.M. Elpers, Erfenis van het verlies, 37. 
998 Eadem, 60-61.
999 Archief P. Slangen, Archiefdoos Bouwbureau, map met ‘Richtlijnen voor de afwikkeling der definitieve financiering van de oorlogsschade inzake boerderijen die werden (nog moeten) worden aanbesteed van Centrale Directie van de Wederopbouw en de Volkshuisvesting afdeling Boerderijenbouw.’
1000 Uit invulling van de Vragenlijst voor een aanvullende bijdrage [...] van de wet op materiële oorlogsschade van 9 aug. 1951 [ordner ‘Molest’]. Uit het Overzichtboekje over boekjaar 1 mei 1954 tot 1 mei 1955 (van het Boekhoudbureau van de LLTB nº 1657) staan op pag. 4 onder inventaris per 1 mei 1954 genoemd: 2 paarden voor ƒ1500; 10 koeien voor ƒ4600, 2 vaarzen voor ƒ950, aan jongvee 7 tweejarigen voor ƒ1750 en 2 kalveren voor ƒ 300, samen 21 stuks voor ƒ7600; aan varkens: twee zeugen voor ƒ400 en 12 loopvarkens voor ƒ720, samen 14 stuks voor ƒ1120; aan pluimvee: 280 kippen voor ƒ840 en 520 kuikens voor ƒ700, samen 800 voor ƒ1540 en aan bijenvolken: ƒ324,80 [Archief P. Slangen, archiefdoos Boekhoudkundige zaken in de jaren vijftig]. 
1001 Zie voor de begrippen: ‘tuitgevel’ (188), ‘zadeldak’ (136), ‘muldenpannen’ (138 en 321) ‘aanzetsteen’ (15), ‘hoekblok’ (220), ‘rollaag’ (383), ‘strekkenlaag’ (446), ‘overhoekse muizentand’ (322): E.J. Haslinghuis en H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de Westerse architectuur- en bouwhistorie.
1002 A.C. Wiersma-Risselada, Het aandeel der vrouw bij de wederopbouwboerderijen (1946), uitgave van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, en De boerin en haar huis (1949), een uitgave van de Centrale van Boerinnen en andere Plattelandsvrouwen-organisaties/Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening [Elpers, Erfenis van het verlies, 224].
1003 Elpers, Erfenis van het verlies, 220-222.
1004 Dat was de mening van A.C. Wiersma-Risselada, Het aandeel der vrouw bij de wederopbouwboerderijen, 12-16 [ontleend aan: Elpers, Erfenis van het verlies, 223]. 
1005 Elpers, Erfenis van het verlies, 228-230.
1006 Fernie Maas, Mansholt, Theda Wilmina Scheltjea (1859-1956), in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicom/lemmata/data/Mansholt [06-09-2016]
1007 Deze voorbeelden zijn ontleend aan Elpers, Erfenis van het verlies, 225-226.
1008 Elpers, Erfenis van het verlies, 227-228.
1009 Vgl. Jaak Slangen, ‘J.H. (Jean) (Sjang) Adams (Rheidt (D.) 1899 – Weert 1970)’ in: Jaak Slangen, Diesse heylighe berch inde schoen kercke. Een geschiedenis van de basiliek van Sint-Odiliënberg (Sint-Odiliënberg 2016), 344-345.
1010 Enkele dagen voor de geplande ontmoeting in Genk (B.) in de zomer van 1999 werd ik gebeld door mw. Tiny Schijven dat de 86-jarige P.J. Coppen niet meer bij machte was zich te laten interviewen.
1011 ‘Wederopbouw boerderijen’ in: Maas en Roerbode van 22 maart 1947. Vgl. ook: 3.4. De financiering van de wederopbouw in de dissertatie van dr. Elpers:
 ‘Omdat de bouwkosten na de oorlog sterk gestegen waren, werd deze regeling [uit de bezetting] ten nadele van de boerderijeigenaren aangepast: vanaf 1 juni 1946 gold een voorlopige financieringsregeling. Tegelijk werkte het Bureau Wederopbouw Boerderijen samen met de Rijksdienst voor Landbouwherstel en de drie ministeries van Financiën, van Wederopbouw en van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening vanaf begin 1946 een financieringsregeling uit die per 1 mei 1949 inging, in de volgende jaren werd aangepast en op 21 mei 1952 in de ‘Staatscourant’ verscheen. [‘Financierings- en premieregeling oorlogsschade boerderijen’, Nederlandsche Staatscourant, 21-05-1952.]
De voorlopige financieringsregeling bepaalde dat het Rijk 75% van de kosten voor de wederopbouw betaalde en de eigenaren 25%. Indien zij niet in staat waren om dit bedrag te betalen, wat vooral het geval was bij eigenaren van kleine bedrijven op slechte grond, kon het verlaagd worden naar 16%. [...] Het bedrag van de eigenaren moest, hetzij uit eigen middelen, hetzij door medewerking van boerenleenbanken of van particuliere geldschieters, voorafgaand aan de bouw betaald worden. Eigenaren van verwoeste boerderijen die onder beheer waren gesteld door het Nederlandse Beheersinstituut kregen geen financiële ondersteuning door het Rijk voor de wederopbouw van hun boerderijen’ [uit: S. Elpers, Erfenis van het verlies, 50-51].
1012 Archief P. Slangen, Wederopbouw, ordner Molest, brief van 2 oktober 1947 over schadeno. 36381-B van polisno. 48852 met een erkende schadevergoeding A.P.M. van totaal ƒ97.345.83. Toegevoegd: ‘Hiermede vervalt onze voorlopige erkenning d.d. 15 juli 1947.’
1013 ‘Woningtoestand’ in: Maas- en Roerbode van 3 april 1947.
1014 Ordner Molest, origineel document met de formele overeenkomst tussen A.D. van Eck, hoofddirecteur van het BWB, en P. Slangen namens de gedupeerde familie, getekend op 1 juli 1947 te Zwolle, voor de wederopbouw van Mortelshof.
1015 ‘Kamerleden bezochten Limburg’ in: LKO van 30 juni 1947.
1016 Ordner Molest, brief van P. Slangen aan APM te Rotterdam van 28 juli 1947.
1017 Ordner Molest, brief van P. Slangen aan de N.V. Herstelbank op 30 okt. 1947. Daarin bevestiging van kennisgeving dat deze ƒ10.436,40 zou hebben overgemaakt, maar naar de Incasso Bank N.V. te Zwolle. P. Slangen recapituleert:
‘I Voor tot nieuwbouw te komen, hebben wy aan B.W.B. te Zwolle op vrije rekening moeten storten ƒ42.400,00. Dit geld hebben [wij] opgenomen bij de Boerenleenbank te St. Odiliënberg die voor dit bedrag 1ste Hypotheek op ons bedrijf [heeft] genomen (Vroeger was ons bedrijf onbelast).
II Verder moesten wy voor eigen rekening een staalconstructie leveren ter waarde van 29.600 gulden. Deze hebben wy gekocht bij de N.V. Kloos Kinderdyk, deze moeten wy in verschillende termynen betalen, volgens gesloten contract met deze firma.
III Wy hebben het voorschot aan de A.P.M. gevraagd om de Hypotheek zo spoedig mogelyk te verlagen, daar deze een rente vraagt van 3.75 moet opbrengen wat per jaar beloopt 1580 Gld.
Wanneer wy dus geen zorg dragen voor spoedige aflossing drukt dit te zwaar op ons bedryf. Het is dus onze bedoeling en vraag om het voorschot der A.P.M. te besteden ter aflossing van de genomen Hypotheek.’
Een dag later (31 okt. 1947) berichtte de N.V. Herstelbank dat het geld van de Incassobank Zwolle zou worden overgemaakt naar de Boerenleenbank in Berg. ‘Voor het gemaakte abuis bieden wij onze verontschuldiging aan.’
1018 Bericht in de MAR van 23 aug. 1947.
1019 Bericht in de MAR van 25 aug. 1947.
1020 Verslag van het gesprek tussen Jacq. Slangen sr. en de auteur op 5 aug. 2001, punt 14.
1021 Joggli Meihuizen, Noodzakelijk kwaad. De bestraffing van economische collaboratie in Nederland na de Tweede Wereldoorlog [diss.] (Amsterdam 2003), 691 en 694 onder punt 12.
1022 Meihuizen, Noodzakelijk kwaad, 700.
1023 Ibidem, ‘Een dilemma: wel of geen overheidsopdrachten aan ‘weermachtsaannemers’ (279-284), 280.
1024 Ibidem, 284. Ook mw. Elpers staat stil bij deze kabinetsbeslissing en verwijst in haar proefschrift naar dat van Meihuizen. In archiefstukken over het BWB zijn geen aanwijzingen te vinden over deze gunning aan ‘foute’ aannemersbedrijven. ‘Wel werden aannemersbedrijven voor een bepaalde periode uitgesloten van opdrachten omdat zij onjuiste rekeningen hadden ingediend, inschrijvingen niet gestand hadden gedaan, niet toegestane opzetten hadden gerealiseerd of geprobeerd hadden om wederopbouwambtenaren om te kopen [Elpers, Erfenis van het verlies, 46-47].
1025 Noord-Hollands Archief (NHA) Haarlem, nr. 368, ‘Handelsregister van de Kamer van Koophandel van Amsterdam’.
1026 Ibidem, dossiernr. 1256: Loodgietersbedrijf P.J. Bronshoff (loodgietersbedrijf, zink- en sanitaire werken voor eigen rekening, als voor rekening van derden) aan de Admiralengracht 102.
Inschrijving in handelsregister van KvK op 2 febr. 1938; Maatschappelijk kapitaal: ƒ10.000; Statuten van 6 dec. 1937 en liquidatie op 6 dec. 1943.
Daarin participeerden: Albertus Hendricus Dassen, Heerenstraat 64 Bussum, geboren op 7 maart 1907 en onder huwelijkse voorwaarden gehuwd en van elke gemeenschap uitgesloten; Johannes Andreus Wilhelmus van Vreede, Diamantstraat 84 te Amsterdam, geboren op 4 febr. 1884 en Petrus Johannes Bronshoff, Admiralen-gracht 102 Amsterdam, geboren op 29 mrt. 1883. Bronshoff ging in dec. 1943 voor eigen rekening verder met zijn bedrijf.
1027 Amsteldijk 16, Amsterdam.
1028 Besluit Herstel Rechtsverkeer, Staatsblad, art. 99.
1029 NIOD Amsterdam, POD, Rapport over de collaboratie in de bouwnijverheid in het district Amsterdam (Vooronderzoek collaboratie) [Stadsdrukkerij 1945].
1030 Rapport over de collaboratie, 6.
1031 Ibidem, 9.
1032 Ibidem, 9-10.
1033 Ibidem, 12.
1034 Ibidem, 13.
1035 NAA, CABR (2.09.09) inv.nr. 86631 = PRAC Amsterdam dossier 80518: Albertus Hendrikus Dassen, 07-03-1907, 13 stukken en inv.nr. 99181 (Bussum), 1 stuk.
1036 Advertentie in de Gooi- en Eemlander van 18 aug. 1942.
1037 PRAC Amsterdam dossier 80518, stuk 12, Resumé van 23 okt. 1947: J.A.H. [van] Vreede † 14 april 1945, Diamantstraat 48 I Amsterdam.
1038 PRAC Amsterdam dossier 80518, stuk 13, 2 kantjes.
1039 PRAC Amsterdam dossier 80518, stukken 5, 6, 7, 8, 9 en 10.
1040 PRAC Amsterdam dossier 80518, stuk 12 met een handtekening van A.v. Oesten?
1041 Meihuizen, Noodzakelijk kwaad, 742-743.
1042 PRAC Dossier nr. 80518, stuk 2, doorslag van Tribunaal.
1043 Blijkens bericht van Procureur-Fiscaal Bij Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam aam de Hoofdcommissaris van Politie in CABR, inv.nr. 99181 dossier Dassen. 
1044 Bericht in communistisch dagblad De Waarheid van 14 aug. 1951.Voor de stichting Nemavo zie: ‘Een goed zaakje voor aandeelhouders’ in: De Waarheid van 17 juni 1949.
1045 ‘Staking bouwvakarbeiders ‘Nemavo’ uitgebreidin: De Waarheid van 15 juni 1951.
1046 ‘Bij bouwbedrijven Nemavo arbeiders met ƒ24 naar huis gestuurd’ in: De Waarheid van 9 aug. 1951.
1047 ‘Bouwvakarbeidersactie bij ‘Nemavo had succes’ in: De Waarheid van 1 sept. 1951.
1048 Mededeling van mijn moeder, Lisa Slangen-Kleuters in 1999.
1049 Bij de verbouwing van de loods in de jaren tachtig als aardappelschuur voor de losse opslag werd de oude kelder niet prijsgegeven, maar tegen extra kosten zelfs vergroot en verstevigd, zij het voortaan met een entree van buitenaf.
1050 Vele jaren later is er nog eens een gepensioneerde bouwvakker op zijn brommer komen afzakken naar Mortelshof voor een weerzien waar hij als jongeman heeft gewerkt. Deze man zou heel wat hebben kunnen vertellen als hij toen zou zijn geïnterviewd [mededeling van Ronny Verhoeven aan de auteur].
1051 Deze ervaring deed Ronny Verhoeven op bij de vernieuwing van de koeienstal [persoonlijke mededeling aan de auteur]. Ook bij de inpandige verbouwing van de hooizolder en varkensstal tot een woonappartement voor de auteur (2000/2001) werd door de aannemers met respect gesproken over de degelijke uitvoering van deze wederopbouwboerderij.
1052 Tijdens een telefoongesprek in de zomer van 1999 vertelde mw. Tiny Schijven de auteur dat architect Coppen haar had uitgenodigd voor een autoritje om haar Mortelshof van nabij te laten zien. Hij vertelde haar bij die gelegenheid maar wat trots te zijn op de realisering van zijn blauwdruk.
1053 Deze klachten kreeg mw. Elpers tijdens enige interviews van boeren en boerinnen van wederopbouwboerderijen te horen [Elpers, Erfenis van het verlies, 259-260].
1054 De smid Jacques Fieten uit Berg maakte de ijzeren poort uit twee helften met een symbolische kastanjeboom als decoratieve spits.
1055 Advertentie in de MAR van 13 nov. 1948.
1056 Met uitzondering van de kastanjebomen kostten alle bomen en struiken inclusief beplanting en transport de weduwe Slangen ƒ501,35 waarop zij 50% subsidie (=ƒ250,68) kreeg toegezegd van de Cie. van Overleg voor het Landschapsherstel te Utrecht in een brief van 27 jan. 1950.
1057 ‘De eigenaren der verwoeste hofsteden meenen, dat het geheele land behoort op te komen voor de ellende aan schaden enz. welke zij hebben geleden, doordat het oorlogsgeweld in hun streken kwam woeden. Onze koningin heeft gezegd dat deze gedupeerden “den slag hebben opgevangen”’ [‘Chaotische opzet Bureau Wederopbouw Boerderijen. Veroorzaakt ƒ16.000.000,- schade per jaar’ in: Provinciale Drentsche en Asser Courant van 1 februari 1947].
1058 Peter Slangen was lid van de Centrale Boerderijencommissie en uit dien hoofde maakte hij zich sterk voor anderen. Zo vroeg hij een voorschot aan t.b.v. twee broers Van Buggenum namens P.J. van Buggenum, Hingerderstraat 39 in Echt bij de Onderlinge Molestmij. in Amsterdam, blijkens brief van 16 aug. 1948.
1059 Citaat uit blad II, beantwoording van gestelde vragen, behorend bij brief van Jacq. Slangen van 21 febr. 1996 aan de schrijver.
1060 Firma Thyssen, schildersbedrijf annex drogisterij, Markt 21 te Linne. Met dank aan Marcel Richter uit Linne die mij daarvan een exemplaar schonk.
1061 P.J.M. Wolfs (1899-1958) in: Jan G.C. Simonis, Zielzorgers in het Bisdom Roermond 1840-2000 (Sittard 2001), onder de rubriek ‘seculiere zielzorgers’ op pag. 432.
1062 Vgl. ‘Fatimakapel Mortelshof’ in ‘Wandeling nr. 5 van Sint-Odiliënberg naar Lerop’ in: Matheu Bemelmans, Kruisen en kapellen. 12 Limburgse rondwandelingen langs religieus erfgoed (Maastricht 2014) [63-69], 67.
1063 Elpers, Erfenis van het verlies, 146.
1064 Ibidem, ‘4.5 Excurs: de gevelsteen met de leeuw – een symbool van wederopbouw’ (145-153), 147.
1065 Elpers, Erfenis van het verlies, 148-149.
1066 Mw. Elpers keerde het om: ‘Sommige boerengezinnen vulden de boodschap van de steen met de leeuw nog aan met een persoonlijker gevelsteen. De additionele gevelstenen dragen vaak inschriften met informatie over de eerstesteenlegging en/of zij hebben een religieuze inhoud: in katholieke gebieden komen Maria-reliëfs in wederopbouw-boerderijen voor en in protestantse gebieden gevelstenen met verwijzingen naar psalmen’ [Erfenis van het verlies, 153].
1067 Ontleend aan Cees van Hoore, ‘De harde schoonheid van W.C. Brouwer’ in: Leidsch Dagblad van 2 juli 1999.
1068 Elpers, Erfenis van het verlies, 150-151:
‘Het is onbekend wie het idee voor het motief van de uit de vlammen springende leeuw had, maar het is waarschijnlijk dat het ontwerp gemaakt is door dezelfde fabriek die de steen vervaardigd heeft: N.V. Brouwers Aardewerk in Leiderdorp. Een foto uit het archief van W.C. Brouwer uit 1940 laat de oven zien waarin de massa vervaardigde gevelstenen werden gebakken (afb. 4.4.) [noot 256: Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Archief W.C. Brouwer, archiefnummer 0339, inv.nr. 54.]  De keramist Willem Coenraad Brouwer (1877-1933), een belangrijke vernieuwer van bouwaardewerk en bouwbeeldhouwwerk, had de keramiekfabriek in 1901 opgericht. [noot 257: Van Burkom/Spoelstra, Monumentale kunst.] Toen hij in 1933 overleed, werd het bedrijf door zijn twee zonen Nicolaas Willem Cornelis (Klaas) (1902-1952) en Coenraad Willem Brouwer (Coen) (1908-?) tot 1956 voortgezet, voornamelijk met bouw- en sierkeramiek. Klaas werd directeur en Coen commissaris. De broers waren beiden lid van de NSNAP en na de opheffing ervan, van de NSB; zij sloten zich bij de Nederlandse Kultuurkamer aan, werden lid van de Nederlandse Landwacht en deden dienst als hulp-landwachter. Ook werden zij beiden begunstigend lid van de Germaansche SS. In 1943 reisden zij voor de Nederlandsche Oostcompagnie naar de Oekraïne om het voorkomen van geschikt materiaal en de mogelijkheden van een vestiging van een Nederlandse aardewerkindustrie aldaar te onderzoeken. [noot 258: Zie de stukken in NA, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, inv.nr. 94543 (N.W.C. Brouwer) en Archief Nederlands Beheers Instituut (NBI), bestanddeel 51339 (N.W.C. Brouwer) en bestanddeel 51226 (W.C. Brouwer).] De biografieën van de broers laten het al vermoeden: onder Klaas en Coen heeft Brouwer’s Aardewerk veel opdrachten uitgevoerd voor de NSB en de Duitse bezetter. In 1938 bijvoorbeeld vervaardigde het bedrijf wandschotels met het logo van de NSB met op de achtergrond een golvende zee, daarboven een stralende zon, en daaronder het motto: ‘Hou Zee’. Eind 1940 kreeg Brouwer’s Aardewerk de opdracht van 1,5 miljoen winterhulpspeldjes, collectespeldjes die gevers ontvingen van de nationaalsocialistische Stichting Winterhulp Nederland. De speldjes uit Leiderdorp, die op 14 en 15 november 1941 werden uitgereikt, bestonden uit ronde terracotta schijfjes met reliëfs van bekende Nederlandse gebouwen. De opdracht voor de speldjes was ook een werkverruimende maatregel: het bedrijf, dat niet goed gedraaid bleek te hebben, kon extra werk geven aan 55 mensen. Bovendien maakte Brouwer’s Aardewerk bierpullen voor de Duitse marine. In 1946 kwam het Nederlands Beheers Instituut erachter dat het bedrijf werk voor rond 120.000 gulden van de nazi’s had aangenomen. [noot 259: Hoore, Cees van, ‘De harde schoonheid van W.C. Brouwer’, Leidsch Dagblad, 02-07-1999; Van der Kam, ‘Wederopbouwboerderijen’, 10; ‘De a.s. Winterhulp-collecte op 14 en 15 November. Speldjes van Brouwer’s aardewerk’, Leidsch Dagblad, 03-11-1941.] We kunnen ervan uitgaan dat vroege contacten met de Duitse bezetter ertoe geleid hebben dat dit ‘eerste keramisch bedrijf [...] onder nationaalsocialistische directie’ [noot 260: Coen Brouwer, gecit. naar Hoore, Cees van, ‘De harde schoonheid van W.C. Brouwer’, Leidsch Dagblad, 02-07-1999.] de opdracht kreeg voor de gevelstenen voor de eerste wederopbouwboerderijen. (Het is onwaarschijnlijk dat de opdracht – zoals men op het allereerste gezicht zou vermoeden – een voortvloeisel was van de (naams)bekendheid van Klaas’ en Coens vader W.C. Brouwer die samengewerkt had met veel architecten.) De opdracht aan Brouwer’s Aardewerk zal in laatste instantie gegeven of tenminste beïnvloed zijn door het bureau van de ‘Bevollmächtigte für die Bauwirtschaft’ Werckshagen. Dat het motief een leeuw was die – dan wel mét insignes – het Nederlands rijkswapen bepaalt, mag in deze samenhang verwondering wekken, maar was zeker aan het begin van de bezettingsjaren mogelijk. Seyss-Inquart voer immers aanvankelijk een koers die niet de indruk van annexionisme moest wekken en hij maakte er geen bezwaar tegen dat Nederlandse eigenheid benadrukt werd. [noot 261: Beyen, Oorlog en verleden, 134-138.] Ook al ontbreken hier de bronnen, het is niet onwaarschijnlijk dat de gevelsteen met de leeuw in dit kader door ambtenaren van het BWB, architecten, boeren en anderen gezien werd als een bewuste demonstratie van het eigene.
De gevelstenen die na de oorlog werden aangebracht, zullen tevens vervaardigd zijn door Brouwer’s Aardewerk. [noot 262: De fabriek produceerde na de oorlog ook andere bouwkeramiek, zoals een reliëftegel met een landbouwer (collectie Nederlands tegelmuseum; zie ook Geheugen van Nederland: www.geheugenvannederland.nl).] Er werd immers dezelfde vorm gebruikt en slechts het laatste cijfer van het jaartal werd verwisseld. Brouwer’s Aardewerk was toen, evenals de vermogens van Klaas en Coen Brouwer, onder toezicht gesteld door het Nederlands Beheersinstituut. En terwijl de broers tot maart 1948 respectievelijk december 1946 in interneringskampen zaten, als politiek delinquent werden aangemerkt en hun eigendom verbeurd verklaard werd, nam een beheerder de zaken over. [noot 263: Zie de stukken in: NA, BNI, bestanddeel 51339 (N.W.C. Brouwer) en bestanddeel 51226 (C.W. Brouwer).] De gevelstenen werden onder deze beheerder geproduceerd.’
1069 ‘Chaotische opzet Bureau Wederopbouw Boerderijen veroorzaakt ƒ16.000.000.- schade per jaar’, Provinciale Drentsche en Asser Courant van 1 febr. 1947. C. van de Beerk, secretaris van de Commisisie Landbouwherstel van de Stichting voor de Landbouw, stelde: ‘...dat de chaotische opzet van het BWB, waardoor teveel personen naast en tegen elkaar werken, den voortgang verschrikkelijk heeft vertraagd niet alleen, maar berekende, dat de opbouwplannen niet tijdig genoeg gereed waren, waardoor de helft van de voor 1000 boerderijen bestemde materialen-voorraad naar elders is gegaan.’
1070 C. Jansen en W. Rutten, Geschiedenis van de landbouw in Limburg in de twintigste eeuw (Leeuwarden 1992), 329.
1071 RHCL Maastricht, Archief LLTB, ongedateerd stuk behorend bij notulen DB/LLTB van 22 nov. 1947. Rapport over de wederopbouw van boerderijen in Limburg.
1072 ‘Schrale voederpositie verslechtert’ in: Limburgs Dagblad van 11 dec. 1947.
1073 RHCL, Notulen AV/LLTB van 22 dec. 1947.
1074 ‘Met het departement in de getroffen gebieden. Men moet vooral niet vergeten ... (I). Er wordt hard gewerkt in Noord-Limburg’ in: Limburgs Dagblad van 2 dec. 1947.
1075 ‘Pessimistisch geluid over de wederopbouw. Kostbaar overheidsapparaat werkt traag’ in: Limburgs Dagblad van 30 jan. 1948.
1076 Het eerste cijfer ontleend aan de begrotingsbesprekingen in de PS van Limburg [LD van 30 jan. 1948] en het tweede aan ‘Schutter’, in: Limburgs Dagblad van 15 april 1948.
1077 ‘Limburg heeft in 10 jaar 50 duizend woningen nodig. Het wachten is op het van kracht worden van het Marshall-plan,’ in: LD van 22 maart 1948.
1078 Bericht in Limburgs Dagblad van 11 nov. 1950.
1079 ‘De marteling der verslagenen. Drie jaren gingen voorbij’ in: Boer en Tuinder van 27-09-1947, 1; ‘Langs verwoeste gebieden. De boer krijgt de zwaarste klappen’ in: Boer en Tuinder van 20-12-1947 [Ontleend aan S. Elpers, Erfenis van het verlies, 202, noot 144].
1080 ‘Wederopbouw Boerderijen. Rede van dr. Droesen in de Tweede Kamer,’ in: Boer en Tuinder, 21-02-1948, 5 [geciteerd door S. Elpers in Erfenis van het verlies, 202-203]. Al eerder op 29 jan. van dat jaar had het Limburgs Dagblad geschreven: ‘Na al het gemopper over de wederopbouw is ir. Droesen (K.V.P.) z’n hart komen luchten [op 28 jan. 1948] over het Bureau Wederopbouw Boerderijen waar het allemaal nog een graadje erger is. Naar aanleiding van het gerucht dat de 745 voor 1948 toegezegde boerderijen niet alle gebouwd zullen mogen worden, vroeg de Limburgse afgevaardigde of de minister hier een duidelijk antwoord op wilde geven.’ 
1081 ‘De slechte balans van Bureau Wederopbouw Boerderijen. Klachten-litanie over onhoudbare toestanden’ in: Boer en Tuinder van06-03-1948. [Ibidem].
1082 De Provinciale Drentsche en Asser Courant van 1 febr. 1947 was ruim een jaar eerder met: ‘Chaotische opzet Bureau Wederopbouw Boerderijen. Veroorzaakt ƒ16.000.000,- schade per jaar’ en kwam met de openingszin: ‘Een kind kan begrijpen dat vertraagde herstel van geleden oorlogsschade niets dan nadeel brengt ...’
1083 ‘Wederopbouw teistert Limburg .... Zwolle bedisselt, beduimelt, beknibbelt en belet ...’ in: Limburgsch Dagblad van 24 maart 1948; ‘De lieve lente aanschouwt ... Krepeergevallen en onzin van papieren winkel’ in: Limburgsch Dagblad van 24 maart 1948; Krijgt het gezonde boerenverstand eindelijk zijn kans? Boerderijbouw door coöperatie levert millioenen guldens voordeel op’ in: Limburgsch Dagblad van 24 maart 1948 en ‘Kwakkelgang van de wederopbouw is martelgang voor Limburgse boeren. Bureaucratius een een slecht architect’ in: Limburgsch Dagblad van 27 maart 1948.
1084 “.... Maar uwe verslaggever is boos ondanks de zon en het voorjaar. Boos omdat hij de Balkan-impressies niet verwerken kan die hij opdeed in het geteisterde gebied, waar men sinds drie jaar bezig is de boerderijen te herbouwen.”
Hij komt met negen schrijnende gevallen en nog eens drie als bijschrift bij drie foto’s: 1. Boer Kessels in Bergen; 2. boer Houben in Veulen-Venray; 3. boeren Van Leipzig en Van de Munnikhof aan de Laagheidseweg te Venray; 4. boer Koch te Siebengewald; 5. fam. Bus te Middelaar die in een Duitse bunker woont; 6. boer Rillenraedt te Echt en 7. boer Otten te Echt. Als bijschrift bij de foto’s: 8. boer Delbressine te Beek (in zijn houten keet); 9. boer Kessels te Meyel (7 personen in een kippenhok).  Bovenaan bij de drie foto’s: 10. ‘herbouw’ te Echt (anoniem); 11. schuur te Meerssen, omgebouwd tot ‘boerderij’ en 12. Huize Nazareth te Veulen-Venray (9 mensen). ‘En zulke erbarmelijke toestanden kent Limburg nog drie jaar na de oorlog!’ [‘De lieve lente aanschouwt ... Krepeergevallen en onzin van papieren winkel’ in: Limburgsch Dagblad van 24 maart 1948]. 
1085 Behalve fam. Angenent in Ottersum, Arts in Arcen en Mestrom in Montfort, worden in dit artikel ook nog opgevoerd: Huize Nazareth in Veulen-Venray; fam. Kuipers en Kessels in Ospel [‘Kwakkelgang van de wederopbouw is martelgang voor Limburgse boeren. Bureaucratius een slecht architect’ in: Limburgsch Dagblad van 27 maart 1948]. Onduidelijk is om welke Mestrom in Montfort het handelt. Op 1 jan. 1948 had architect Th. Krekelenberg een nieuwe boerderij getekend voor J. Mestrom aan Hoogstraat 5. Op 19 april 1950 maakte architect Th. Spoelstra van het Bouwbureau Limburg een ontwerp voor A.H. Mestrom aan de Linnerweg 1 te Montfort.  
1086 Artikelenserie: Globaal op de voorpagina van Limburgsch Dagblad van 24 maart 1948; ‘Wederopbouw teistert Limburg ... Zwolle bedisselt, beduimelt, beknibbelt en belet ...’ en ‘Krijgt het gezonde boerenverstand eindelijk zijn kans? Boerderijbouw door coöperatie levert millioenen guldens voordeel op’, beide in: Limburgsch Dagblad van 24 maart 1948.
1087 Bij Elpers, Erfenis van het verlies [207-209], 207.
1088 Bij Elpers geciteerd, Erfenis van het verlies, 217-218.
1089 Bericht in Limburgsch Dagblad van 19 april 1948.
1090 ‘Landbouwherstel in Limburg epos van zelfhulp’, in: Limburgs Dagblad van 15 dec. 1964. Een interview met A.W. Kerkhoff, voormalig hoofd van het Adviesorgaan der Stichting voor de Landbouw.
1091 “Chaotische opzet Bureau Wederopbouw Boerderijen. Veroorzaakt ƒ16.000.000.- schade per jaar’ in: Provinciale Drentsche en Asser Courant van 1 febr. 1947.
1092 Bij Elpers, Erfenis van het verlies, 189.
1093 ‘Droesen (K.V.P.)’ in: Algemeen Handelsblad van 20 jan. 1949.
1094 Elpers, Erfenis van het verlies, 194-195.
1095 Ibidem, 192.
1096 ‘De boer wordt weer bouwheer. Bouwbureau voor den Landbouw opgericht’ in: De Tijd van 12 okt. 1949.
1097 Jan Bieleman, Boeren in Nederland. Geschiedenis van de landbouw 1500-2000 (Amsterdam 2008) in zijn epiloog-vijf eeuwen boeren (567-574), 571.
1098 W.J. Droesen, ‘Limburgse landbouw in oorlogstijd’, 119; geciteerd door: J. Korsten, Standhouden door veranderingen. De Limburgse Land- en Tuinbouwbond als behartiger van agrarische belangen 1896 – 1996 (Nijmegen 1996), 126. Vgl. ook Korstens biografisch portret in het gelijknamige handboek op pag. 112.
1099 Bieleman, Boeren in Nederland, 572. Vgl. voor het landbouwbeleid door de overheid ook: S. Elpers, Erfenis van het verlies, 181-184.
1100 Vgl. het lemma ‘Kleinbedrijf’ van A. Roebroek/C. Boon in Veenman’s Agrarische Winkler Prins II, 532-533.
1101 J. Korsten, Standhouden door veranderingen, 145.
1102 J. van Merriënboer, ‘Mansholt, Sicco Leendert, minister en Europees commissaris’, lemma in Biografisch Woordenboek van Nederland 6 (Den Haag 2008), 296-299.
1103 S.L. Mansholt, ‘Landbouw en natuurbescherming’ in Natuur en Landschap (1947), nr. 498-99. Geciteerd door G. Andela in ‘Wisselende gedaanten van het agrarisch landschap’ in: [NAi Uitgevers Rotterdam/SKOR, Amsterdam 2004] Gemengd bedrijf. De verandering van het agrarisch landschap, (163-177) 164.
1104 RHCL, LLTB-archief, voorstellen AV/LLTB op 22 dec. 1947: ‘2. Kleine bedrijven.’
1105 Voor zijn rol als districtscommandant van de O.D zie: A.P.M. Cammaert, Het verborgen front. Een geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog (Leeuwarden 1994) I en II, vooral 895-901. Ir. W.J. Dewez Rijkslandbouwconsulent gegijzeld van 13 juli 1942 tot 17 december 1942 (zie Hein Verbruggen, ‘Cees Dosker, de oorlog van een Roermondse courantier’ in: Spiegel van Roermond 2009, 86-107) 97. Voorts: ‘Prof. Ir. W.J. Dewez. Onze Limburgsche landbouwconsulent benoemd tot hoogleeraar te Wageningen’, in: Maas- en Roerbode (MAR) van 30 mrt 1946; ‘Prof. ir. W.J. Dewez overleden. Harde werker, vooral in zijn geboortegewest Limburg’ in: MAR van 8 nov. 1960 en C.G.A. Mertens, ‘In memoriam prof. ir. W.J. Dewez. All round landbouwconsulent en vertrouwensman der Limb. boeren’ in: MAR van 8 nov. 1960. Zie ook: ir. W.J. Dewez – EAN -0750 in RHCL te Maastricht.
1106 Dewez maakte zijn plannen openbaar in de MAR van 30 mei 1945. Vgl. J. Korsten, Standhouden door veranderingen: 6.7: ‘In ’t plan Dewez breekt men uiteen, wat bijeen hoort’, 128-131.
1107 Zie hiervoor: Korsten, Standhouden door veranderingen: 7.5 Kleine bedrijven, 145-146.
1108 Ir. Anne Vondeling, ‘Wachten is op aktieve struktuurpolitiek’ in zijn rubriek Moderne Landbouwpolitiek 22 in: Leeuwarder Courant van 19 maart 1960.
1109 ‘In gesprek met dr. ir W.J. Droesen. Oudste parlementslid in jaren en in functie’, in: Limburgs Dagblad van 7 mei 1963.
1110 ‘De pijn van het saneringsproces’ in: Tweehonderd jaar geschiedenis van de Nederlandse Landbouw [438-443], 442-443.
1111 Korsten, Standhouden door veranderingen, 155.
1112 Jan Douwe van der Ploeg, ‘Achter de januskop. Ontwikkelingen in de Nederlandse landbouw’, in: Gemengd bedrijf. De verandering van het agrarisch landschap, (178-184) 179-180.
1113 Ibidem, 182.
1114 Jelmer Mommers & Tomas Vanheste, ‘Onze landbouwgrond is zo dood als een pier. Weg met het gif’, in: De Correspondent van 4 nov. 2017. Zie voor de ziekte onder de bijenvolken ook: Jaak Slangen, Dao is nooit euver gekald gewaore! De familie Peters honderd jaar op de eeuwenoude Munnichshof (Zetten 2011) 42-43.
1115 Elpers, Erfenis van het verlies, (over stichting voor de Landbouw 180-196), 180: ‘Het bestuur van de Stichting voor de Landbouw werd namelijk gekozen door de besturen van zes deelnemende organisaties, de drie standsorganisaties van de boeren en de drie landarbeidersbonden. Daarmee hadden de georganiseerde boeren en landarbeiders alleen indirecte invloed op de samenstelling van het bestuur van de Stichting voor de Landbouw. Ongeorganiseerder boeren, dit was rond 40 procent van de boeren, en ongeorganiseerde landarbeiders werden uitgesloten van iedere vorm van inspraak [noot 81: Geurts, Herman Derk Louwes, 229.]’  
Voorzitter van de Stichting voor de Landbouw werd Herman Derk Louwes (1893-1960), een neef van landbouwminister Sicco Mansholt en een broer van S.L. Louwes (vanaf 1940 directeur-generaal van Voedselvoorziening; van 1945-1948 met ‘buitengewoon verlof in het algemeen belang’ en) van 1948 tot 1953 directeur-generaal van de voedselvoorziening op het ministerie van Mansholt.
Elpers, Erfenis van het verlies, 181: ‘Door de oprichting van de stichting werden de collectieve belangen in de landbouwsector gebundeld, waardoor de georganiseerde landbouw een sterke positie kon innemen tegenover de overheid die een stevige greep had op maatschappij en economie. [noot 82: Krajenbrink, Het Landbouwschap, 66.] Dat de georganiseerde landbouw invloed kon uitoefenen op het door de overheid gevoerde landbouwbeleid is te danken aan het geïnstitutionaliseerd overleg tussen enerzijds de deelnemende landbouworganisaties onderling en anderzijds de Stichting voor de Landbouw en de overheid, oftewel de agrarische overlegeconomie. Het overleg was gebaseerd op het idee om door consensus en harmonieuze samenwerking problemen in de landbouw gezamenlijk op te lossen. Hierin is de ‘tijdsgeest van harmonie’ na de oorlog te proeven. [noot 83: Krajenbrink, Het Landbouwschap, 73, zie ook 84.] De stichting en de overheid trokken één lijn en waren het eens over een beleid dat de modernisering van de landbouw moest bevorderen. Zij werden ondersteund door het wetenschappelijk landbouwkundig onderzoek. [noot 84: Andela, Kneedbaar landschap, 47.]  De verstrengeling van de belangen van de standsorganisaties en de overheid werd later met het begrip ‘groene front’ aangeduid. [85: Louwes, ‘Het gouden tijdperk van het groene front’, 223-224.]’
1116 Stichtingsakte van de ‘Stichting Bouwbureau van de LLTB’ te Roermond werd op 13 okt. 1950 verleden door notaris mr. P.M.F. Rieter. Doel van de stichting was ‘Bevordering van een snelle, goede en goedkope voorziening van gebouwen voor landbouwers en landarbeiders, hetzij individueel of in vereniging’ (art. 2)
Art. 3:
Zij tracht dit doel te bereiken:

  1. Door het geven van advies en voorlichting en het maken van tekeningen en kosten berekeningen voor nieuwbouw, herbouw en verandering van gebouwen.
  2. Door het verlenen van bijstand en/of het optreden als tussenpersoon bij het bouwrijp maken van gronden en bij aanbesteding van uitvoering van bouwwerken.
  3. Door het vervullen van formaliteiten als het aanvragen van vergunningen en goedkeuringen welke voor de bouw nodig zijn.
  4. Door het bevorderen van standaardisatie en normalisatie van constructiedelen en onderdelen van gebouwen.
  5.  Door het geven van voorlichting over alles wat op het gebouw en het bouwen betrekking heeft, zowel in het algemeen als in het bijzonder.

Art. 4:

1a.  Vijf leden voor te dragen door de LLTB.
1b. Twee leden voor te dragen door de Nederlandse Rooms Katholieke Landarbeidersbond Sint Deusdedit.
Art. 5:

Art. 13:

Akte getekend door: C.G.A. Mertens, Hout-Blerick, M.J. Dings, Roermond, drs. J.H. Cluitmans, Swalmen, en notaris mr. P. Rieter, Roermond op 13 okt. 1950 [Particulier Archief P. Slangen, Archiefdoos Bouwbureau, afschrift van de stichtingsakte]. 
1117 ‘Bouwcommissie’ in: LLTB. Verslag over het jaar 1949 [181-182], 182.
1118 P.H. van Kempen, leraar in de veeteelt, gezondheidsleer en algemene ziekteleer aan de middelbare landbouwwinterschool in: LLTB. Verslag 1932, 29.
1119 ‘Bouwcommissie’ in: LLTB. Verslag over het jaar 1949 [181-182], 182.
1120 Archief BWB, Shbo2.pdf van 20 dec. 1946.
1121 Bericht in MAR van 7 april 1949.
1122 ‘Bouwbureau voor de Landbouw’ in: MAR van 12 okt. 1949. Vgl. ook: ‘Nieuw Bouwbureau van de Stichting voor de Landbouw’ in: Algemeen Handelsblad van 11 okt. 1949 en ‘De boer weer bouwheer’ in: De Tijd van 12 okt. 1949.
1123 S. Elpers, ‘5.2.2. De boerderij op de landbouwtentoonstelling in Eindhoven’ in: Erfenis van het verlies [165-169], 167-168.   
1124 Elpers, Erfenis van het verlies, 80.
1125 BNA-archief in het Nieuwe Instituut Rotterdam (Nai): Thomas Laurentius Hubertus Spoelstra: ‘Boerderijbouw-deskundigen naar Amerika’ (1952) en ‘Boerderijbouw in de Verenigde Staten’ (1955).
1126 ‘Limburgers in Amerika’ in: Limburgsch Dagblad van 28 okt. 1953.
1127 Bericht in: MAR van 16 jan. 1951.
1128 ‘Crepeergevallen in de Venrayse Peel’ in: MAR van 31 jan. 1953.
1129 In 1954-1955 ontving het Bouwbureau van de LLTB in totaal 161 opdrachten welke per jaar gespecificeerd kunnen worden als volgt:
Soort opdrachten                         1954     1955     totaal
Gehele boerderijen                      37        25        62
Stallen en/of schuren                    7          6          13
Stalverbeteringen                        3          9          12
Boerenwoningen                         3          5          8
Tuinderijen                                1          0          1
Arbeiderswoningen                      8          3          11
Diverse woningen                       4          5          9
Woningverbeteringen                   2          3          5
LLTB-magazijnen/veilingen          12        14        26
Boerenleenbanken                       0          1          1
Aardappelbewaarplaatsen              0          1          1
K.I. stations                               6          3          9
Diverse gebouwen                       6          3          9
                                                                                      
                                               84        77        161
Hiervan zijn 32 gevallen van subsidieboerderijen in 1954 en 3 in 1955. Gevallen van herstel/herbouw oorlogsschade 8 in 1954 en 0 in 1955. Van 154 aanbestede werken in ’54 en ’55: totale afgeronde bouwsom: ƒ5.200.500. Adviezen voor stalverbeteringen enz. worden meestal kosteloos gegeven [uit: Stichting Bouwbureau van de LLTB Roermond. Verslag over de jaren 1954/1955 (Roermond 1 jan. 1956), 238-241].
1130 Uit: LLTB. Verslag over het jaar 1955: ‘Bouwbureau van de LLTB’ (238-241), 240.
1131 ‘Wederopbouw boerderijen’ in: Limburgsch Dagblad van 12 april 1955.
1132 Bericht over woningtekort in: Leeuwarder Courant van 25 aug. 1956.
1133 Ter illustratie fragmenten uit enkele jaarverslagen van de LLTB:
1959
Personeel schommelt rond de 10 personen. In 1959 werden in totaal 56 opdrachten ontvangen (veel kleine maar ook enkele grote opdrachten): 10 volledige boerderijen; 4 stallen en/of schuren; 3 stalverbeteringen; 7 boerenwoningen; 6 arbeiderswoningen; 6 diverse woningen, 1 woningverbetering; 7 magazijnen voor afd. en silo’s; 7 boerenleenbanken; 1 aardappelbewaarplaats en 4 diversen (hierin zijn begrepen 2 subsidieboerderijen). De gemiddelde bouwsom was ƒ37.930; de grootste was een bouwsom van ƒ240.000. In 1959 werden 33 werken aanbesteed, voor een totale bouwsom van ƒ4.040.800,-. Opgeleverd werden 52 werken met een totale bouwsom van ƒ1.560.000’ [Verslag over het jaar 1959: overzicht van de Stichting Bouwbureau van de LLTB over het jaar 1959, pag. 118-119].
1960
(Geïllustreerd met foto’s van een moderne boerderij in IJsselsteyn; boerenleenbank te Ospel en silo en magazijnen van Landbouwbelang te Weert) ‘De bouwactiviteit lag iets beneden verwachtingen: 64 opdrachten voor een gezamenlijke bouwsom van ƒ3.400.000,-’ [LLTB. Verslag over het jaar 1960: Verslag van de Stichting Bouwbureau van de LLTB over het jaar 1960, pag. 118-119].
1964
Inmiddels 14 personen in dienst. 57 opdrachten voor geschatte bouwsom van ƒ4.478.000,-. Opdrachten onder te verdelen in: 15 woningen; 6 woningverbeteringen; 1 silo-uitbreiding; 14 stallen en verbeteringen; 5 magazijnen; 9 boerderijen; 7 diverse gebouwen. Twee miljoenenopdrachten zijn al in vergevorderd stadium: nieuwbouw coöp. Venlose Veiling te Grubbenvorst en coöp vereniging Landbouwbelang te Maasbracht [LLTB. Verslag over het jaar 1964: Stichting Bouwbureau van de LLTB, 156-157].
1134 Toelichting van Spoelstra op de nieuwbouw van de OVM in: Limburgsch Dagblad van 17 juni 1967.                    
1135 SHCL Maastricht, Archief LLTB, VN: 244 HB/LLTB 196-1955, bij DB/LLTB van 26 juni 1970.
1136 Ibidem, 26 juni 1970.
1137 Uit een brief van drs. A.J. Hutschemaekers (1921-2014) van 6 juli 2011 aan de auteur.
1138 In het overzicht aan opdrachten aan het Bouwbureau in 1955 wordt een ‘aardappelbewaarplaats’ genoemd [Stichting Bouwbureau van de LLTB Roermond. Verslag over de jaren 1954/1955 (Roermond 1 jan. 1956)].
1139 Zie het overzicht van werken die in 1963 zijn uitgevoerd of in uitvoering kwamen. Gepland onder C 1. Slangen, Linne varkensstal [in: Bouwbureau LLTB. Verslag van de ontwikkelingen op het gebied van de boerderijenbouw in 1963].
1140 Bouwvergunning, op 23 dec. 1974 afgegeven door gemeente Linne in: archiefdoos: ‘Stukken bungalow’.
1141 LLTB. Verslag over de jaren 1985 en 1986 (Roermond 1987), 203: ‘Buro voor Bouwadvies’.
1142 Zie hiervoor: Elpers, Erfenis van het verlies, 193-196.
1143 Bé Lamberts, Boerderijen. Categoriaal onderzoek wederopbouw 1940-1965 (RACM Zeist 2007), 5. In de bewoordingen van mw. Elpers:
‘Bij de gelede bouw bestaat een boerderij uit verschillende apart van elkaar functionerende onderdelen in een aaneengesloten of verspreide opzet. Woning, stallen (zonder zolder), tasschuur en ruimtes voor machines en werktuigen zijn dus van elkaar gescheiden. [...] Men was van mening dat werkprocessen efficiënter zouden zijn in gelede boerderijen. Bovendien zouden de boerderijen brandveiliger zijn en zouden de verschillende delen los van elkaar gestandaardiseerd c.q. geprefabriceerd en makkelijk uitgebouwd worden. Ook zouden de bouwkosten voor deze methode veel lager zijn dan de kosten van traditionele boerderijen. Omdat dringend op de bouwkosten bespaard moest worden bij de wederopbouw was dit criterium het meest acute’ [Erfenis van het verlies, 77].
1144 Lamberts, Boerderijen, 74.
1145 Vgl. Elpers, Erfenis van het verlies, 167.
1146 Elpers, Erfenis van het verlies, 174.
1147 Elpers, 76.
1148 Ibidem, 81.
1149 Ibidem, 252.
1150 Ibidem, 79.
1151 Lamberts, Boerderijen, 74.
1152 Elpers, Erfenis van het verlies, paragraaf 3.5.2. pag. 74 tot 82.
1153 Ibidem, 76-77.
1154 P. Tijm, ‘Boerderijenbouw’ in: Bouwkundig Weekblad 1950, nr. 14 en 15, 209-256 [bij: Elpers, 78].
1155 Bij Elpers, Erfenis van het verlies, 126 en 212.
1156 Ibidem, 134.
1157 Ibidem, 137-138.
1158 Ibidem, 138. Lamberts kwam in Boerderijen, 75-76 tot de volgende inventarisatie:
‘Kort samengevat zijn de veranderingen in de boerderijenbouw vanaf de jaren vijftig voor een belangrijk deel het gevolg van de volgende ontwikkelingen:

1159 Elpers, Erfenis van het verlies, 216-217.
1160 Ibidem, 76.
1161 Th. Spoelstra, “Boerderijbouw’ in: Mededelingen 8 (van de Stichting voor de Landbouw) 352-353 en Th. Spoelstra, ‘Stalverbeteringen’ I-IV in: Boer en Tuinder in 1952 en 1953 [ontleend aan Elpers, Erfenis van het verlies, 197-198].
1162 Lamberts, Boerderijen, 71-72.
1163 Lamberts, 75 en Elpers, 117-118.
1164 Lamberts, 72 en Elpers, 178.
1165 Elpers, Erfenis van het verlies, 129-132 en 141 (ontslag).
1166 Ordner Molest, ‘Vragenlijst in verband met toekenning ener aanvullende bijdrage ex art. 72, lid 5 van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden 1950 ten name van de Gebrs. Slangen, Linnerheide B 155, Linne’ (bijlage bij de brief van W. Lamers van het Adviesbureau voor Oorlogsschade van de Stichting voor de Landbouw van 10 aug. 1951).
1167 ‘In de jaren dertig, de tijd van de grote crisis, heerste er armoede. Vader [dokter J. Meuwissen] heeft het ‘Broek’ toen gepacht van de familie Berger, de toenmalige eigenaren van Overen. Het laaggelegen broekland kon geschikt gemaakt worden voor de witsencultuur, en van twijgen konden manden gemaakt worden. Volgens Guille Wolters zag vader werkgelegenheid voor Toon Loenders! Of dat zo is weet ik niet. Vader zag wel meer dingen waarvan men zich kan afvragen of het allemaal zo vernunftig in elkaar stak’ [J. Meuwissen, ‘Kroniek van “De Munsterstraat”’ (Roermond 2008), 73].
1168 Joseph H.M. Meuwissen (geboren op 15 mei 1895 in Echt). Niet vreemd voor een boerenzoon, ook al vestigde hij zich na zijn medicijnenstudie als arts in Sint Odiliënberg. Van 1920 [Archief Roerdalen, Bevolkingsregister St. Odiliënberg 1920-1930, nº 814, 32 r. en v.: ‘Hoosden 32’] tot 14 mei 1934 woonde hij met zijn gestaag groeiende gezin op Hoosden, totdat mr. Jean Geradts, inmiddels burgemeester, hier zelf met zijn jonge gezin wilde intrekken [Archief Roerdalen, Bevolkingsregister St. Odiliënberg 1930-1939, nº 816, 32 r. en f.: ‘Hoosden 32’].
Dokter Meuwissen kon in de buurt grond van de familie Geradts kopen om daarop de villa De Meihof te laten bouwen. Door een tragisch misverstand werd deze arts tijdens de mobilisatieperiode aan de Duitse grens neergeschoten.
Het getuigt van heel weinig invoelingsvermogen van Jan Meuwissen die zo kort na het overlijden van mw. S. Geradts-Regout haar enige nog levende dochter benaderde met het verzoek om zijn geboortehuis nog eens te mogen betreden. Dat hij in de hectiek van die periode geen antwoord van haar heeft gekregen, rechtvaardigt allerminst zulke rancuneuze modderspuiterij als op pag.18 van zijn boek. Daarbij komt nog dat partijdige raadgevers die niet zijn ingevoerd, zich voor zijn karretje laten spannen. Los daarvan is Meuwissen ook nog een slecht geschiedschrijver die onjuist citeert en bovendien in zijn literatuurlijst niet die artikelen vermeldt die hij schaamteloos heeft geplunderd en doet, alsof hij die kennis – dus ook de fouten (!) – zelf heeft vergaard. J.H.J.M. Meuwissen ‘Kroniek van “De Munsterstraat” [typoscript van 191 pag.].      
1169 RHCL Maastricht, Familiearchief Geradts, doorslag kopie van brief van mr. Jean Geradts aan Peter Slangen, Hoosden 13-09-1950.
1170 Diens begrafenis had ƒ300 gekost [blijkens opgave in concept-overdracht van notaris C.M.J. Mostart Roermond van 2 april 1940].
1171 Die weerstand memoreerde Truus Slangen in haar mail aan de schrijver op 11 dec. 2017.
1172 Tweede interview met Jacq. Slangen sr. op 10 jan. 1996 in Herten, 22-23.
1173 Jacq. Slangen II op 10 jan. 1996, 25-26.
1174 Ibidem, 23.
1175 Dossier Bedrijfsoverdracht, Stukken notaris C.J.M. Mostart Roermond, twee pagina’s plus begeleidend schrijven van 2 april 1940.
1176 Dossier bedrijfsoverdracht, handgeschreven kopie van de belastingaangifte van 5 februari 1946 in beige zakboekje op pag. 10-11 na ‘Overzicht aangifte Belastingen’, inclusief twee losse briefjes. Daarop staan de grondaankopen in Veulen gespecificeerd: eerste aankoop in 1936: 27.06.50 ha voor ƒ 17.500; tweede aankoop in 1943 van 12 ha voor ƒ6.200 en derde aankoop van 4 ha voor ƒ4.050, samen goed voor ƒ37.750 (ƒ850 per ha in 1936; ƒ550 per ha in 1943 en ± ƒ1.040 per ha in 1944).
1177 Familiearchief Slangen, dossier boedelscheiding (1937-1956), brief van Jan Slangen (Venray 30 april 1941) aan zijn moeder, broers en zus. 
1178 Twee pagina’s met potlood beschreven, aangehaakt bij het schema van notaris Mostart van 1940.
1179 Dossier bedrijfsoverdracht, handgeschreven kopie van de belastingaangifte van 5 februari 1946 in beige zakboekje: ‘Overzicht aangifte Belastingen’. Het vermogen van de kinderen Slangen bedroeg toentertijd: onroerend goed Linne: ƒ12.000; paarden en ander vee: ƒ7.440; machines: ƒ7.285; vruchten: ƒ7.050; staatsschuld: ƒ3.000; geldlening H. Hubertus (Maastricht): ƒ2.000; geldlening H. Franciscus patronaat (Maastricht) ƒ1.000; gelden Boerenleenbank: ƒ16.252; gelden Postgiro ƒ12.497 en kasgeld: ƒ2.000 = ƒ70.524.
Dubieuze vorderingen: ƒ8.000; oorlogsschade: - gebouwen ƒ52.000 x 3/10 = ƒ15.600; - bedrijfsinventaris: ƒ12.100; - paarden en vee: ƒ9.820; -bijenkasten en volken: ƒ600; helft van de oorlogsschade: ƒ19.060. Totaal: ƒ97.584, waarvan elke broer 1/3 deel: ƒ23.195.
Bezittingen van de drie broers: weiland in Berg (’t Bat) ƒ6.500; boerderij Venray (alleen het land) ƒ37.500, samen: ƒ44.000. Ieder 1/3 gedeelte: ƒ14.666.
Aan privébezit had Jacq. Slangen nog: ƒ613; Peter Slangen nog ƒ503 en Jan Slangen: op Boerenleenbank: ƒ18.340 en aan onroerende goederen in Venray: ƒ5.000, samen ƒ23.340. De weduwe Slangen die voor 6/10 eigenaresse was van de boerderij in Linne: ƒ24.000; staatsschuld: ƒ1.000; Rijkspostspaarbank: ƒ44 en vooruitzicht op uitkering oorlogsschade: f 18.200. Samen goed voor ƒ43.244. 
‘De omschrijving der bezittingen van de kinderen Slangen is zoo goed mogelijk gedaan. Het is echter niet uitgesloten dat er nog een foutje in zit. In verband met het feit dat de administratie zoo goed als geheel is verbrand en gebrek aan personeel en het vele werk in verband met opbouw zijn de gegevens niet precies te verstrekken.
Per 1 Mei 1946 wordt de geheele administratie in handen gegeven van L.L.T.B. Boekhoudbureau en zal een juiste balans worden opgemaakt.
Deze gegevens werden op een inlegvel bij de formulieren gevoegd ten einde een beter beeld te geven.
Ingezonden 5 Februari 1946.’
1180 Ibidem.
1181 Schenking door mej. M. Slangen te Herten (weduwe van L.H. Schmitz) aan J.P.J. en N. Slangen van huis, stal en tuin Offerkamp van ± ƒ9.500 met verplichting neef W. Slijpen e.a. uit te kopen voor ƒ4.383,33. Akte verleden door notaris P.J. van Crugten op 30 dec. 1946.
1182 Interview met drs. F.W.H.J. (Willem) Slijpen en mw. dra. H.C. Nienhuis in Amsterdam op 27 maart 1996, pag. 1.
1183 Interview met Willem Slijpen en H.C. Nienhuis, pag. 1: mededeling van mw. Nienhuis.
1184 Akte van koop en verkoop van mej. M.G. Slangen aan P.H.J. Slangen en aan J. Slangen, verleden door notaris P. Tijssen op 4 juni 1953.
1185 Dossier bedrijfsoverdracht, handgeschreven blocnotevel: ‘12 Dec. 1947. Afrekening J. Slangen Venray’.
1186 Map Molest, brief van de Rijksdienst voor Landbouwherstel van 5 maart 1956 en het antwoord van P. Slangen van 12 april 1956.
1187 Persoonlijke mededeling van Jacq. Slangen (de partner) en Lisa Slangen-Kleuters (de locatie) onafhankelijk van elkaar.
1188 Tweede interview met Jacq. Slangen sr. in Herten op 10 jan. 1996, 23-24.
1189 Aan het einde van het tweede interview met Jacq. Slangen sr. in Herten op 10 jan. 1996, 29 vertrouwde tante Tilla mij toe: ‘Tussen haakjes, Peter heeft mij nooit gemogen. Toch heeft hij eens een keer tegen mij gehuild.’ 
1190 Persoonlijke mededeling van R. Verhoeven, 23 jan. 2018.
1191 ‘Afschrift der Akte van scheiding en deling door de heer Peter Hubertus Jacobus Slangen wonende op Mortelshof te Linne, en anderen.’ Opgemaakt door notaris P. Tijssen te St. Odiliënberg en verleden op 20-06-1956. P. Tijssen was kand. notaris in Roermond om eind 1955 zijn vader, P.A.E. Tijssen, op te volgen [‘Nieuwe notarissen’, De Tijd van 27 dec. 1955].
1192 Tweede interview met Jacq. Slangen sr. in Herten op 10 jan. 1996, 23-24.
1193 Partic. Archief P. Slangen, Kasboekje 1956.
1194 Met dank aan Truus Slangen uit Bolsward voor haar mails van 11 dec. en 9 jan. 2018 aan de schrijver.
1195 Joannes Cornelis Slangen (Heiweg Linne 22-10-1905 – Venray 17-06-2001) en Maria Odilia van Montfort (Schuurkenshof Posterholt 14-03-1910 – Venray 02-01-2000).
1196 De geschiedenis van Schuurkenshof in Posterholt is nog niet te boek gesteld. De boerderij ligt aan de Heinsbergerweg, maar deze weg is eerst in de negentiende eeuw aangelegd terwijl de boerderij uit de middeleeuwen stamt. De oudste schriftelijke gegevens gaan terug tot de veertiende eeuw met de stichting van het Kartuizerklooster in Roermond (1372-1783). In 1985 werden in de nabijheid van de eeuwenoude hoeve een middeleeuwse houten put en een maalsteen gevonden, beide opgenomen in de collectie van het Roerstreekmuseum. De Schuurkenshof was in de zestiende eeuw eigendom van die Kartuizers. In de zeventiende eeuw kwam de hoeve in bezit van Gerard van Pallant. Van 14 maart 1891 dateert de verpachting van de Schuurkenshof door Balthasar B. baron van Voorst tot Voorst aan Theodoor van Montfort [GAR, notarieel archief E. Strens 1891/309].  
1197 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 25.
1198 Leny Maria Josepha Theresia (Willemse-) Slangen (Mortelshof Linne 04-11-1934 – † Brisbane (Australië) 20-01-2005) en Jacobus Hermanus Josephus Maria Slangen (Mortelshof Linne 08-06-1936 – † Emmeloord 18-08-1987) [met dank aan Truus Slangen]. 
1199 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 25.
1200 Ibidem, 25.
1201 NKO van 20-04-1942, ‘Rechtszaken Roermond’: M.C.A.A. 32 j. te Veldhoven en G.Th.v. B. 26 j. te Nuenen ieder ƒ 20, of 5 dagen hechtenis ‘wegens diefstal en heling van rogge van J. Slangen te Venraij’.
1202 Bijna een half jaar lang door het front afgesneden van hun ouderlijke huizen plaatsten zij de volgende oproep in Veritas ‘katholiek 14-dagsch blad voor Maastricht’ van 5 maart 1945: ‘J. Slangen, St. Jozef-Hoeve I 31 B IJsselstein-Venray vr. inl. over Gebr. Slangen – Mortelshof Linne en J. van Montfort-Mulders Schuurkenshof Posterholt.’
1203 Citaten ontleend aan: ‘Eerste diamanten bruidspaar in IJsselsteyn’, Peel en Maas. Weekblad voor Venray en omgeving van donderdag 10 juni 1993.
1204 Interview met drs. Frans Willem Slijpen en drs. H.C. Nienhuis van 27 maart 1996, 1-2.
1205 Interview met Slijpen en Nienhuis van 27 maart 1996, 1-2.
1206 Ibidem, 4 en 12.
1207 Ibidem, 4.
1208 Interview II met Jacq. Slangen van 10 januari 1996, 22.
1209 Interview I met Jacq. Slangen van 11 augustus 1995, 10.
1210 Interview met ir. Leo Korsten op 26 augustus 1995, 6.
1211 Persoonlijke mededeling van mw. Toos Theunissen-Raemaekers van 3 febr. 2014.
1212 Lijfrenteovereenkomst tussen Petronella G.E. Slangen, religieuse te Hoogstraten (B.), Jacobus Slangen, fruitteler, Oude Roermondseweg 3 in Herten, Johannes C. Slangen, landbouwer, Paardekopweg 7 te Venray en Peter H.J. Slangen, ‘landbouwer en koopman’ te Linne Mortelshof waarbij Nelly Slangen een vordering van ƒ38.447.37 afstaat en voorzover nodig overdraagt aan haar broers, getekend door haar alleen op 24 mei 1962 [in envelop ‘Nelly Slangen’ archiefdoos ‘Manus Slangen, Fien Slangen-Tasset, Trui Slangen, Nelly Slangen en Familiegraf].
1213 Doorslag van brief van P. Slangen aan K. Willems, secretaris C.O.O. Hoogstraten [witte enveloppe Nelly Slangen].
1214 Ongedateerde brief van 2 kantjes toen zuster Benedicta verbleef op de afdeling H. Familie van Bethaniehuis [witte enveloppe Nelly Slangen].
1215 Brief van zuster Slangen aan ‘Dierbare Familie’ op Mortelshof van 10 maart 1968 [witte enveloppe Nelly Slangen]. 
1216 Mail van Truus Slangen uit Bolsward op 9 september 2013 aan de schrijver.  
1217 Ibidem.
1218 ‘Enige Algemene kennisgeving van het overlijden van zr. Maria Benedicta’ in: Maas- en Roerbode van 12 maart 1982.
1219 ‘Uitgaven gedaan voor Tante Nelly’ [getypte karton]: Bloemen kerk Zoersel: 1000 frs; advertentie in de krant: ƒ179.38; zeswekendienst ƒ25.00; zangkoor: ƒ25.00; koffietafel ƒ500; 20 H. Missen Zoersel 2000 frs en 10 H. Missen Abdij Achel 1000 frs. Totaal: 4010 B. frs /ƒ729.38 [witte enveloppe Nelly Slangen].
1220 Partic. coll., ‘Autobiografische herinneringen van Jacq. Slangen’ [typoscript, 12 pagina’s, begonnen op 25 januari 2001 in Camillus te Roermond], 1.
1221 Ibidem, 3-4.
1222 Berichten in NKO van 12 en 19 febr. 1935. 
1223 Zie pag. 323 in dit boek en vgl. ‘Limburgsche bekroningen’ in Limburger Koerier van 16 okt. 1937, als ook een bericht in De Nieuwe Koerier van 12 okt. 1937.
1224 Persoonlijke mededeling van Ronny Verhoeven aan de auteur.
1225 Voor eerste prijs zelfgekweekte rozen zie bericht in NKO van 7 sept. 1933 en voor de eerste prijs zelfgekweekte dahlia’s bericht in NKO van 11 sept. 1933.
1226 Zie pag. 404 in dit boek. Vgl. ‘Herkenbosch. Raadselwedstrijd op de tentoonstelling’, NKO van 13 sept. 1933.
1227 ‘Omroepers’ in: NKO van 19 maart 1938.
1228 Interview met ir. Leo Korsten op 26 aug. in 1995 in Lelystad, 5-6.
1229 ‘Autobiografische herinneringen van Jacq. Slangen,’ 11-12.
1230 Partic. coll., typoscript, 12 pagina’s, begonnen op 25 januari 2001 in Camillus te Roermond. Op 25 januari 2004 is hij gestart met een bewerking daarvan die later is verschenen in De Roerecho. Weekblad van Sint Odiliënberg, nr. 31 (4 aug. 2005) 13, 15-20 en Ibidem nrs. 32 t/m 35 in één uitgave (11, 18, 25 aug. 2005) 19-21 en 23-24.
1231 Tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 28.
1232 Ibidem, 24.
1233 Ibidem, 26.
1234 In zijn oorspronkelijke lijst van pachters was de plaats voor de onfortuinlijke Jacob Cuijpers die Mortelshof in 1878 moest verlaten, verdrongen, terwijl iedereen in de kleine Berger gemeenschap wist van de manslag en zijn gevangenschap en de kranten erover vol hadden gestaan. 
1235 Zijn stukken kreeg ik in september 2015 tijdens een bezoek aan de HVR, waarvoor mijn hartelijke dank.
1236 Zie mijn bijdrage, ‘Manslag met tuyerstok en mestriek op Mortelshof d.d. 9 april 1878’, Roerstreek ’98 (HVR Jaarboek 30) [130-140] 131 en noot 2 op pag. 140.
1237 Vgl. Ruud Linssen, ‘Honderdjarige kruipt nog op de hometrainer. De Hertenaar Jacques Slangen is vandaag honderd jaar geworden. Een gesprek met een kwieke senior’ in: De Limburger van 19 mei 2004 en ‘Sjaak Slangen 100 jaar’ (op woensdag 19 mei 2004) in: Linner nieuws van 13 mei 2004.
1238 Interview met Slijpen en Nienhuis, 12.
1239 Interview II met Jacq. Slangen van 10 januari 1996, 23.
1240 Interview met Slijpen, 27 maart 1996, 2.
1241 Slijpen, 2-3.
1242 Slijpen, 3-4.
1243 Interview met Leo Korsten op 26 aug. in 1995 in Lelystad, 5.
1244 Interview II met Jacq. Slangen van 10 januari 1996, 27.
1245 Interview II met Jacq. Slangen, 10.
1246 Bericht in Limburgsch Dagblad van 6 april 1927. Dat hij hoge cijfers had gekregen is een mededeling van mijn moeder.
1247 Interview II met Jacq. Slangen, 27.
1248 ‘Jonge Boeren’ in Berg in: NKO van 16 maart 1933.
1249 Begin februari 1940 was P. Slangen nog voorzitter van de afdeling JB van Berg. Toen werd meester W. Hermans geïnstalleerd als technisch adviseur [‘St. Odiliënberg. Jaarvergadering Jonge Boeren’ in: NKO van 19 febr. 1940]. De ‘propaganda- en filmavond’, bijeenkomst begin april 1940, stond onder leiding van de nieuwe voorzitter H. Slangen. Daar vertoonde rector Steegmans uit Posterholt fragmenten van de jubileumfilm van Alex Roosdorp inclusief de kruisprocessie naar Lerop [‘St. Odiliënberg. Jonge Boeren’ in: NKO van 11 apr. 1940].  
1250 ‘Het bezoek van Fransche en Marokkaanse landbouwingenieurs’ in: NKO van 9 juli 1932 en NKO van 11 juli 1932.
1251 ‘Herkenbosch. Jonge boeren’ in: NKO van 26 juni 1934. Vgl. ook de tweede aanhef aan het begin van het derde hoofdstuk van dit boek op pag. 247.
1252 ‘Nationaal Comité voor Brouwgerst’ in LKO van 29 juni 1934.
1253 ‘Fruitteeltschool LLTB te Maastricht’ in: NKO van 25 jan. 1936.
1254 ‘Posterholt. Katholieke Kiesvereeniging’ in: NKO van 23 jan. 1935.
1255 Uitsluiting van de NSB door de LLTB in: NKO van 15 juli 1935; ‘Jonge Boeren. Jaarvergadering kring Roermond in NKO van 2 apr. 1936. Maximiliaan graaf de Marchant et d’Ansembourg (1894-1975) werd in 1935 lid van de NSB en kreeg een zetel in de Eerste Kamer, in 1937 ingeruild voor een Tweede Kamerlidmaatschap, waarbij hij tevens fractievoorzitter werd van de NSB-fractie. Later werd hij gouverneur van Limburg tot aan het einde van de oorlog. Hij kreeg uiteindelijk tien jaar werkkampgevangenis. Martin Bruinsma, Maximiliaan graaf de Marchant et d’Ansembourg (Pons Mosae, 2010).
1256 ‘Prof. ir. W.J. Dewez. Onze Limburgsche Landbouwconsulent benoemd tot hoogleeraar te Wageningen’ in: MAR van 30 mrt 1946; ‘Prof. ir. W.J. Dewez overleden. Harde werker, vooral in zijn geboortegewest Limburg’ in: MAR van 8 nov. 1960; C.G.A. Mertens, ‘In memoriam prof. ir. W.J. Dewez. All round landbouwconsulent en vertrouwensman der Limb. Boeren’ in: MAR van 8 nov. 1960. ‘Custers’ in A.P.A. Cammaert, Het verborgen front. Geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deel II, o.a. 895-901.  
Rijkslandbouwconsulent Ir. W.J. Dewez werd van 13 juli 1942 tot 17 december 1942 gevangengehouden in het Kleinseminarie Beekvliet [vgl. Hein van der Bruggen, ‘Cees Dosker, de oorlog van een Roermondse courantier’, Spiegel van Roermond 2009 (86-107) 97].
1257 ‘Burgerwacht in St. Odiliënberg’ in: NKO van 13 okt. 1930.
1258 Bericht in NKO van 28 maart 1933.
1259 ‘St. Odiliënberg. Prijsuitreiking burgerwacht’ in: NKO van 13 okt. 1934.
1260 Bericht in NKO van 18 dec. 1937; ibidem van 23 dec. 1939.
1261 ‘Bijenteelt’ in: NKO van 21 dec. 1937.
1262 ‘Viering van de nationale feestdag te St Odiliënberg’ en ‘De nationale Feestdag in ons gewest’ in: NKO van 8 sept. 1938.
1263 Mails van drs. P. Kleuters uit Brunssum van 5 okt. en 30 okt. 2014, alsmede een telefoongesprek met de schrijver.
1264 Mw. Hélène Nienhuis in het interview met Slijpen en Nienhuis van 27 maart 1996, 17.
1265 In een persoonlijk gesprek in de jaren negentig met de schrijver.
1266 Nienhuis in interview met Slijpen en Nienhuis van 27 maart 1996, 17.
1267 Interview met Leo Korsten in 1995, 6-7.
1268 Interview met Mw. Mia van der Laak-Schepers in Roermond op 2 sept. 1996, 14.
1269 Interview met Mia van der Laak 1996, 19.
1270 Ibidem.
1271 Cammaert, Het verborgen front II, 900 en de identiteitskaart van P. Slangen, afgedrukt op pag. 479 van dit boek.
1272 ‘St. Odiliënberg. De boerenstand’ in: MAR van 25 apr. 1945.
1273 ‘De evacué’s in het Noorden van ons land worden opgehaald. Herman Smeets van café Smeets vertelt verder ...’ in: G. Janissen (red.) Sint Odiliënberg in de vuurlinie 1944-1945 (Berg mei 1995), pag. 87-88. Vgl. ook: ‘Mei 1945: reëvacuatie van Berger dorpsgenoten’ in dit boek, 486-488.
1274 ‘Burgemeester Prick verwelkomd in St. Odiliënberg’, in: MAR van 12 mei 1950.
1275 ‘St. Odiliënberg. Opening Harmoniezaal’ in: MAR van 27 juni 1950.
1276 ‘St. Odiliënberg. Gouden bruiloft’ in: MAR van 6 nov. 1946.
1277 ‘Gouden bruiloft te Lerop’ in: MAR van 19 jan. 1955.
1278 ‘Mijlpaal in Sint Odiliënberg’s historie. Hoge belangstelling bij verheffing parochiekerk tot basiliek’ in: MAR van 18 nov. 1957.
1279 ‘Jaarvergadering Harmonie Juliana’ in: MAR van 1 febr. 1949 en ‘Harmonie Juliana’ in: MAR van 23 jan. 1950.
1280 Mededeling van Ronny Verhoeven aan de schrijver in januari 2018.
1281 Vgl. bijvoorbeeld: ‘St. Odiliënberg. Vergadering Landbouwbond’ in: MAR van 13 nov. 1946 en ‘St. Odiliënberg. Jaarvergadering L.L.T.B.’ in: MAR van 3 juni 1953.
1282 ‘Benoemingen in Commissie Wederopbouw Boerderijen’ in: MAR van 3 dec. 1952.
1283 ‘Installatie Commissie Boerderijenbouw’ in: MAR van 14 juni 1955; E.J. Krajenbrink, lemma ‘Landbouwschap’ (2005) van het Nationaal Agronomisch Historisch Instituut van de universiteit van Groningen (internet).
1284 ‘Oorlogsschade. Vertrouwvol beraad KVP’ in: MAR van 5 mei 1949.
1285 ‘St. Odiliënberg. Jaarvergadering K.V.P.’ in: MAR van 30 jan. 1950.
1286 ‘Groslijst candidaten Provinciale Staten. Geen K.V.P.-advies voor de verkiezingen’ in: MAR van 14 febr. 1950.
1287 ‘Vele kiezers lieten versteek gaan. Groslijststemming K.V.P. voor Provinciale Staten’ in: MAR van 6 maart 1950; ‘Statenkring Roermond K.V.P. Officiële cijfers groslijststemming’ in: MAR van 10 maart 1950.
1288 ‘Jaarvergadering KVP’ in: MAR van 27 jan. 1954.
1289 Vgl. ‘De Statenverkiezingen. Candidaten Kath. Volkspartij’ in: MAR van 28 jan. 1953; ‘Statenkring Roermond’ in: MAR van 6 febr. 1954 en ‘Adviescollege KVP Besluit: Geen politiek advies bij groslijststemming in Limburg’ in: MAR van 8 febr. 1952.
1290 ‘Groslijststemming. P.J. Slangen uit Linne trekt zich terug’ in: MAR van 19 februari 1954.
1291 ‘Zo stemde zondag de K.V.P.’ in: MAR van 22 febr. 1954. Door een speling van het lot kreeg hij ook nog 13 stemmen in Montfort [‘De groslijststemming. Nakomertje uit Montfort’ in: MAR van 23 febr. 1954].
1292 Nog eind juni 1954 deed de Harmonie van Berg de beste wensen aan P. Slangen en J. Peters op de vergadering waar G. Schmitz tot nieuwe voorzitter was gekozen [‘St. ‘Odiliënberg. Harmonie “Juliana”’ in: MAR van 29 juni 1954.
1293 Persoonlijke mededeling van L. Slangen-Kleuters aan de schrijver in de tweede helft van de jaren negentig.
1294 Persoonlijke mededeling van Marije Slangen te Leiden een tiental jaren geleden aan de auteur.
1295 In 1961 oordeelde de gemeenteraad van Linne op voorstel van B&W om voor de aanleg elektrificatie in zijn boerderij en noodwoning P. Slangen een bijdrage te verlenen van ƒ300. De heer Puts meende uit billijkheidsoverweging dat voor beide aansluitingen een bijdrage van ƒ500 kon worden verleend’ [‘Uit Linner gemeenteraad’ in: MAR van 1 juni 1961].
1296 Zoals de noodslachting van een varken op 13 juli 1957 nog ƒ417 opbracht en een week later, op 20 juli 1957, van een rund zelfs ƒ765 [zakboekje 1957].
1297 ‘St. Odiliënberg. Boerinnenbond’ in: MAR van 16 jan. 1953.
1298 Meister W.J. Vromen, Ernst en humor in het Limburgse boerenleven (Maasbree 1976), spreekwoord nr. 145 op pag. 49.
1299 Archief Mortelshof, doos Sociale zaken jaren vijftig, loonstaten.
1300 Tweede telefonisch onderhoud met mw. C.E. Theunissen-Raemaekers, Panheel op 17 april 2018.
1301 Een uitvoerig telefonisch onderhoud met mw. C.E. Theunissen-Raemaekers, Panheel op 3 febr. 2014 met de auteur.
1302 H. (Henk) G.G. Wismans uit Merselo, die ik op het spoor ben gekomen door zijn genealogie ‘400 jaar familie Wismans’ – aug. 2016, met daarin opgenomen een groepsportret van de familie waarvan Tonia (Tonie) Wismans deel heeft uitgemaakt, ben ik zeer erkentelijk voor zijn behulpzaamheid bij het vinden van nadere informatie over Tonia en voor enkele foto’s (in zijn uitvoerige mail van 21 april 2018 aan de schrijver) waarvan ik hier dankbaar gebruik heb gemaakt. 
1303 Citaat uit mail van H. Wismans aan de schrijver van 21 apr. 2018, pag. 1.
1304 Ibidem.
1305 Uit het Venrays Woordenboek, met dank aan Henk Wismans.
1306 Uit Wismans mail van 21 apr. 2018, 4.
1307 Ibidem, 1-2.
1308 Ibidem, 2.
1309 Ibidem, 4.
1310 Citaat uit bidprentje van Tonie Wismans, opgenomen in Wismans mail, 6.
1311 Citaat uit mail van Kethie Tetz- (Vosdellen) aan de schrijver van 12 dec. 2013. Zij was de oudste dochter van Sjaek Vosdellen en Anna G. Wolters, geboren op 2 juli 1943.
1312 Ibidem. Zij is later bij Pleunis in Berg gaan werken [tel. mededeling van 21 apr. 2018].
1313 In de Provinciale Zeeuwse Courant van 13 maart 1967 staat een advertentie die Johan Dingemanse vanuit Mortelshof op 11 maart heeft ingestuurd, van het overlijden van zijn ‘beste broer’ Andries Pieter Dingemanse op 74-jarige leeftijd overleden in het Godshuis te Veere.
1314 Johan Adriaan Dingemanse (27 april 1903 - † 9 febr. 1982) Voor zijn grafsteen met die van zijn oudere broer en zus, zie internet: Begraafplaats Oude Dijk in Nieuw- en Sint Joosland op Walcheren [met dank aan Adje en Ronny Verhoeven].
1315 Vromen, Ernst en humor in het Limburgse boerenleven, nr. 246, 66-67.
1316 Mededelingen van Adje en Ronny Verhoeven op 2 mei 2018, waarvoor mijn hartelijke dank; de dames Sandra en Marij Deneer (de laatste heeft hem nog verzorgd) van Proteion St. Jozef in Wessem konden mij op 15 en 16 mei 2018 helaas geen nadere gegevens verschaffen over geboorte- en overlijdensdatum van Bair Sistermans met hartelijk dank voor hun moeite. Internet gaf ten slotte zijn data prijs: Sistermans Bair (21-03-1920 te Heer – † 4 april 1994 te Wessem).
1317 Hypotheekakte verleden door notaris P. Tijssen van 22 december 1959 van ƒ80.000, waarvoor op 2 febr. 1960 een declaratie werd ingediend van ƒ739.
1318 In het medisch vakjargon heet de afwijking spondylolisis en spondylolisthesis en de fixatie van de 5de lumbale wervel aan de heiligbeen (L5-S3) wordt aangeduid met spondylodese. Een week na mijn afstuderen thuis (16 febr. 1982) werd ik in het AZL (voorloopster van het LUMC) geopereerd in Leiden. Ik ben ruim een halfjaar opgenomen geweest in verpleegtehuis Van Wijckerslooth in Oegstgeest, maar de revalidatie verliep uiterst moeizaam en kostte jaren. In het verpleegtehuis werd ik volledig arbeidsongeschikt verklaard en kwam onder het regime van de WAMIL, later WAO, te vallen tot mijn 65ste in 2014.  
1319 Vgl. de uitspraak van onderduiker Leo Korsten op pag. 471 van dit boek.
1320 G. Linssen, ‘Mgr. drs. P.J. (Piet) van Odijk (1912-1991), vicaris-generaal en proost van het kathedraal kapittel in een woelige tijd’, Spiegel van Roermond 2011, 112-157.
1321 Mail van mw. Jeanne Sjoers van het Directiesecretariaat van de NAK te Emmeloord van 17 okt. 2013 aan de auteur.
1322 Peter Slangen liep altijd in agrarische vernieuwingen voorop, aldus wijlen Giel Wolters van Overen op zaterdag 1 juli 2017.
1323 Punt 4 bij opmerkingen en kanttekeningen van Ronny Verhoeven van maandag 27 januari 2014 en persoonlijke mededeling van Sjra Berden op het Oogstfeest Lerop op Mortelshof in 1999.

1324 ‘Broederschap van den heiligen Ambrosius in de parochie van Sint Odiliënberg’ (z. p. december 1994), 3. Vgl. Jaak Slangen, Diesse heylighe berch inde schoen kercke. Een geschiedenis van de basiliek van Sint-Odiliënberg, 130.
1325 ‘Broederschap van de H. Ambrosius’ in: MAR van 10 dec. 1955.
1326 ‘Het 100-jarig bestaan van de Broederschap v.d. H. Ambrosius’ in: MAR van 11 dec. 1956.
1327 Map Ambrosius broederschap, getypte toespraak van Peter Slangen, uitgesproken op maandag 7 december 1981.
1328 Tekst op het bidprentje van Peter Slangen geschreven door † Herman Slangen op Mortelshof 7 februari 1991.
1329  Over diens karakter, tweede interview met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 28.
1330 Mededeling van de toenmalige wethouder Har G.M. Wolters van Berg aan de schrijver in de zomer van 2000.
1331 Partic. Archief, ‘Jubileumband Lies Slangen-Kleuters (1911-1991)’.
1332 De scheiding tussen Tjeu Slangen en Marij Geraets kreeg formeel haar beslag op 25 nov. 1991. Voor de boedelscheiding en alimentatie moest Tjeu een hypotheek nemen van ruim ƒ103.000 op ’t Bat bij de RABO-bank Linne op 17 maart 1992. 
1333 Hangmap, Limburg Successierechten, ‘Overzicht Duysens /Isbroucx’ [ongedat.]: ‘ƒ14.703,67 netto oogst Herman’.
1334 Als zodanig (ƒ14.704) gememoreerd in brief van W. Nijskens aan Fam. Slangen van 29 apr. 1994.
1335 Reinout Burgers, ‘Een modelboerderij uit het nabije verleden. De bodem van Mortelshof is een historisch archief dat begint bij de rendierjagers’, in: Stal en Akker van 23 dec. 2000, pag. 29.
1336 In een eerdere versie schreef ik:
Terugblikkend op de verbouwing, die liep allerminst op rolletjes. Had ik er zelf niet zulke grote nadelen van ondervonden, dan had ik er misschien om kunnen lachen. Immers het geheel deed denken aan een slechte soap-serie ergens in Limbabwe. Al in een vroeg stadium liet de bouwkundige mij als coördinator in de steek vanwege een arbeidsconflict met zijn baas. Dat hij het van de ene op de andere dag erbij liet zitten, kreeg een heel vervelende en kostbare nasleep. Mijn aannemer ging tijdens de bouw fuseren met een groter bouwbedrijf. De timmerman was zijn bedrijf aan het afbouwen. Hij maakte nog één laatste keuken vooraleer hij met pensioen ging. Extra aansluitkosten van de keukenapparatuur waren niet begroot. De loodgieter annex verwarmingsinstallateur ging vóór de oplevering failliet. De schilder lichtte zijn broer voor een duizendje op en maakte het werk niet af, met alle extra juridische kosten van dien. Een nieuwe schilder liet na de zomervakantie de finishing touch achterwege. Door het voortijdig vertrek van de bouwcoördinator eind 2000 was de gemeente nooit op de hoogte gesteld van enkele weloverwogen en verdedigbare afwijkingen van het bestek tijdens de bouw, laat staan van de formele voltooiing ervan. Een inspectie van het appartement in 2004 leidde tot intrekking van de bouwvergunning. Ik moest nieuwe bouwtekeningen laten vervaardigen en opnieuw een vergunning aanvragen. De gemeente op haar beurt deed aanvankelijk maar een slag in de lucht bij de vaststelling van de aanslag van de OZB (Onroerende Zaak Belasting). Een rechtszitting van de Belastingkamer in Den Bosch moest eraan te pas komen om mij een lagere aanslag op te leggen.
1337 Over solidariteit gesproken, toen ik mijn broers en zussen aan de hand van een berekening duidelijk maakte dat mijn moeder financieel niet meer rond kon komen, maakten Herman, Fieke, Marije en Jaak zonder enig tegensputteren als vanzelfsprekend maandelijks ƒ50 (Fieke zelfs ƒ100) over zodat zij vanaf maart 2000 tot haar overlijden in november 2002 van haar vier oudste kinderen per kind ƒ1.650 (en van Fieke: ƒ3.300) – in totaal ƒ8.250 – mocht ontvangen. Bij wijze van kostgeld voor de eerste maanden na mijn overkomst in 2001 heb ik haar ƒ1.000 overgemaakt.  
1338 Wijlen mijn zwager Tom Verschueren, radioloog, ontdekte het syndroom van Charles Bonnet in de medische vakliteratuur.
1339 Bij verrassing had pastoor J.H. Prins de stemmige en indrukwekkende begrafenis op een cassettebandje opgenomen, zodat Philip en ik er later cd’s van hebben kunnen branden.
1340 Met enkele wijzigingen ontleend aan Quis non fleret? [Wie zou niet wenen?] bij het afscheid van mijn moeder Lisa Slangen-Kleuters op zaterdag 23 nov. 2002 in de basiliek van Berg en te horen op de audio-cd: ‘Een mooi lang leven’.
1341 J.J. (Sjaek) Vosdellen (Posterholt, 22 aug. 1908 - † Posterholt, 1991) zou met Anna Gertrudis Wolters op 29 febr. 1939 getrouwd zijn, maar 1939 was geen schrikkeljaar. Ze woonden op Dorpsstraat 167 in Posterholt en kregen vijf kinderen: Jac (28 sept. 1941); Catharina (Kethy) Hendrina Maria Agnes (2 juli 1943); Peter F. (27 dec. 1945 – † begin mei 2018); Helena Maria Agnes (21 jan. 1947) en Cornelia Agnes Vosdellen (Roermond, 22 dec. 1949). 
1342 Opmerkingen en herinneringen van Ronny Verhoeven op maandag 27 jan. 2014, punt 3. Toen Ronny in 1964 op Mortelshof kwam, zat Sjaek nog in de ziektewet; Sjaeks gevleugelde uitdrukking en handelwijze heeft hij van horen zeggen van andere arbeiders.
1343 Telefonisch interview met Toos Raemaekers op 3 febr. 2014.
1344 Ibidem.
1345 Mail van Kethie Tetz aan de schrijver van 12 dec. 2013.
1346 Telefonische mededeling van Kethie Tetz.
1347 Partic. Archief P. Slangen, archiefdoos sociale zaken in jaren vijftig, o.a. bij de loonstaten.
1348 Interview met Leo Korsten, 7. Dit merkwaardige gedrag werd zoveel jaren later (1964) ook door Ronny Verhoeven gesignaleerd.
1349 Mededeling van Rob Verbeek uit Lerop aan de schrijver op 22 september 2017 in het Roerstreekmuseum.
1350 Telefonisch interview met Toos Raemaekers op 3 febr. 2014. Het is mij nog niet gelukt van deze sociale actie een verslag in de krant te vinden.
1351 P.J.W. Peters (Posterholt Hoofdstraat 234; Bergen 6 okt 1939) woonde vanaf 1 mei 1955 met vrouw en twee kinderen in de noodwoning, met gemeentelijke woonvergunning van 12 mei 1955. Hij kreeg op 14 dec. 1955 een ongeval, werd 100% ongeschikt. Formeel gewerkt tot 30 dec. 1955. Dat werd op 29 maart 1956 teruggebracht naar nog 50%, maar is hij met zijn gezin op 3 aug. 1956 vertrokken?
1352 Partic. Archief P. Slangen, Archiefdoos sociale zaken in jaren vijftig, brief van P. Slangen aan Raad van Arbeid in Den Bosch van 27 sept. 1954.
1353 Partic. Archief P. Slangen, Archiefdoos sociale zaken in jaren vijftig, brief van P. Slangen aan Raad van Arbeid van 4 okt. 1954.
1354 Partic. Archief P. Slangen, Archiefdoos sociale zaken in jaren vijftig, fragment uit kopie van een brief van P. Slangen van 20 juli 1955 aan de Bedrijfsvereniging Land- en Tuinbouwbedrijf, Willem II Singel 62 in Roermond.
1355 Het voorafgaande berust hoofdzakelijk op een telefoongesprek van de auteur met Ronny Verhoeven op 9 mei 2018.
1356 Lijst van 36 aardappelrapers op Mortelshof in derde kwartaal van 1955.
Uit Posterholt: 1. G. Braun (ƒ25); 2. G. Derkx (ƒ10); 3. Th. Derkx (ƒ25); 4.?. v.d. Elzen (ƒ45); 5. P. Essers (ƒ10); 6. Th. Heemels (ƒ12,50); 7. Toos Heemels (ƒ45); 8. J. Jeurissen (ƒ20); 9. M. Kersten (ƒ10); 10. Annie Konings (ƒ40); 11. H. Konings (ƒ50); 12. P. Konings (ƒ45); 13. Jo Peeters (ƒ15); 14. R. Peters (ƒ 25); 15. Tr. Peters (ƒ15); 16. M. Puts (ƒ45); 17. E. Rieken (ƒ45); 18. G. Roubroeks (ƒ20); 19. P. Smeets (ƒ30); 20. Jos Veelen (ƒ15); 21. J. Vissers (ƒ45); 22. P. Vissers (ƒ10); 23. P. Vissers (ƒ2,50); 24. H. v.d. Vorst (ƒ35); 25. Antoon Wassen (ƒ40); 26. Henk Willems (ƒ40); 27. Jos Willems (ƒ12,50) 28. P. Willems (ƒ40) en 29. Ger …s (ƒ45).
Uit Linne: 30. H. Hanssen (ƒ20); 31. Mia Janissen (ƒ5); 32. L. Leduc (ƒ5); 33. Netje Peters (ƒ 20) en 34.?. v. Vlodrop (ƒ5).
Uit Berg: 35.?. Muijzers (ƒ15) en 36. P. Muijzers (ƒ15).
In totaal heeft P. Slangen voor het oprapen van de pootaardappelen in 1955 ƒ 907,50 uitgegeven [Part. Coll., ‘Staat van dagloners over het jaar 1955. 3de kwartaal’].           
1357 Thans Hoofdstraat. Vgl. Fred Reihs, ‘Van toen en Nu: Posterholt’ Roerstreek 2013 (HVR-Jaarboek 45) [105-109], 10. J.J. (Sjaek) Vosdellen (Posterholt, 22 aug. 1908 - † Posterholt, 1991) zou met Anna Gertrudis Wolters zijn getrouwd op 29 [?] febr. 1939, maar 1939 was geen schrikkeljaar). Ze woonden op Dorpsstraat 167 in Posterholt en kregen vijf kinderen: Jac (28 sept. 1941); Catharina (Kethy) Hendrina Maria Agnes (2 juli 1943); Peter F. (27 dec. 1945 – † begin mei 2018); Helena Maria Agnes (21 jan. 1947) en Cornelia Agnes Vosdellen (Roermond, 22 dec. 1949). 
1358 Addens, 192
1359 Addens, 188.
1360 Addens, 203.
1361 Addens, 205.
1362 Addens, 206.
1363 Het directiesecretariaat van de NAK in Emmeloord kon helaas geen gegevens verstrekken over de duur en aard van de bestuurslidmaatschappen van P.H.J. Slangen [mail van mw. Jeanne Sjoers van het Directie-secretariaat NAK Emmeloord van 17 oktober 2013 aan de auteur].
1364 Mathieu Slangen heeft deel uitgemaakt van de volgende bestuurscolleges van de NAK (1981-1997):
‘- Dhr. M.J.P.W. Slangen te Linne is per 1 mei 1981 benoemd in het bestuur van het Grote Rivieren-Gebied. Hij is ook benoemd tot lid van het Dagelijks Bestuur van de NAK (Deskundigen ten aanzien van het gebruik).
De keuringsdiensten het Grote Rivieren-Gebied en Delta-Nederland zijn per 1 mei 1984 gefuseerd tot de keuringsdienst Rivieren-Delta-Nederland. Het gehele bestuur is benoemd per 1 mei 1984. Jaar van aftreden is 1 mei 1989, met uitzondering van de voorzitter en ondervoorzitter(s), die zijn afgetreden per 1 mei 1991.
Per 1 mei 1989 is hij herbenoemd als plaatsvervangend lid van het bestuur van de NAK, afgetreden per 1 mei 1994.
- Dhr. M.J.P.W. Slangen te Linne is per 1 mei 1981 benoemd als plaatsvervangend lid in de Vaste commissie voor zaaigranen, zaaipeulvruchten en fijne landbouwzaden (als deskundige t.a.v. het gebruik), afgetreden per 1 mei 1997.
- Dhr. M.J.P.W. Slangen te Linne is per 18 maart 1982 benoemd als lid van de tuchtrechtcommissie van het Grote Rivieren-Gebied. Jaar van aftreden is waarschijnlijk per 1 mei 1989 i.v.m. fuseren van het Grote Rivieren-Gebied en Delta-Nederland en het invoeren van een centrale tuchtrechtcommissie’ [Mail van mw. Jeanne Sjoers van het Directiesecretariaat NAK Emmeloord van 17 oktober 2013 aan de auteur].
1365 A.J. Reesman/L. van Hove, ‘Aardappel’, Veenman’s Agrarische Winkler Prins I (112-124) 114-115.
1366 Bieleman, ‘Chemische gewasbescherming’. Dieren en gewassen in een veranderende landbouw’ in: J. Bieleman, Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. III Landbouw (Zutphen 2001), hoofdstuk 13: [209-213], DDT [210] en Zineb (Maneb) [209].
1367 Dit was een van de onderwerpen in een lang gesprek met Ronny Verhoeven op maandag 27 jan. 2014.
1368 Partic. Arch., Boekje van lopende rekening Nº 142 Boerenleenbank St. Odiliënberg, een opgevoerde post op 11 juli 1953: ‘2447 Heide Mij. Looftrekkers ƒ1698,11.’
1369 In het ‘Boekje voor lopende rekening Nº 69. Boerenleenbank Sint Odiliënberg (20 juni 1948 – 10 aug. 1950) worden de volgende personen genoemd: W. Wolters, J. Wolters, C.T. Hilkens, J. Hilkens, A. v.d. Venne,  .. v. Cruchten, L. Wolters, G. Schmitz, die elk ƒ500 op 31 dec. 1948 overmaakten op de rekening van de gebroeders Slangen. Ervan uitgaande dat zij ook ƒ500 neertelden, kwam de machine uit op ƒ 4.500. Op 7 juli 1949 echter kregen de eigenaren een reductie van ƒ1.215. 
1370 Op de Agrarische Jaarbeurs in Utrecht stond Kloos in 1940 zelfs met een aardappelrooier. Vgl. ook Nieuwe Tilburgsche Courant van 24 jan. 1941.
1371 Het lemma ‘Aardappelmoeheid’, in Veenman’s Agrarische Winkler Prins I, 127-128.
1372 Bieleman, ‘Gewasbescherming. Dieren en gewassen in een veranderende landbouw’ in: J. Bieleman, Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. III Landbouw (Zutphen 2001), hoofdstuk 13: Grondontsmetting (214-217), 217. Ook het voorafgaande ben ik schatplichtig aan Bielemans studie.    
1373 Part. Arch., ‘Boekhoudkundige zaken jaren ’50’, circulaire september 1952.
1374 Blijkens internet had de Van Rijn-groep in 2013 surséance van betaling moeten aanvragen. Het bedrijf is in afgeslankte vorm doorgegaan, evenwel zonder de pootaardappelen-branche.
1375 Interview II met Jacq. Slangen in Herten op 10 jan. 1996, 24.
1376 Telefonische mededeling van de weduwe mw. C.E. Theunisssen-Raemaekers op 3 febr. 2014.
1377 RHCL Maastricht, EAN-1244 VN: 176 HB/LLTB 1961-1962, vergadering 28 april 1961 (9. rondvraag).
1378 Ibidem, vergadering van 26 mei 1961, (ingek. stukken 4, punt i).
1379 Vgl. figuur 24 voor de Inkomsten over 1954-1955 op pag. 579 van dit boek; voor 1990 zie ‘Accountants-rapport van A & A Roermond 1989-1990’, 4 en 18-19.
1380 Zie: kennisakker.nl meloidogyne chitwoodi en Nederlandse Voedsel- en Warenkeuringsautoriteit/ plantenziekten en plagen/meloidogyne chitwoody.
1381 Nagelaten stukken M.C.E. Slangen-Kleuters, brief van J. Slangen [Leiden, 3 december 1979] aan zijn ouders.
1382 Op 20 augustus 1987.
1383 Partic. arch., kopie van brief nº 137/WN/CS van LLTB [Roermond, 16 februari 1990] aan Familie Slangen, Linnerveld 6, 6067 NC Linne. 
1384 Herman Slangen maakte een afspraak met een zekere notaris Wiersma (van origine een Friese boerenzoon) voor maandag 19 maart 1990. Tjeu kwam in gezelschap van Marieke naar Amsterdam toe. Ook ik ben meegegaan. Het bleef echter bij dat ene voorlichtende bezoek. 
1385 Een hypotheek bij de Rabobank Linne van ƒ103.000 op 17 maart 1992.
1386 Partic. arch., Accountantsrapport 1989/1990 A&A Roermond voor Erven P.H.J. Slangen, 18-19 en 4.
1387 Partic. arch., Inventarislijst met erfstukken van wed. E. Slangen-Kleuters (43 stukken) met begeleidende brief van J. Slangen Leiden van 19 november 1994.
1388 Partic. arch., brief van J. Slangen [Leiden, 8 juni 1993] aan drs. G.J.M. Sliwinski, belastingadviseur A&A.
1389 Aandachtspunten [...] van 10 juli 1993 en brief van G. Sliwinski van A&A [Roermond, 30 juni 1993] aan J. Slangen, Maresingel 11a, 2316 HA Leiden en Jaak Slangen, ‘Aandachtspunten t.b.v. het familieberaad op 10 juli 1993 a.s.’ 
1390 Brief van J. Slangen van 8 november 1993 aan ing. W. Nijskens SEV.
1391 Op 12 november 1993 bracht ik een eerste bezoek aan Nijskens op het Landbouwhuis. Een tweede bezoek waarbij ook Tjeu aanwezig was, volgde op vrijdag 18 februari 1994. Een eerste ‘praatstuk’ [8 pag.] van Nijskens ging op 27 jan. 1994 uit naar de familie Slangen.
1392 Brief van Tjeu Slangen [Mortelshof van 5 febr. 1994] aan Jaak Slangen, verso.
1393 Brief van Jaak Slangen aan zijn broers en zussen [Leiden, 21 febr. 1994] met afschrift aan Nijskens.
1394 Verslag van W. Nijskens van de familiebijeenkomst op het Landbouwhuis van 18 maart in brief aan de fam. Slangen [Roermond 29 april 1994], 2.
1395 Bij de bedrijfsoverdracht in december 1994 is bepaald dat de waarde van de bungalow toentertijd was: ƒ115.000. Daarvan was Hermans deel ƒ63.250 (55%), Fieke’s deel ƒ11.500 (10%), Marije’s deel ƒ28.750 (25%) en Jaaks deel: ƒ11.500 (10%) [vgl. het stuk onderlinge verrekening van Fieke & Jaak, Roermond, 27 september 2006].
1396 Toen ik bezwaar aantekende tegen de WOZ-beschikking van de bungalow in 2001 werd in de uitspraak van de Belastingkamer in Den Bosch erkend [Bezwaarschrift nr. 1642, pag. 2]: ‘dat onvoldoende rekening gehouden werd met het feit dat onderhavige object alleen over de grond behorende bij Kleine Bergerweg 15 te bereiken is en het waardedrukkend effect wat hiervan uitgaat.’ De waarde werd verminderd tot € 93.024 (ƒ205.000) [uitspraak bezwaarschrift tegen WOZ-beschikking van 18 februari 2002]. 
1397 Lenie Klein Holkenbor, ‘Bedrijfsopvolging is een zaak voor het hele gezin. Openhartig praten kan veel spanning voorkomen’, De Boerderij 76 – no. 21 (19 februari 1991), 54-55.
1398 Het citaat en het begrip van Steven Verseput, ‘Wat de boer vooral zoekt is een opvolger’, NRC Handelsblad van 27 november 2012.
1399 Verslag van W. Nijskens [Roermond, 8 nov. 1994] aan fam. Slangen, Linne.
1400 Akte van levering, houdende bedrijfsoverdracht van Mortelshof aan M.J.P.W. Slangen door notaris mr. J.W.B. van Lier te Swalmen op 9 december 1994, pag. 9.
1401 Die koopsom bestond uit: a. aandeel in de maatschap van mijn moeder van ƒ391.898; haar aandeel in de stille reserves van ƒ393.974 en de waarde van de arbeiderswoning in bewoonde staat van ƒ51.000. Dat maakt samen een schuld van ƒ836.872.
1402 Tjeu moest bij de Rabobank een hypotheek van ƒ258.031 afsluiten. Naar de rekening van mijn moeder werd overgemaakt: ƒ59.408; naar die van Herman: ƒ67.430; naar die van Fieke: ƒ29.933; naar die van Marije: ƒ47.433 en naar die van Jaak: ƒ30.433. Voor de vijf door de notaris opgestelde akten en andere diensten diende de notaris een declaratie in van ƒ 23.392. 
1403 Meister W.J. Vromen, Ernst en humor in het Limburgse boerenleven, nr. 106.
1404 Alleen Fieke stond in haar brief van 16 mei 1994 aan de erven stil bij het volgende: ‘Is het niet redelijk en op zijn plaats dat nu we naar alle waarschijnlijkheid in de laatste fase zijn aanbeland Jaak een vergoeding toe te kennen voor alle tijd en moeite die hij hieraan heeft besteed?’
1405 Meister W.J. Vromen, Ernst en humor, nr. 203.
1406 Op 20 mei 1999 op Maresingel 11a in Leiden.
1407 Een goede bekende van zowel Tjeu als van mij stelde recentelijk nog dat Tjeu hem had verteld dat ik nooit naar Mortelshof had mogen terugkomen getuige de slaande ruzies van ons op de binnenplaats. Die vonden echter plaats kort voor mijn vertrek toen Tjeu na de mislukte mediation niets met mij wilde regelen. Met geen woord heeft Tjeu gerept van mijn forse financiële aderlating en andere verliezen die gepaard gingen met mijn definitieve vertrek.    
1408 Over solidariteit gesproken, toen ik mijn broers en zussen aan de hand van een berekening duidelijk maakte dat mijn moeder financieel niet meer kon rondkomen, maakten Herman, Fieke, Marije en Jaak zonder enig tegensputteren als vanzelfsprekend maandelijks ƒ50 (Fieke zelfs ƒ100) over zodat zij vanaf maart 2000 tot haar overlijden in november 2002 van haar vier oudste kinderen per kind ƒ1.650 (en van Fieke: ƒ3.300) – in totaal ƒ8.250 – mocht ontvangen. Bij wijze van kostgeld voor de eerste maanden na mijn overkomst in 2001 heb ik haar ƒ1.000 overgemaakt.  
1409 Meister W.J. Vromen, Ernst en humor in het Limburgse boerenleven, nr. 226.
1410 Voor een geheel andere benadering had een bedrijfseconomisch adviseur van A&A gekozen, die van commerciële exploitatie van enkele appartementen in de leegstaande bebouwing als bron van neveninkomsten naast de akkerbouw en vetmesterij. Daarvoor werd mij een declaratie van ƒ458,25 in rekening gebracht. Ondanks zijn minimale inspanning heb ik die fatsoenshalve toch maar betaald.  
1411 Meer geëigend was vanwege de familierelatie uit te gaan van uitbreiding van de woning met een entree via de bijkeuken over de bestaande betonnen trap naar de oude hooizolder. De bouwvergunning werd verstrekt op 31 mei 2000. Tijdens de bouw werd afgeweken van de goedgekeurde tekening: ‘De keuken is niet op de eerste verdieping maar op de begane grond geplaatst; twee dakkapellen zijn niet uitgevoerd; hiervoor in de plaats zijn “velux-ramen” geplaatst en de woonkamer op de verdieping was duidelijk groter dan vergund’ [brief van M. Kunert van de gemeente Ambt Montfort van 12 mei 2004].
1412 Die taxatie door heer Vermeulen vond plaats op 2 augustus 2000 en kwam uit op een bedrag van ƒ65.000. De kosten bedroegen ƒ874 blijkens declaratie van A&A van 5 oktober 2000 en zijn door mij betaald.
1413 Vgl. noot 1336.
1414 Kopie van mijn brief aan de toekomstige buren van 13 juni 2000.
1415 Tot overmaat van ramp ben ik ook nog eens heel onzakelijk aangelegd. Die constatering hebben velen gedaan, maar bijvoorbeeld ook mijn latere mediator.
1416 ‘Overeenkomst inzake verbouwing en medebewoning van de hoeve Mortelshof te St. Odiliënberg’ [5 pag.] à raison van ƒ1.880,18 (€ 853,19). Nog tijdens de autorit naar Swalmen moesten we het eens zien te worden over het gezamenlijk onderhoud van het exterieur voorzover het mijn appartement betreft. Opnieuw gaf ik toe door de helft van de kosten voor mijn rekening te nemen. Op de terugreis hoopte Tjeu dat ik nu tevreden was en vertrouwde hij erop dat ik mijn testament (ten gunste van zijn kinderen) goed geregeld had!
1417 Brief van mr. C. de Blaey uit Maastricht in een brief van 25 juli 2006 aan de auteur.
1418 Lenie Klein Holkenborg, ‘Bedrijfsopvolging’. Onder het kopje: ‘Geen zaak voor aanverwanten’. Voorlichter A. Hekman ‘... voegt daaraan toe dat hij het niet fatsoenlijk vindt als aanverwanten zich op een negatieve manier met de opvolging bemoeien.’
1419 Toen ik begin augustus 2006 deze antieke kan en glazen namens mijn doodzieke broer terugvroeg, schreef mijn ex-buurman mij: ‘de rest kunnen diegene waar het van is natuurlijk na afspraak afhalen, dit staat namelijk niet tussen ons tweeën. Ik praat maar alleen over dingen die jij in bruikleen hebt’ [vergelijk diens kattebelletjes no. 15, tweede deel].
1420 ‘Toekomst bungalow’, brief van Jaak Slangen [Mortelshof 4 jan. 2003] aan Herman, Fieke en Marije Slangen. Overigens hebben Fieke, Marije, Jaak en Tjeu ieder € 500 bijgedragen in de aanschaf en installatie van een propaangas cv-ketel.
1421 Eenmaal logeerde een groep aardige Oost-Europeanen een week lang. Het waren wel viespeuken die ons veel onnodige schade berokkenden. Buurvrouw eiste voorshands een dubbel schoonmaaktarief.
1422 ‘Indien en voorzover de eigenaar door het vorenstaande meer belasting dient te gaan betalen door het vorenstaande (b.v. inkomstenbelasting door onttrekking uit het bedrijf), zo dient deze belastingschade door ondergetekende sub 2 aan de eigenaar sub 1, te worden vergoed.’ [art. 9.1 uit het ‘herenakkoord’ van 12 december 2001, opgesteld door notaris Van Lier].
1423 Brief van Tjeu Slangen aan Jaak Slangen op 14 april 2003 op briefpapier van Selectiebedrijf Mortelshof:
‘Jaak,
Jouw brief gelezen, over de bedrijfsgebouwen wordt geen OZB betaald.
Verder vind ik het geheel erg onsympat[h]iek over iemand.
Van mijn kant: wat dacht jij van ± €50 voor gebruik [grond- js] water; ± €100 voor huur van jouw tuingrond;
 ± €100 voor gebruik “vrie” en stal als opslagplaats, fiets, brommer, tuinmateriaal etc? stroom fritespan + licht;
± €10 voor gebruik grasmaaier, schoppen, schoffels etc.; ± €200 voor gebruik hout; ± €20 voor het meebrengen van boodschappen (bijv. Hansen).
Eigenlijk kunnen we de boel veel beter gaan splitsen. Groetjes Tjeu.’
1424 Brief van Jaak Slangen aan Tjeu Slangen van 3 mei 2003.
1425 Citaat uit mijn ‘Handhaving klacht over vermeende partijdigheid van en verwaarlozing notariële plichten door notaris mr. J. van Lier’ aan de Kamer van Toezicht Notariaat Rechtbank Roermond [Sint Odiliënberg, 23 juli 2006]. Helaas maakte hij zijn mening alleen mondeling kenbaar tijdens het bezoek van mij en mijn oudste zus aan hem op 20 januari 2006.
1426 De kosten voor het maken van nieuwe bouwtekeningen bedroegen € 600 (23 juli 2004), leges gemeente €198 (20 april 2004) en afhandeling aanvrage bouwvergunning nog eens € 150 (25 oktober 2004). Dat maakt samen: €948.
1427 Een aanvraag via de burgemeester van Ambt Montfort voor een koninklijke onderscheiding werd door het kabinet afgewezen. Niet alleen ondanks dit lange dienstverband van Ronny Verhoeven, maar ook ondanks zijn lidmaatschap van de ouderraad van de MAVO in Berg indertijd en ondanks zijn jarenlange voorzitterschap van de put van Lerop, waarvoor deze geheelonthouder indertijd speciaal een tapcursus is gaan volgen. Ronny Verhoeven zou nog tot februari 2006 blijven werken.
1428 In de samenvatting van de schriftelijke notitie van notaris Van Lier (opgenomen in de beslissing van de Kamer van toezicht over de notarissen [Kl 9/2006, punt 1 op pag.3]) heette het: ‘Belangrijk is derhalve aan de weet te komen of er sprake is van een vervreemding met bestemmingswijziging. Overigens kan de vraag worden opgeworpen wanneer er wel sprake is van een dergelijke wijziging en wanneer niet. Komen partijen hier niet uit, zo zal in geval van nood via een juridische procedure bezien dienen te worden aan wiens zijde het gelijk is. Gezien het belang van alle kinderen Slangen kan naar alle waarschijnlijkheid met succes worden gesteld, dat Tjeu in verband hiermee opening van zaken dient te geven.’
1429 Die avond schijnen ze nog in paniek bij een huisvriend langs te zijn gegaan, bang dat de erven de verkoop alsnog zouden torpederen door een beroep te doen op hun legitieme portie. Op Nieuwjaarsdag ging ik hen ’s ochtends feliciteren: hij keurde mij geen blik meer waardig en stond niet eens op van zijn luie stoel in de huiskamer, terwijl zij uitsluitend sprak over zaken die van doen hadden met de verhuur van de bungalow.
1430 Dezelfde dag nog (20 januari 2006) stelde Van Lier een rekening op van €281,79 voor zijn adviezen. De volgende dag vond ik deze aan mij (‘drs. J.J.M.P’.) geadresseerde brief geopend op mijn postplank in de vrie. Volgens mijn mediator zou mijn ex-buurman deze brief per ongeluk hebben opengemaakt in de veronderstelling dat deze aan hem was gericht.
1431 Kadastraal bericht objecten (onroerende zaken overgegaan): Posterholt A 3556 gedeeltelijk: 37 ha 46 a 60 ca (geschat) en 1 ha 60 a (geschat). Koopsom: € 1.365.000 op 20-12-2005.
1432 Vromen, a.w. nr. 96. Vgl. ook Na ’nen vergeerder komt een verteerder [Wat de vader vaak in jaren bijeen heeft gespaard, maakt zijn zoon vaak snel op].
1433 Herman wilde dat graag, maar was zelf niet meer bij machte om daarvan nog werk te maken. Fieke en ik hebben daarvoor wel een advocaat benaderd en met hem daarover in juli gesprekken gevoerd. Maar al op 24 februari 2006 was mij duidelijk geworden dat mijn zaak en die van de erven niet alleen werd onderscheiden, maar ook gescheiden diende te worden. Marije die aanvankelijk nog contact hield met mijn ex-buren hebben wij daarin de eerste tijd niet willen betrekken uit angst het door te brieven. Na het overlijden van Herman in september is haar weldra duidelijk gemaakt hoe de vlag erbij hing.
1434 Citaat uit F. Schillers Der Mohr von Tunis (1783).
1435 Kattebelletjes van Tjeu:
‘1 – 10-12-2005     Gier rijden t/m 29/11              7 x 15      105
                                    w.c.          Badkamer                                  2 H
                                    Douchekraan                                             1 H
                  1/8            w.c. Badkamer                                           1 H
                  5/8            w.c. BADKAMER
                                    gordijn kamer                                            3 H
                  15/11       kachel schuifjes + grendel     1 H
                                                                                         ____        8____>_€ 185____
[verso] Jaak, kan dit voor kerstmis? Tjeu              [voorschot ƒ150 borgsom van 23/12/05. Fieke zou dit verder afhandelen.]
2 – 05-01-2006      Per Maart of April word 1 telefoonlijn door mij afgestoten Tj.
3 – 12-01-2006      Wilt u mijn hout niet (meer) gebruiken!
4 – 10-02-2006      Jaak, zou je de bladeren op het ongeploegde land willen gooien s.v.p. Tjeu
5 – 22-02-2006      Sjaak, het is niet de bedoeling dat wij hout leveren a/d bungalow. Bij uitzondering hebben wij dat gedaan. Graag 2 €.
6 – 13-02-2006      Jaak 4-04-06 komt taxateur + 2 taxateurs belasting om ±8.45/9.00 H. Zeer waarschijnlijk zullen ze ook bij jou moeten zijn. Tjeu
7 – ±6-03-2006      Jaak, wil je deze week (10) de kastanjes, notenbomen in fruitwei verwijderen! Tjeu
8 – 13-03-2006      Jaak, bij navraag K.P.N. blijkt dat ’n normaal abonnement €15,26 kost, dus volgens mijn gegevens heb ik dus jaarlijks €18,- te veel betaald! (Graag recht gezet) Vr. g. Tjeu
9 – 30-04-2006      Jaak, graag de meterstand verbruik water. Tjeu.
10 – 30-04-2006    Jaak, Wilt U er uw gasten op wijzen dat ik het niet apprecieer dat ze gebruik maken van mijn binnenplaats! Bovendien staat er nog een vordering open van €37 Graag binnen 14 dagen te .......
11 – 10-05-2006    Herinnering: water 14 m3 x 1.67 = 23.38 incl. Graag binnen 14 dagen. Tjeu
12 – ongedat.          Jaak, graag stroomverbruik van vorige keer tot nu
13 – 17-05-2006    Verrekening stroomverbruik (opnamedatum 30 april) gedagtekend (17-05-2006) met invoering van een nieuwe, gefingeerde post: ISDN €25
14 – 23-05-2006    Jaak, zou het mogelijk zijn dat ’n taxateur morgen (24-05-06) om ±16.00 H/ 17.00 H de                                                     bungalow even van binnen kan zien? Tjeu
15 – aug. 2006        porceleinen Mariabeeldje? Dat wat ik uit het legaat van mamma heb gekregen?
Indonesische vijzel, weet niet wat je bedoeld, in onze keuken staat er een, die wij van tim hebben gekregen.
De rest [antieke bierkan met glazen van doodzieke Herman] kunnen diegene waar het van is natuurlijk na afspraak afhalen, dit staat namelijk [z.o.z] niet tussen ons tweeën ik praat maar alleen over dingen die jij in bruikleen hebt. Tjeu
16 – aug. 2006        Sjaak, de volgende spullen door jou geleend:
                                    - 3boekjes betr. Roermond Fook Nederveen
                                    - 1 Ringband “Ach Lieve tijd” Roermond
                                    - Agrarische encyclopedie W.P. (3 delig)
                                    - Atlas Limburgse gemeente (blauw/groene kaft)
                                    Graag zou ik bovenstaande terug hebben. Tjeu
17 – aug. 2006        Het blijkt dat u ook nog in bruikleen heeft:
                                    - kandelaar, klein model, smeedijzer gefabr. door de Hr J.                                                                                                           Fieten. Ook deze zou ik graag retour hebben! Tjeu’
1436 Zonder vooraankondiging werd ik van het grondwater afgesloten; van het ene op het andere moment werd mij door een nieuw slot de toegang tot het gemeenschappelijk gebruikt tuinhuis ontzegd, waarin zich ook enkele eigendommen van mij bevonden die ik nooit heb teruggekregen. ’s Nachts werd ik wakker gebeld. Op een briefje werd gedreigd om één van de twee ISDN-telefoonlijnen eenzijdig op te zeggen, waardoor ik niet langer meer over een eigen verbinding met de buitenwereld zou kunnen beschikken. Ik moest een aantal kastanje- en notenboompjes van mijn kleine kwekerij in de fruitboomgaard in week 10 omkappen.
1437 Artikel 13: ‘Het is eenieder verboden om ongeopende post welke niet voor hem of haar bedoeld is te openen en te lezen zonder toestemming van degene aan wie de post gericht is’.
1438 ‘Jaak, heb brief en briefjes gelezen. Duidelijk is dat de verhoudingen (al lang) ernstig verziekt zijn. Het is zaak om er nu het beste van jouw vertrek te maken’ [mail op 16 maart 2006 van Nijskens aan mij].
1439 Blijkens mail van Nijskens aan mij op 12 mei 2006 wilde Tjeu het tegoed wel in één keer uitbetalen. Korte tijd later in een mail van 21 mei van Nijskens aan mij: ‘Tjeu beraadt zich over verrekenen per 1 mei 2006 (hoger bedrag) maar gaf wel aan stok achter de deur te willen hebben, zodat je niet nog een jaar volmaakt’. Tien dagen later hing de vlag er weer heel anders bij: ‘Je blijft inderdaad de zwakste positie houden. Je frustratie vind ik heel begrijpelijk! Garanties over uitbetalen hadden destijds in de overeenkomst moeten komen. Daarin had moeten staan hoe de uitbetaling in voorkomend geval zou gebeuren. Het enige dat je in de hand hebt is dat als hij getekend heeft en niet betaalt de rechtsbijstandverzekeraar ingeschakeld kan worden. Het risico bestaat dat Tjeu terugkomt op zijn toezegging om in 1 keer uit te betalen. Waarna je nog 10 jaar mag/moet wachten, ook zonder garanties’ [mail op 24 mei 2006 aan mij].
1440 Blijkens mailbericht van W. Nijskens aan J. Slangen op 21 mei 2006.
1441 In twee tranches heb ik Nijskens voor zijn mediation betaald: op 23 maart 2006: €190 (voor 5½ uur) en op 1 juni 2006: € 315 (voor 9 uur), samen goed voor € 505. Overigens hebben de drie erven, Gonnie, Fieke en Marije, daarvan drievierde voor hun rekening genomen (inclusief de declaratie van Van Lier à € 282), terwijl Fieke mijn juridische bijstand à € 505 heeft betaald.
1442 De loonwerker heeft in die zeven maanden zeven mengmestvaten uit de zinkput gepompt. In diezelfde periode kreeg ik 15 boekingen van gemiddeld € 409, zodat ik voor de erven bruto € 6.140 heb kunnen incasseren.
1443 Vgl. kattebelletje 14 van Tjeu. Ex-buurman kwam met zijn taxateur bij mij aan de deur om zonder mij aan te kijken en de moeite te nemen om hem aan mij voor te stellen. Dat moest ik zelf doen.
1444 Stef Brinkmans van Jack Frenken Makelaars namens de erven en Huub Schreurs van Area-Makelaars namens de bewoners van Mortelshof.
1445 Mailberichten van H. Schreurs aan S. Brinkmans van 27 juli 2006; S. Brinkmans aan F. Verschueren-Slangen op 27 juli en F. Verschueren aan de erven op 28 juli 2006. Toen wist Tjeu volgens Schreurs ‘... nog niet wat hij met de bungalow wil. Op dit moment denkt hij niet aan verhuren, maar ook niet aan verkoop. Het zou best kunnen dat de bungalow, zeker voorlopig, leeg en onbewoond blijft liggen.’ Dat vermoeden werd niet bewaarheid.
1446 Zelden heb ik zoveel grove fouten gezien in een notariële akte als in het concept-koopcontract van mr. J.L. Schroyen in Sint Odiliënberg kort voor mijn verhuizing. Op 4 september 2006 werd door notaris Schroyen overgeboekt op de ervenrekening: € 136.480,32. Na verrekening met makelaarscourtage: € 1.309; taxatierapport: € 369; verhuiskosten: €1.700; aflossing restant lening: €6.640 en verrekening voorschot op Hermans crematie: €6.900 enz. werd er onder de vier erven € 130.000 (ƒ 286.000) verdeeld. Herman: € 39.963; Fieke: € 23.840; Marije: €31.681 en Jaak € 27.616 (inclusief de lening van €3.690) [Verrekening erven Slangen van verkoop Kleine Bergerweg 17, Roermond, 27 september 2006].  
1447 Het flatgebouw was eigendom van Woonzorg Nederland, die ik eerder had leren kennen als verhuurster van het A.H. Gerhardhuis in Amsterdam, het eerste humanistische huis voor ouderen in Nederland, waarover ik een boek heb geschreven. Ik had buiten de waard gerekend, want intussen waren er in Nederland nieuwe zakelijke verhoudingen ontstaan. Niet alleen was het voortaan regel dat de huurder opdraaide voor de kosten van de aankleding van vloeren, wanden en plafonds vanwege de zo veel geroemde persoonlijke smaak in het kader van de individualisering, maar het had er ook de schijn van dat goed wonen in dit beleggingsobject Woonzorg verder een zorg zou wezen. Er speelden allerlei problemen in het complex en het woonklimaat was allesbehalve veilig, zodat ik noodgedwongen met enkele anderen een bewonerscommissie in het leven heb geroepen om de verhuurster op allerlei nalatigheden te wijzen. Met wisselend resultaat. Maar dat is weer een ander hoofdstuk.
1448 Blijkens mail op 24 februari 2006 van mij aan Nijskens werd onder de mediation heel expliciet genoemd: ‘4. Regeling overname roerende zaken en woonlasten en wat nog onderling verrekend moet worden’.
1449 Er viel helemaal niets over te dragen en/of te verrekenen. De toegang om de ISDN-huiscentrale af te breken in de woonkelder werd geweigerd. Een verliespost voor mij van ƒ1.320 (ISDN Homevox à ƒ742 op 5 dec. 2000 en betaling voor installatie door KPN op 7 juli 2001 à ƒ 578). Verder bijvoorbeeld onderhoud voegwerk, pannendaken en reparatie van 3 ventilatiekokers à ± ƒ5.000 voor het exterieur van mijn appartement, (groot onderhoud) waarvoor hij krachtens het herenakkoord de helft van de kosten voor zijn rekening moest nemen. Of de ontmanteling van de mestvaalt, aanleg nieuwe bestrating en tuin à ƒ5.000, beide bedragen excl. B.T.W.  
1450 Fragment uit Paradise lost:
                                                                                               Dinsdag/woensdag 30/31 augustus 2006
Op de middag voorafgaand aan de dag van de grote verhuizing kwamen Ton en Jo, Philip en Maartje mij helpen met de ontmanteling en het inpakken. Een dag eerder hadden Ronny en Tim mijn houtkachel gedemonteerd. Ik moest nog zo ontzettend veel dozen inpakken en er moest nog van alles worden afgebroken in mijn appartement. (Tom en Fieke waren een week eerder flink in de weer geweest met het inpakken van de spullen in de bungalow.)
Ton en Jo gingen eerst nog even koffiedrinken bij de buren. Ze moesten bloemenzaden afleveren die ze eerder aan buurvrouw hadden beloofd. ‘Ja, Jaak is zo veranderd!’, kregen ze daar te horen. Bij het opstappen na de koffie kwam uit haar mond: ‘Letten jullie op mijn parket!’ Tussen vieren en achten werden de handen uit de mouwen gestoken. Lang niet alles was bij het vertrek van de hulptroepen ingepakt. Ik ben nog een tijd doorgegaan en liet mij uiteindelijk volkomen afgepeigerd op een matras vallen in mijn oude studeerkamer. 
Al vroeg in de morgen kwam Bart van het verhuisbedrijf met twee jongens in de keuken. Die stond afgeladen vol met verhuisdozen. Ze waren met twee vrachtauto’s plus nog een aanhanger de binnenplaats komen oprijden. We stonden dan ook voor een hele klus: het was een dubbele verhuizing. Niet alleen mijn eigen appartement moest leeg worden opgeleverd, maar ook de bungalow, die diezelfde dag van eigenaar zou wisselen.

Ook Ronny was er vroeg bij. We namen samen de meterstanden van beide woningen op (ook van de twee propaangastanks die erbij hoorden). In tweevoud, die we allebei ondertekenden. Eén exemplaar was voor de ex-buurman bestemd. Tussendoor moest Ronny enkele uren weg vanwege de begrafenis van Nel Theunissen die jarenlang zowel bij mijn ouders als bij mijn ex-buurman had schoongemaakt. Bart was de lange ladder niet vergeten om de paraboolschotel van de schoorsteen van de bungalow te verwijderen (voor de zoveelste maal in de afgelopen jaren).       
Het inladen verliep voorspoedig en zeer efficiënt – laat dat maar aan professionele verhuizers over. Ronny heb ik niet meer gezien: alle sleutels van de bungalow had ik hem al eerder gegeven en die van mijn appartement had ik bij de cadeaus gelegd die ik – naar kort voor mijn vertrek bleek – slechts in ‘bruikleen’ had gekregen van mijn ex-buurman. Boven de trap had ik achter mijn eerste kerststuk dat ik van mijn ex-buurvrouw à raison van 20 gulden had gekregen, een ansichtkaart van ‘Martelshof’ gestoken. Daarop had ik aan de achterkant geschreven: ‘Bedankt voor de vijf onvergetelijke jaren op Mortelshof!’
Niemand liet zich op het erf zien. Alleen Lavan (de oude Dalmatiner) kwam tot tweemaal toe afscheid van mij nemen bij de bungalow toen we daar aan het inladen waren. Rond het middaguur verliet ik midden tussen de twee verhuizers voor de tweede maal Mortelshof – nu wist ik het echt – voorgoed. Het was schitterend weer en voordat we die mooie kastanjelaan waren uitgereden, biggelden de eerste tranen over mijn wangen ...
Ronny heeft die middag de boel nog eens bij mij aangeveegd en de sleutels van de bungalow samen met het ondertekende papier met de meterstanden van beide huizen aan de nieuwe eigenaar overgedragen. Het uitladen van de verhuiswagen was naar verhouding een makkie: er kon vanaf het plein een lift worden gestationeerd naar mijn balkon. De jongens waren ontzettend aardig en begripvol: ze zetten de zware dingen alvast op hun plaats en het ontbrak er nog maar net aan of ze zouden ook nog mijn nieuwe bed hebben opgemaakt. Al die stress was voor mijn lijf te veel geweest. In mijn mond maakte een ontstoken kies zijn opwachting ... en onder mijn horloge voelde ik een jeukende huidallergie opkomen ...
1451 Zie de uitroep van Til tegen † Jo Kempkens en Ton Lupak op dinsdagmiddag 30 aug. 2006 in vorige noot, nr. 1450.
1452 Fragment uit mijn toespraak bij de crematie van Herman Slangen op 13 sept. 2006 in Amsterdam.
1453 Brief van J.J.M. Drenth-Widders, belastingadviseur, en J.C.M. van de Kerkhof RA van A&A [Roermond, 3 augustus 2006] aan M.J.P.W. Slangen.
1454 Blijkens mail op 12 mei 2006 van Nijskens aan mij.
1455 Een brief van Drenth-Widdershoven en Van de Kerkhof van ..... aan J. Slangen, Koningin Regentesselaan 51B, Roermond. Brief is nog bij de advocaat.
1456 Originele brief is eveneens nog bij de advocaat.
1457 Brief van J. Slangen aan mr. J. van Lier [St. Odiliënberg 7 juli 2006].
1458 Brief van mr. L.G.H. Cox, secretaris van de Kamer van Toezicht over notarissen [...] te Roermond aan J. Slangen van 10 juli 2006. In afwijking van mijn advocaat die sprak over een termijn van 5 jaren blijkt er een verjaringstermijn van 3 jaar te gelden.
1459 In zijn ‘Notitie inzake familie Slangen, Mortelshof te St. Odiliënberg’ van 20 januari 2006 schreef notaris Van Lier onder het derde punt: ‘De positie van Jaak Slangen t.a.v. de door hem bewoonde wooneenheid is geregeld (sic!) in de overeenkomst die hij d.d. 12/12/2001 dienaangaande heeft gesloten met zijn broer Tjeu. Daarin staat onder meer geregeld de financiële vergoeding waarop Jaak recht heeft bij het einde van zijn recht. Voorts staat daarin geregeld hoe het zit met de energielasten, etc.’
1460 Citaat uit mijn tweede brief ‘Handhaving klacht over vermeende partijdigheid van en verwaarlozing notariële plichten door notaris mr. J. van Lier’ aan de Kamer van Toezicht Notariaat Rechtbank Roermond [Sint Odiliënberg, 19 augustus 2006]. In de oorspronkelijke tekst stond: Avaritia radix malorum (Hebzucht is de wortel van het kwade).
1461 De voorzitter was mw. mr. E.J.M. Boogaard-Derix; uit de inhoud van de klacht in de ‘Beslissing van de Kamer van Toezicht over de notarissen [..] te Roermond’ op 1 februari 2007 [KL9/2006], 4.
1462 Ibidem.
1463 Ibidem, 5.
1464 Beslissing van de Kamer van Toezicht over de notarissen [...] te Roermond op 1 februari 2007 door mw. Boogaard-Derix en mr. Cox, secretaris.
1465 Brief van J. Slangen aan notaris mr. J.B.W. van Lier op 11 januari 2006.
1466 Reactie van mr. J. van Lier op mijn klacht aan kamer van toezicht van 3 augustus 2006.
1467 In mijn schrijven aan de Notariële Tuchtkamer van het Gerechtshof te Amsterdam [Roermond, 12 maart 2007] plaatste ik 10 kanttekeningen. Daarvan volgen er hier enkele:
1: ‘[...] dat Van Lier makkelijk kan stellen dat hij vrij uitgaat. Immers hij kan zich verschuilen achter verjaring van dit ‘herenakkoord [...] zodat de grote onevenwichtigheid tussen beide partijen buiten de orde kan blijven en het alleen nog maar om toetsing van de juiste procedures zou hoeven te gaan.’
5: ‘Een heel ongelukkige opening van mijn verhoor door de voorzitter was de vraag ter bevestiging of ik woonde op de Kleine Bergerweg 15 te Sint Odiliënberg. Ik legde haar uit dat ik mijn dierbare plek noodgedwongen – na terreur en intimidatie – op 31 augustus 2006 had moeten verlaten. Misschien ongewild, maar die onzorgvuldigheid zette niet de juiste toon voor het vervolg.’
6: ‘Als de Kamer van Toezicht meent te mogen concluderen in haar beslissing dat ik als klager ingestemd heb met het juist weergeven van vragen én het advies van deze deskundige, dan beperkt zich dit wat mij betreft tot het juist weergeven van de vragen. Niet meer en niet minder.’
7: ‘Ook de tweede alinea onder het hoofdje ‘de beoordeling van de klacht’ vind ik zeer tendentieus weergegeven.
8: ‘De mores van de Limburgse confrères van de Notariële Broederschap zijn mij niet bekend. Klaarblijkelijk heb ik te hoge verwachtingen. Ik heb naar eer en geweten indertijd de zaken goed willen regelen [...]; ik heb daarvoor in goed vertrouwen een professionele deskundige ingehuurd en duur betaald [...] in de naïeve veronderstelling dat als het er dan op aan komt en [de uitvoering van, latere toevoeging, js] het ‘herenakkoord’ juridisch beslag gaat krijgen – de opsteller van dit akkoord mij duidelijkheid kan verschaffen over onduidelijkheden en hiaten. Het tegendeel werd bewaarheid. En voor die nalatigheid in adequate informatie worden mij dan ook nog kosten in rekening gebracht?’
9: ‘Uit de zeer snelle betaling van de razendsnel ingediende declaratie (evenals de schriftelijke aankondiging van mij aan desbetreffende notaris dat ik voornemens was een klacht in te dienen) zou men evengoed kunnen afleiden dat ik een fatsoenlijk mens ben die gerechtigheid zoekt.’
10: ‘Uit het ‘achterwege blijven van een [nieuw, js.] verzoek om nadere inlichtingen’ zou men anders dan de Kamer van Toezicht even goed kunnen concluderen dat de klager – na deze onthutsende ervaring – de afweging heeft gemaakt om zijn spaarzame geld te besteden aan een (uiteindelijk mislukte) mediation om de lacunes in het herenakkoord te ondervangen door onderhandelingen. Immers deze notaris volstond met een nietszeggende toelichting waarvoor hij zich maar wat graag liet betalen. M.i. heb ik er beter aangedaan juridisch advies in te winnen bij een advocaat ter doorlichting van dit eenzijdig opgesteld ‘herenakkoord’, dan opnieuw gebruik te maken van de diensten van deze notaris. Mediation en deskundige juridische bijstand (die me nog eens ruim 1000 euro extra hebben gekost) zouden niet nodig zijn geweest als deze notaris zorgvuldiger te werk zou zijn gegaan en boven de partijen was gaan staan, als hij ook oog had gehad voor mijn kwetsbare positie en die naar vermogen had beschermd. Terugziende, had ik mij al deze moeite en al dat geld aan deze notaris kunnen besparen. Hiermee heeft deze notaris naam en faam van de notariële broederschap zeker geen dienst bewezen, alle reclamespotjes ten spijt.’
Mijn conclusie:
‘Het hoeft geen betoog dat het Limburgse successiemodel bij de opvolging in een familiebedrijf niet heeft voldaan, zoals aan de hand van het voorbeeld Mortelshof kan worden geïllustreerd. Nog triester is de conclusie dat deze notaris – mij aan de hand gedaan door mijn ex-buurman – mijn vertrouwen in de integriteit van het notarisambt (die ik eerder in Leiden als veel respectvoller heb mogen ervaren) diep heeft beschaamd. En de uitkomst van dit alles? Mijn kindsdeel en mijn meest dierbare plek heb ik moeten achterlaten dankzij mijn vertrouwen in mijn ex-buurman, maar door toedoen van deze notaris. Dat is heel bitter en wrang.’
1468 Gerechtshof Amsterdam. Tweede meervoudige burgerlijke kamer, beslissing van 11 oktober 2007 in de zaak onder rekestnummer 142/07 NOT, 3. Deze beslissing is gegeven door mrs. A.L.G.A. Stille, P.J.N. van Os en G. Kleykamp-van der Ben.
1469 Brief van mr. Y.G.M. Breukers aan mr. H.J.A. Ewalds op 7 maart 2013.
1470 Marc Chavannes: ‘De notaris als kaskraker: wie wordt er beter van?’ in NRC & Handelsblad van 25-11-2009. Begin 2013 verscheen opnieuw een onthullend artikel dat het notarisambt lijdt onder ‘foute’ collega’s en een slappe bedrijvigheid als gevolg van de ineenstorting van de vastgoedmarkt: Andreas Kouwenhoven, ‘Een geschonden imago en een schamele boterham’, NRC Handelsblad van 7 februari 2013.
1471 Enkele mensen heb ik in vertrouwen een uitgebreidere versie van dit verhaal laten lezen. Sommigen hebben nooit gereageerd, enkelen mondeling en weer anderen met suggesties voor verbeteringen waarvan ik dankbaar gebruik heb gemaakt. De reacties varieerden van: ‘wat een triest verhaal,’ ‘schokkend’, ‘beklemmend’, ‘publiceren’, ‘hartverscheurend,’ ‘ongelooflijk en buiten elk voorstellingsvermogen.’
1472 Arjen Ribbens, ‘Puissant rijke families zijn vaak zeer zuinig’ (interview met Geert Mak) in: NRC-Handelsblad van 27/28 aug. 2016).
1473 Albert Jan Thomassen van de landelijke netwerkorganisatie FBNed in: ‘De achilleshiel van het familiebedrijf’ in: de Volkskrant van 8 febr. 2018. Vgl. Leo Blank, Familiebedrijf: lust of last?’ in: Leidsch Dagblad van za. 9 juni 2018: ‘Wie een familiebedrijf overneemt moet hart voor de zaak hebben. En vooral goede afspraken maken, want voor je het weet leidt een zakelijk conflict tot een scheuring in de familie.’
1474 Brief van Tjeu Slangen aan de auteur van 3 nov. 2016.
1475 Voorzover mij bekend slechts een uitgezonderd. Uit een hier geanonimiseerde brief van 13 juni 2008 aan mij over diens laatste bezoek aan mijn ex-buren citeer ik: ‘Even is het conflict ter sprake gekomen. Wat ik ook in het gesprek probeerde in te brengen: dat zij een broer verloren hebben – iemand die zich vernederd voelt, doodgezwegen weet en financieel aan de grond zit. Grootse stilte verder.’ Iemand anders schreef mij in een hier geanonimiseerde mail op 27 sept. 2011: ‘Met pijn [...] lees ik hoe het jou vergaan is en wat erger is nog vergaat ... De gang van zaken en de financiële regeling vind ik vreselijk en zo ik het niet uit jouw eigen mond zou hebben vernomen, zou het niet te geloven zijn. Ik begrijp hoe uiterst moeilijk, wrang en bitter dit voor jou moet zijn.’ Dat is heel wat anders dan het gerucht dat de ronde deed na mijn afgedwongen vertrek van mijn ouderlijk huis: ‘Jaak kon niet wennen op het platteland.’
1476 Nooit verzonden brief van Jaak Slangen aan Tjeu Slangen van 12 dec. 2016.
1477 Uit het interview van Wilfred Takken met de Amerikaanse toneelschrijver Neil LaBute in het cultuurkatern van NRC-Handelsblad van 9 maart 2007.
1478 Jonathan Safran Foer in een interview met Arjan Fortuin, ‘Het gaat om wat je doet’ in: NRC-Handelsblad van 9 sept. 2016.
1479 Beatrice de Graaf verwijst naar topophilia ‘een in het brein aantoonbaar verschijnsel [...]. Meer nog dan een trouwring, foto’s van geliefden, etc. roept een geografische locatie gevoelens op van geborgenheid, veiligheid, rust en kalmte. Jongere respondenten gaven aan dat hun identiteit nog het meest door bepaalde plaatsen werd gevormd. Ik kan niet beoordelen of dit onderzoek helemaal klopt. Maar hoe dan ook, ‘heimat’ is terug van weggeweest. En dan bedoel ik niet die ontroerende Duitse televisieserie, maar het ouderwetse begrip ‘heimat’, dat onvertaalbare Duitse woord dat een combinatie vormt van vaderland, volk, natie en persoonlijke geborgenheid’ [Beatrice de Graaf, ‘Heimat in Holland’ in: NRC-Handelsblad van 7 apr. 2018.]
1480 Eerste strofe van ‘Sotto Voce’ van M. Vasalis uit de dichtbundel Vergezichten en gezichten (Van Oorschot 1954).